Basisstof 4: Sociaal gedrag

Wat is aangeboren gedrag?
A
Alles wat een mens of dier doet.
B
Een snelle reactie die onbewust gebeurt
C
Gedrag dat je vanaf je geboorte al hebt.
D
Prikkels waar soortgenoten op reageren.
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is aangeboren gedrag?
A
Alles wat een mens of dier doet.
B
Een snelle reactie die onbewust gebeurt
C
Gedrag dat je vanaf je geboorte al hebt.
D
Prikkels waar soortgenoten op reageren.

Slide 1 - Quizvraag

Wat is inprenting
A
leren door straffen en belonen
B
leren in een gevoelige periode
C
leren van soortgenoten
D
leren door trial and error

Slide 2 - Quizvraag

Wat is trial and error?

Slide 3 - Open vraag

Een sleutelprikkel:
A
Kan leiden tot meerdere soorten gedrag.
B
Leidt altijd tot hetzelfde gedrag.
C
Moet aangeboren zijn.
D
Moet aangeleerd zijn.

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn uitwendige prikkels?

Slide 5 - Open vraag

Basisstof 4: Sociaal gedrag

Slide 6 - Tekstslide

Wat moet je kunnen?
Je kunt verschillende typen sociaal gedrag onderscheiden

Slide 7 - Tekstslide

Sociaal gedrag
Sociaal gedrag is gedrag van soortgenoten naar elkaar
Mensen en dieren hebben sociaal gedrag.

Een prikkel of handeling bij sociaal gedrag heet een signaal. Het afgeven van signalen noemen we communicatie.

Slide 8 - Tekstslide

Sociaalgedrag
Taakverdeling
Belangrijke rol bij voortplanting en overleving

Denk aan:
mieren, bijen en stokstaartjes

Slide 9 - Tekstslide

Territorium afbakenen, voedsel en jongen
veiligstellen.

- dreiggedrag: aanvalsgedrag en 
    vluchtgedrag

Territoriumgedrag

Slide 10 - Tekstslide

Paringsgedrag
Baltsgedrag en paring

Slide 11 - Tekstslide

Hoe kan ik sociaal gedrag omschrijven?

Slide 12 - Open vraag

Geef voorbeelden van territoriumgedrag

Slide 13 - Open vraag

Wat is het verschil tussen paringsgedrag en baltgedrag?

Slide 14 - Open vraag

Broedzorg
Het verzorgen van eieren of jongen heet broedzorg. 

Dit verschilt per diersoort. 

Slide 15 - Tekstslide

Rangorde in groepen
- Dieren die in groepen leven hebben een duidelijke rangorde met een dominant dier bovenaan. Bij kippen noemen we dit een pikorde
- voorkomt conflict (voedsel,         voorplanting)
- In plaats van vechten is imponeergedrag (dreigen) genoeg.

Slide 16 - Tekstslide

Verantwoorde behuizing
Om natuurlijk gedrag te stimuleren is er steeds meer aandacht voor verantwoorde behuizing van dieren

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een drempelwaarde?
A
De hoogste prikkel waarbij een zintuig reageert
B
De laagste prikkel waarbij een zintuig reageert
C
De hoogste prikkel waarbij de hersenen reageren
D
De laagste prikkel waarbij de hersenen reageren

Slide 18 - Quizvraag

Een sleutelprikkel is een...
A
Uitwendige prikkel
B
Een prikkel die dezelfde reactie roept
C
Inwendige prikkel
D
Een prikkel die elke keer een andere reactie roept

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een supranormale prikkel?
A
Een prikkel waarop altijd hetzelfde gereageerd wordt
B
Een extreme vorm van een sleutelprikkel
C
Een prikkel die niet genegeerd kan worden
D
Een door de mens gemanipuleerde prikkel

Slide 20 - Quizvraag

Aan de slag
Maken opdrachten P.O.
basisstof 4
  
Klaar? --> bij mij laten zien / verbeteren
Begrippen in schrift met betekenis.

Dit is volgende les af!

Slide 21 - Tekstslide