Ecologie - 4VJ - Les 1

Ecologie
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GroenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Ecologie

Slide 1 - Tekstslide

Wat is ecologie? 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zou je zelf ecologie omschrijven? (1 minuut om te antwoorden)

Slide 3 - Open vraag

Wat is ecologie?
De tak van de biologie waarin de relaties tussen organismen en hun milieu worden bestudeerd.

Slide 4 - Tekstslide

Ecologie
Ieder organisme beïnvloed door zijn eigen milieu.

Invloeden afkomstig van:
  • Andere organisme(n)
  • Levenloze natuur

Slide 5 - Tekstslide

Biotisch en Abiotisch

Slide 6 - Tekstslide

Organisatieniveaus van de ecologie
Elk organisme wordt door zijn milieu beïnvloed

Invloeden die afkomstig zijn van de levende natuur (andere organismen)
 = Biotische factoren

Slide 7 - Tekstslide

Organisatieniveaus van de ecologie

Invloeden die afkomstig zijn van de levenloze natuur (temperatuur, regenval, zuurstof, aarde, etc.)
= Abiotische factoren
  •    A = zonder
  •    bios = leven

Slide 8 - Tekstslide

Waar of niet waar:
Abiotisch betekent alleen levende natuur
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Organisatieniveaus van de ecologie
In de ecologie:
 
 Relatie TUSSEN organismen en hun milieu op verschillende organisatieniveaus bestudeerd.

Slide 10 - Tekstslide

Organisatieniveaus van de ecologie
Welke organisatieniveaus kennen we?
  • Individu
  • Populatie
  • Levensgemeenschap
  • Ecosysteem
  • Biosfeer

Slide 11 - Tekstslide

Organisatieniveaus: Individu

Slide 12 - Tekstslide

Organisatieniveaus: Individu
Een enkele organisme binnen een bepaald gebied wordt een individu genoemd.
 

Individu:
Een persoon, dier of object die als zelfstandige entiteit is te onderscheiden binnen een groep

Slide 13 - Tekstslide

Organisatieniveaus: Populatie

Slide 14 - Tekstslide

Wat is volgens jullie een populatie? Gebruik steekwoorden (1 minuut om te antwoorden)

Slide 15 - Open vraag

Organisatieniveaus: Populatie
Een individu behoort tot een populatie

Populatie:
Een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die samen een voortplantingsgemeenschap vormen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Organisatieniveaus: Levensgemeenschap

Slide 19 - Tekstslide

Organisatieniveaus: Levensgemeenschap
Meerdere populaties samen in hetzelfde gebied vormen een levensgemeenschap
 

Levensgemeenschap:
Alle organismen in een bepaald gebied, waarvan de populaties bij elkaar leven en in staat zijn tot onderlinge interactie

Slide 20 - Tekstslide

Wat voor Levensgemeenschap is er in een bos? Benoem een aantal voorkomende soorten

Slide 21 - Woordweb

Organisatieniveaus: Ecosysteem

Slide 22 - Tekstslide

Organisatieniveaus: Ecosysteem
Levensgemeenschap (biotisch) + abiotische factoren = een ecosysteem

Ecosysteem:
het geheel van planten en dieren in een gebied en hoe ze in verhouding staan tot elkaar en hun omgeving.

- Wisselwerking tussen levende organismen met elkaar en hun omgeving.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Wat voor onderzoek zou je kunnen doen binnen een ecosysteem? (1 minuut om te antwoorden)

Slide 26 - Open vraag

Organisatieniveaus: Biosfeer

Slide 27 - Tekstslide

Organisatieniveaus: Biosfeer
Alle ecosystemen op aarde samen, vormen de biosfeer.

Biosfeer:
Het gedeelte van de aarde en de atmosfeer (dampkring), dat door organismen wordt bewoond

Slide 28 - Tekstslide

Eindopdracht introductie

Slide 29 - Tekstslide

 Eindopdracht: Creëer een eigen natuurpark

Deze moet binnen 10 jaar kunnen functioneren zonder invloeden van mensen. 
Kortom je gaat je eigen nieuwe wildernis bouwen, waarbij je na 10 jaar geen dieren meer hoeven te doden om de wildernis gezond te houden.

Groepsgrootte: Minimaal 2 personen, maximaal 4 personen.
 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Einde les

Slide 32 - Tekstslide