Je leert details op te zoeken in de tekst door W/H vragen te stellen
Je leert wat belangrijk is in een alinea door te samenvatten
Je leert verschillende soorten vragen te beantwoorden
En:.... je leert heel veel over Amerika!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7
In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Amerika
Doel van deze lessen:
Je leert details op te zoeken in de tekst door W/H vragen te stellen
Je leert wat belangrijk is in een alinea door te samenvatten
Je leert verschillende soorten vragen te beantwoorden
En:.... je leert heel veel over Amerika!
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je nu al over Amerika?
Slide 2 - Woordweb
Wat denk je wat je allemaal zult leren door deze tekst? Hoe zie je dat?
Slide 3 - Open vraag
Wat is het doel van de schrijver van deze tekst?
Slide 4 - Open vraag
Tekst lezen
We lezen samen de tekst
juf start met modelen
daarna nemen jullie het modelen over.
Wat doe je bij modelen? Waarom model je?
Slide 5 - Tekstslide
Lees de inleiding. De hoofdstad van de Verenigde Staten van Amerika is:
A
New York
B
Groot-Brittannië
C
Florida
D
Washington
Slide 6 - Quizvraag
In de tekst worden de namen van 4 presidenten genoemd. Welke zijn dat?
Slide 7 - Open vraag
Leg uit hoe de Amerikaanse vlag eruit ziet en vooral: wat de betekenis is van de figuren op de vlag.
Slide 8 - Open vraag
Lees het blokje: feiten en cijfers. Welke feiten of cijfers zijn nieuw voor jou? Noem er minimaal 3.
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Video
Wat weet je nu al meer over Amerika dan voor het begin van de les?
Slide 11 - Woordweb
Amerika, 2e les
Doel van deze lessen:
Je leert details op te zoeken in de tekst door W/H vragen te stellen
Je leert verbanden te leggen tussen verschillende alinea's
Je leert verschillende soorten vragen te beantwoorden
En:.... je leert heel veel over Amerika!
Slide 12 - Tekstslide
Wat weet je nog over de Verenigde Staten van Amerika?
Slide 13 - Open vraag
Opdracht
Je lees de tekst met je maatje. Probeer zo veel mogelijk te modelen! Weet je nog waarom dit handig is?
Dan kies je samen 1 alinea uit en je bedenkt hierbij minimaal 3 goede w/h vragen. Het antwoord van een goede w/h vraag vind je in de tekst. Let hierop bij het bedenken!
Daarna zoek wissel je de W/H vragen uit met een ander duo die een andere alinea had gekozen. Check de antwoorden!
timer
10:00
Slide 14 - Tekstslide
Stel: je wilt meer weten over de dieren in Amerika, welke alinea kun je dan het beste lezen?
A
Westwaarts
B
Amerikanen
C
Wild en avontuurlijk
D
het blokje: feiten en cijfers
Slide 15 - Quizvraag
De bevolking van Amerika is gemengd. Uit welke werelddelen of continenten komen de bewoners? Tip 1 : welke alinea lees je voor het antwoord? Tip 2: wat kun je nog meer gebruiken voor je antwoord?
Slide 16 - Open vraag
Lees het "wist je dat" stukje over de eerste staten. Welke 2 andere stukjes in de tekst hebben hiermee te maken?
A
Money, money, money en Vrijheid
B
Een beter leven en Amerikanen
C
De inleiding en Westwaarts
D
Geen enkel stukje
Slide 17 - Quizvraag
Opdracht
Welke woorden in de tekst hebben te maken met de manier waarop Amerika geregeerd wordt?
Zoek met je maatje minimaal 3 woorden op en schrijf deze in je kladblok.
Ga bij andere duo's op zoek naar minimaal 2 nieuwe woorden.
Je hebt dan minimaal 5 woorden genoteerd.
timer
5:00
Slide 18 - Tekstslide
Lees het stukje: Money, money, money. Welke tegenstelling ontdek je in dit stukje?
Slide 19 - Open vraag
Amerika is een belangrijk land in de wereld. In welke alinea's lees je dat vooral?
A
De inleiding en Wild en avontuurlijk
B
Vrijheid en Amerikanen
C
Money, money money en Soldaten
D
Een beter leven en Wild en avontuurlijk
Slide 20 - Quizvraag
1778
1959
2020
1906
1963
1666
Onafhankelijkheid van Groot-Britannie
Presidentsverkiezingen
John F. Kennedy vermoord
Alaska en Hawai toegevoegd aan de VS
Aardbeving in San Fransisco
Nieuw Amsterdam veroverd
Slide 21 - Sleepvraag
In welke alinea's of "wist je dat" lees je wat Nederland met Amerika te maken heeft. Type de namen van de alinea's in en arceer de zinnen waarin je het antwoord vindt.
Slide 22 - Open vraag
Welke alinea of wist je datje spreekt jou het meest aan en waarom?
Slide 23 - Woordweb
Stelling: Ik zou wel/niet in Amerika willen wonen, want.........