Hoofdstuk 7 - Oefentoets Basis

OEFENTOETS H7
Formules en Grafieken
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

OEFENTOETS H7
Formules en Grafieken

Slide 1 - Tekstslide


Deelstreep is een ander woord voor:
A
( )
B
x
C
:
D
+

Slide 2 - Quizvraag

Bereken met de rekenmachine:

Slide 3 - Open vraag


Bereken met de rekenmachine:
A
20
B
26
C
4
D
22

Slide 4 - Quizvraag


Bereken met de
rekenmachine:
3+72×(32+11)+5
A
9
B
7,9
C
24,1
D
22

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel euro zijn de kosten bij 6 uur werk?

Slide 6 - Open vraag

Wat is het bedrag bij een gewicht van 150 gram?

Slide 7 - Open vraag

cijfer = 1 + (aantal punten + 3) : 7

Welk cijfer hoort bij 34 punten?
Rond af op 1 decimaal.

Slide 8 - Open vraag

Rekenvolgorde: Zet de bewerkingen in juiste volgorde. 
1.
2.
3.
4.
Optellen en aftrekken
Bereken wat tussen haakjes staat
Vermenigvuldigen en delen
Machtsverheffen en worteltrekken

Slide 9 - Sleepvraag

Bereken:
7 + (16 - 5) x 4 =

Slide 10 - Open vraag

Bereken
19 + 8 x (9 - 3) =

Slide 11 - Open vraag

Bereken

Slide 12 - Open vraag

Bereken

Slide 13 - Open vraag

Bereken hoeveel Frans met onderstaande formule verdient wanneer hij 8 uur heeft gewerkt.

Slide 14 - Open vraag

De grafiek hiernaast hoort bij een periodiek verband.

Hoe lang duurt één periode?
A
3 seconden
B
6 seconden
C
10 meter
D
20 meter

Slide 15 - Quizvraag

Je kunt met deze formule voorspellen hoe lang je wordt.
De lengtes zijn in centimeter.

moeder = 174 cm en vader = 194 cm

Hoe lang wordt de jongen?


A
200 cm
B
198 cm
C
195 cm
D
190 cm

Slide 16 - Quizvraag

Is dit een periodieke grafiek?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Is dit een periodieke grafiek?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de periode in deze grafiek?
A
0 sec
B
20 sec
C
40 sec
D
120 sec

Slide 19 - Quizvraag

Is dit een periodieke grafiek?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de periode in deze grafiek?
A
1 sec
B
3 sec
C
4 sec
D
6 sec

Slide 21 - Quizvraag

Bereken met je rekenmachine:
5 x (40 - 32) : 9
Rond af op één decimaal.
A
41,4
B
4,4
C
4,5
D
41,5

Slide 22 - Quizvraag

Lou heeft een schildersbedrijf.
kosten per dag in € = 150 + (t - 3) x 85,40
t = aantal werkuren per dag
Bereken de kosten per dag bij t = 8.
A
€833,20
B
€406,20
C
€577,-
D
€277,-

Slide 23 - Quizvraag

Bereken met de rekenmachine:
16+9×32
A
9,9
B
85
C
45
D
21

Slide 24 - Quizvraag

Bereken met de rekenmachine:
2×24+121
A
43
B
65536
C
178
D
19

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel seconde is de periode?
A
1,5 seconde
B
3,5 seconde
C
5 seconde
D
10 seconde

Slide 26 - Quizvraag

Noa zit in een reuzenrad. In de grafiek zie je de hoogte van Noa in het reuzenrad.
a. Wat is het maximum?
b. Wat is het minimum?
A
maximum= 18 m minimum= 2 m
B
maximum= 20 m minimum= 0 m
C
maximum= 360 m minimum= 0 m
D
maximum= 2 m minimum= 18 m

Slide 27 - Quizvraag

Bereken met de rekenmachine:
123=

Slide 28 - Open vraag

Bereken met de rekenmachine:
123+6325=

Slide 29 - Open vraag

Bereken met de rekenmachine:
41021=

Slide 30 - Open vraag

Je kan het!
Vond je de oefentoets lastig? Kijk dan nog een keer de uitlegfilmpjes online via de methodesite van Getal en Ruimte. 
Oefen daarna nog een keer de D-Toets van hoofdstuk 7, of deze sommen nog een keer. Succes ✿

Slide 31 - Tekstslide