ir a 2024

                                                je nummer?
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

                                                je nummer?

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué tal la clase?

Slide 2 - Tekstslide

bereid je voor:
1. el chicle, la gorra, los auriculares, la mesa y la silla
2. heb je schrift (libreta) klaar
3. heb je laptop klaar, neem een laptop van receptie als je een laptop nodig hebt.
4. OBSERVATIE: herhaald afwijzende gedrag = AN Magister
aan het einde van deze les gaan wij feedback geven

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
ir a + inf gebruikrn om je voornemens te uiten

Slide 4 - Tekstslide

¿Tienes un bolígrafo? 
sí/no tengo un bolígrafo

¿Tienes una libreta?
sí/no tengo una libreta

¿Tienes un laptop? 
sí/no tengo un laptop
Heb je een pen?
ja/ ik heb (g)een pen

Heb je een schirft?
ja/ ik heb (g)een schrift

Heb je een laptop?
ja/ ik heb (g)een laptop

Slide 5 - Tekstslide

¿cómo?
1. theorie 3 min
2. vocab (voorbeelden) 5min
3. oefenen (lied) 5min
4. Escucha 5min
5 voornemens (tot einde les) 

Slide 6 - Tekstslide

Grammatica
  • futuro próximo (ir + a + infinitief)
  • voorzetsel a
escribe

Slide 7 - Tekstslide

Ir + a + heel werkwoord

Slide 8 - Tekstslide

IR=Gaan             IR A=Gaan naar/going to
yo
voy a
vas a
el/ella/usted
va a
nosotros
vamos a
vosotros
váis a
ellos/ellas/ustedes
van a

Slide 9 - Tekstslide

verbo: ir = gaan
yo
él/ella/usted

nosotros/-as
vosotros/-as
ellos/ellas/ustedes
voy
vas
va

vamos
vais 
van
+ a = to
- AR

- ER

- IR

Slide 10 - Tekstslide

¿cómo?
1. theorie 3 min
2. vocab (voorbeelden) 5min
3. oefenen (lied) 5min
4. Escucha 5min
5 voornemens (tot einde les) 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

¿cómo?
1. theorie 3 min
2. vocab (voorbeelden) 5min
3. oefenen (lied) 5min
4. Escucha 5min
5 voornemens (tot einde les) 

Slide 13 - Tekstslide

Luister oefening en theorie oefenen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

¿cómo?
1. theorie 3 min
2. vocab (voorbeelden) 5min
3. oefenen (lied) 5min
4. Escucha 5min
5 voornemens (tot einde les) 

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer gebruik je ir+a+infinitivo en wat is de regel?

Slide 17 - Tekstslide

¿cómo?
1. theorie 3 min
2. vocab (voorbeelden) 5min
3. oefenen (lied) 5min
4. Escucha 5min
5 voornemens (tot einde les) 
6. EXIT TICKET: NO VOY A...

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

¿cómo?
1. theorie 3 min
2. vocab (voorbeelden) 5min
3. oefenen (lied) 5min
4. Escucha 5min
5 voornemens (tot einde les) 
6. EXIT TICKET: NO VOY A...

Slide 21 - Tekstslide

EXIT TICKET
No voy a... werkwoord + iets

Slide 22 - Tekstslide

Het werkwoord ir= gaan
stam =va
Vervoegt wie -AR
voy
vas
va
vamos
vais
van
a


ir a + infinitivo: nabije toekomst:
         mañana voy a llevar ropa verde
         

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Ir al
A
Gimnasio
B
Piscina
C
Museo
D
Teatro

Slide 25 - Quizvraag

Tomar
A
Menos azúcar
B
Menos café
C
Más fruta
D
libros

Slide 26 - Quizvraag

Practicar
A
Deporte
B
Mi español
C
clase
D
piscina

Slide 27 - Quizvraag

Ir

Slide 28 - Woordweb

Viajar a

Slide 29 - Woordweb

Je voornemens voor 2019

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Link