20230319 Overzicht deelbewerkingen

20230319 Overzicht deelbewerkingen
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
DeelbewerkingenMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

20230319 Overzicht deelbewerkingen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Planning
Maandag 13 maart'23 - Introductie en stroomschema
Maandag 20 maart '23 - Kennismaken met de deelbewerkingen
Maandag 27 maart '23 - Bespreken praktijkopdracht
Maandag 03 april '23 - Werken aan praktijkopdracht
Maandag 11 april '23 - Tweede paasdag
Maandag 17 april '23 - Werken aan praktijkopdracht
Maandag 24 april '23 - Werken aan praktijkopdracht, inleveren!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Deelbewerkingen - Verkleinen

Slide 5 - Tekstslide

Waarom ga je een product verkleinen?

Slide 6 - Open vraag

Waarom verkleinen - reden 1
Het ‘openleggen’ van de grond- of hulpstof.
- het malen van granen om het binnenste van de korrel (het
   meel) te verkrijgen;
- het breken van de cacaobonen om 
   de cacoanibs vrij te maken;
- het malen van de cacaonibs waar-
   door cacaomassa ontstaat.

Slide 7 - Tekstslide

Waarom verkleinen - reden 2
Het verkrijgen van oppervlakte-vergroting.
• het malen van koffie zodat het oplossen
   van de smaak-, geur- en kleurstoffen
   beter verloopt;
• het snijden van suikerbieten in fijne reepjes 
   om de suiker eruit te kunnen winnen.

Slide 8 - Tekstslide

Waarom verkleinen - reden 2
Het verkrijgen van oppervlakte-vergroting.
• het malen van specerijen of het snijden van kruiden om de
   geurstoffen te laten vrijkomen; 
• het snijden van kaaswrongel om de 
   uittreding van de wei met melksuiker
   te versnellen.

Slide 9 - Tekstslide

Waarom verkleinen - reden 3
Met kleinere deeltjes kun je een homogener mengsel maken:.
• het homogeniseren van melk om te voorkomen dat het
   melkvet bovenop komt drijven; 
• om gehakt te kunnen mengen met 
   specerijen, zout en andere vleessoorten
   moet het vlees verkleind worden.

Slide 10 - Tekstslide

Waarom verkleinen - reden 4
Om het eindproduct de gewenste vorm of fijnheid te geven.
• het snijden van groenten;
• het snijden van aardappelen tot frietstaafjes.

Slide 11 - Tekstslide

Neveneffecten van verkleinen
Tijdens het verkleinen kunnen naast het kleiner maken van de deeltjes ook andere effecten ontstaan:
- het uitlogen van stoffen (verkleuring van product); 
- het verlies van vluchtige stoffen (aromaverlies);
- oxidatie (reactie met zuurstof);
- opwarmen van het product (soms is dit een gunstig effect,  soms ongunstig).

Slide 12 - Tekstslide

Deelbewerkingen - Doseren

Slide 13 - Tekstslide

Wat is doseren?

Slide 14 - Open vraag

Doseren
Wat is doseren?

Afmeten/toevoegen van de juiste hoeveelheid grond- hulpstoffen en/of eindproducten. 

De juiste hoeveelheid ergens in of bij doen

Slide 15 - Tekstslide

Doseren van vaste stoffen
Grof doseren
Lossen uit silo (doseerplaat of – schuif).
Schroef, Sluis, Wals
Trilgoot

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Doseren van vloeistoffen
Centrifugaalpomp, hierbij moet je meten en regelen. 

Slide 18 - Tekstslide

Doseren van gassen
Doseren van gassen gebeurt met behulp van een reduceerventiel.


Slide 19 - Tekstslide

Deelbewerkingen - Mengen

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het doel van mengen?

Slide 21 - Open vraag

Doel van mengen
  1. Constante kwaliteit waarborgen.
  2. Een homogeen en gelijkmatig product maken.
  3. Het beter laten verlopen van andere bewerkingen of processen.

Slide 22 - Tekstslide

Wat betekent 'een mengsel is homogeen'?

Slide 23 - Open vraag

Betekenis 'homogeen mengsel'?
Een mengsel is homogeen als elk willekeurig genomen monster van het mengsel dezelfde samenstelling heeft als het gehele mengsel.

Slide 24 - Tekstslide

Soorten mengsels
Mengsels van alle fases
en combinaties mogelijk:
- vast
- vloeibaar
- gas

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Apparatuur mengen droge stoffen
Mengtrommel                                          Nautamenger (mengschroef)





                                                       Mengschroef




                                                                                                                                                         

Slide 28 - Tekstslide

Mengen van vloeistoffen met weinig vaste stof (beslag)
- Mengvat met diverse typen roerwerk.

- Luchtroeren (agitator).

- Rondpompsysteem. 

- Statische mengbuis in een leiding. 

- Mengen in een pomp.

Slide 29 - Tekstslide

Neveneffecten van mengen
Tijdens het mengen kunnen ook andere bijkomende effecten ontstaan, deze kunnen zowel negatief als positief zijn:
- Microbiologische besmetting, door het mengen kunnen de
   m.o. door het gehele product verdeeld worden.
- Door het mengen kan het product opwarmen.
- Door het mengen onstaat ook zuurstof-inslag. 

Slide 30 - Tekstslide

Deelbewerkingen - Scheiden

Slide 31 - Tekstslide

Wat is het doel van scheiden bij de bereiding van voedingsmiddelen?

Slide 32 - Open vraag

Wat is het doel van scheiden bij de bereiding van voedingsmiddelen?
  1. Het winnen van een bepaalde stof. Bijvoorbeeld de cacaonibs van de schil van de cacaoboon, meellichaam en zemel van de tarwekorrel, alcohol winnen uit wijn.
  2. Het verwijderen van ongewenste bestanddelen of stoffen. Bijvoorbeeld zand van aardappel, loof van wortel, schilletjes.
  3. Het maken van een product met de gewenste concentratie. Bijvoorbeeld indikken van sap.
  4. Het sorteren van een product in klassen. Bijvoorbeeld op basis van kwaliteitskenmerken of grootte/formaat. Denk aan AGF of fitesstaafjes.

Slide 33 - Tekstslide

Op basis van welke kenmerken vindt scheiden plaats?
Scheiden op basis van verschil in uiterlijke kenmerken:
kleur, vorm, kwaliteit etc. 
Uitvoering: op leesband of met ‘vision’ technieken (bereiding frites). 

Scheiden op basis van verschil in natuurkundige kenmerken:
grootte, soortelijke massa (dichtheid), oplosbaarheid, kookpunt, smelt- en/of stolpunt, aantrekkingskracht. 

Slide 34 - Tekstslide

Welke scheidingsmethodes ken je?

Slide 35 - Open vraag

Mechanische scheidingsmethoden
  • Zeven
  • Filtreren
  • Persen
  • Bezinken
  • Centrifugeren
  • Cycloneren

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Deelbewerkingen
Fysisch scheiden

Koelen en verhitten

Slide 38 - Tekstslide

Deelbewerkingen - Fysisch scheiden

Slide 39 - Tekstslide

Deelbewerkingen - Fysisch scheiden
Scheidingsmethoden

Slide 40 - Tekstslide

Deelbewerkingen - Koelen en verhitten

Slide 41 - Tekstslide

Deelbewerkingen - Koelen en verhitten
 Redenen om voedingsmiddelen te koelen.

- Houdbaarheid (microbiologisch) verlengen: koelen (relatief kort bewaren) of diepvriezen (relatief lang bewaren). 

- Vertragen van reacties: bv de "ademhaling" van groenten en fruit waardoor dit langer houdbaar blijft. 

Slide 42 - Tekstslide

Deelbewerkingen - Koelen en verhitten
 Redenen om voedingsmiddelen te koelen.

- Om stoffen te doen stollen

- Om stoffen te laten uitkristalliseren.

- Om stoffen te laten condenseren.

Slide 43 - Tekstslide

Deelbewerkingen - Koelen en verhitten
Redenen om voedingsmiddelen te verhitten.

- Houdbaarheid ( micro- organismen worden afgedood). Belangrijk: temperatuur en tijd! b.v. pasteuriseren (< 100 °C) of steriliseren (>100 °C).

- Inactiveren van enzymen: sommige enzymen doen de kwaliteit van voedingsmiddelen achteruitgaan. Door voldoende verhitten maak je enzymen onwerkzaam (inactiveren). Bijvoorbeeld blancheren van groenten.

Slide 44 - Tekstslide

Deelbewerkingen - Koelen en verhitten
Redenen om voedingsmiddelen te verhitten.

- Veranderen van aggregatietoestand: smelten van bijvoorbeeld vet.

- Gewenste eigenschappen geven: bijvoorbeeld het garen van groenten, aardappelen en vlees. Kleur geven aan product (bruin korstje).

- Versnellen of vertragen reacties: chemisch, drogen, oplossen etc.

Slide 45 - Tekstslide

OEFENVRAGEN

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide