Herhaling tentamen politiek

POLITIEK


Tentamen voorbereiding 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

POLITIEK


Tentamen voorbereiding 

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
Regering: Koning + ministers

Kabinet: ministers + staatssecretarissen

En het parlement..?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

H6

Slide 4 - Tekstslide

Het parlement bestaat uit twee Kamers. 

Tweede Kamer
Heeft 150 leden en behandelt alle wetsvoorstellen (maken, aanpassen, stemmen).

Eerste Kamer
Heeft 75 leden, geen full-time baan, mogen alleen stemmen over een voorstel.
Het parlement

Slide 5 - Tekstslide



Alle parlementsleden horen bij een fractie, dit bestaat uit een of meerdere personen van een politieke partij in de volksvertegenwoordiging.

Deze fracties vindt je ook in de gemeente en de provincie

Een fractie wordt geleid door de fractievoorzitter: de belangrijkste woordvoerder van de fractie.
Fractie(voorzitters)

Slide 6 - Tekstslide



De coalitiepartijen vormen en steunen de regering. Zij moeten altijd een meerderheid (min. 76 zetels) vormen in de Tweede Kamer én Eerste Kamer.

(dit lukt niet altijd)


Tegenover de coalitiepartijen, staan de oppositiepartijen, dit zijn de politieke partijen die niet in de regeringscoalitie zitten. (proberen soms ideeën van coalitie tegen te houden)
Coalitie en oppositie 

Slide 7 - Tekstslide

De 2 taken van het parlement 
  1. Medewetgever
  2. Controleren van het kabinet

Slide 8 - Tekstslide


Wetgevende taak

Slide 9 - Tekstslide


Stemrecht


Beide kamers mogen stemmen over ieder wetsvoorstel dat wordt gemaakt, zij kunnen een wetsvoorstel aannemen of afwijzen
Stemrecht

Slide 10 - Tekstslide


Tweede Kamerleden mogen zelf wetsvoorstellen indienen. 

Let op: dit doen ze niet zo vaak, er is veel kennis nodig voor het maken van een wetsvoorstel en... het is gigantisch veel werk! Ministers hebben ambtenaren of secretarissen, TK-leden niet! 
Recht van Initiatief

Slide 11 - Tekstslide


Tweede Kamerleden mogen wetsvoorstellen veranderen (wetswijziging). Stemt de meerderheid van de kamer hier mee in? Dan MOET de minister zich hier aan houden en de wet veranderen. 

Wil hij dat niet? Dan moet de wet ingetrokken worden of ontslag nemen. 
Recht van Amendement

Slide 12 - Tekstslide


Controlerende taak

Slide 13 - Tekstslide

Vragenrecht: ieder Kamerlid mag aan de minister of staatsecretaris mondelinge of schriftelijke vragen stellen. De M&S is verplicht om deze vragen binnen 3 weken te beantwoorden. 

Slide 14 - Tekstslide

Budgetrecht: de Eerste en de Tweede Kamer hebben het recht om de jaarlijkse begroting van de minister wel of niet goed te keuren. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

H7

Slide 18 - Tekstslide


De manier waarop wetten en regels tot stand komen, noemen we politieke besluitvorming

Dit begint vaak met de wensen van burgers, of het ontstaan van een maatschappelijk probleem (wat de overheid moet oplossen). 

Het proces verloopt in 4 fases.
Besluitvormingsproces

Slide 19 - Tekstslide



Wens (van burgers) wordt een politiek probleem (agenda)


wethouders, ministers en ambtenaren bedenken oplossingen


Er wordt een 
besluit genomen.


Het uitvoeren van 
het besluit
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Politieke besluitvorming


Terugkoppeling

Slide 20 - Tekstslide

De politiek moet weten welke problemen, wensen en verlangens bij de mensen spelen

Een manier om hierachter te komen is het mobiliseren van de publieke opinie: zoveel mogelijk mensen op de hoogte brengen van een probleem (tv, radio, social media) 

Als dit vervolgens aandacht krijg van de politiek, komt het op de politieke agenda. Politici gaan dan debateren!
Fase 1: Van wens naar politieke agenda
Korter opgeschreven: door de media komt de overheid te weten welke problemen spelen in de samenleving en kunnen ze het bespreken.

Slide 21 - Tekstslide



Als er besloten is welk probleem opgelost moest worden, begint de beleidsvoorbereiding

Ministers, wethouders (en hun ambtenaren) bedenken samen maatregelen en wetsvoorstellen (=beleid) om het probleem aan te pakken! 
Fase 2: Het vinden van een oplossing
Psst... van welk parlementair recht wordt hier gebruik gemaakt?
Korter opgeschreven: ministers bedenken wetsvoorstellen om het probleem op te lossen.

Slide 22 - Tekstslide

Is er een goed plan op tafel gekomen om het probleem aan te pakken? Dan gaat het plan (maatregel of wetsvoorstel) naar de Tweede Kamer / Gemeenteraad.
 
Hier debatteren de volksvertegenwoordigers en stemmen ze over het beleid. 
Fase 3: Het nemen van een besluit
Psst... van welk parlementair recht wordt hier gebruik gemaakt?
Korter opgeschreven: De Tweede Kamer discussieert en stemt over het wetsvoorstel.

Slide 23 - Tekstslide

Als het besluit genomen is, moet de minister of wethouder ervoor zorgen dat het wordt uitgevoerd! 

Iedereen die met de nieuwe wet te maken krijgt, moet hierover geïnformeerd worden 

Ook moet hij/zij controleren of het 
zoals plan verloopt! 
Fase 4: Uitvoeren van het besluit
Korter opgeschreven: de nieuwe wet wordt uitgevoerd,  het probleem wordt aangepakt.

Slide 24 - Tekstslide

Het proces eindigt niet bij fase 4. 

Er komen voortdurend reacties vanuit de samenleving op het beleid! 
Dit noemen we ook wel terugkoppeling. De ministers kijkt dan opnieuw naar de plannen. 

Het gaat dus steeds opnieuw!
Terugkoppeling

Slide 25 - Tekstslide


  • Stemmen op jouw voorkeur tijdens verkiezingen

  • Politici bellen of mailen (spreekuren) 

  • Inschakelen van de media (groter bereik)

  • Actievoeren (demonstreren)

  • Politieke partij oprichten (meepraten over standpunt)

  • Handtekeningactie (petitie)
  • Burgerinitiatief indienen (40.000 handtekening)
Invloed van burgers (1)

Slide 26 - Tekstslide


  • Referendum (volksstemming) 

  • Klacht indienen bij de overheid 

  • Ombudsman (als overheid zich niet aan de afspraak houdt, kan je hier een klacht indienen!)

  • Rechter inschakelen

  • Spreekrecht gebruiken (tijdens vergaderingen overheid)

  • Lid van een pressiegroep (als groep sta je sterker)
Invloed van burgers (2)

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide