H2B Grammatik E

Schrijf het rijtje van het werkwoord ,,sein'' op. Inclusief personen. Schrijf het onder elkaar, dus:
ik ben
jij bent
hij, zij, het is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn
u bent
1 / 10
volgende
Slide 1: Open vraag
DuitsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schrijf het rijtje van het werkwoord ,,sein'' op. Inclusief personen. Schrijf het onder elkaar, dus:
ik ben
jij bent
hij, zij, het is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn
u bent

Slide 1 - Open vraag

We gaan nu naast ,,sein'' een tweede werkwoord leren. Op de volgende dia zie je al een opdracht. Probeer de juiste antwoorden met elkaar te verbinden.

Slide 2 - Tekstslide

het heeft
heeft u
hebben jullie
ik heb
zij heeft
heb jij
es hat geschneit
Sie hat eine Schwester
Hast du den Film gesehen?
Habt ihr Geschwister?
Ich habe geschlafen
Frau Janzen, haben Sie einen Bruder?

Slide 3 - Sleepvraag

Het werkwoord haben
ich habe 
du hast
er / sie / es hat
wir haben
ihr habt
sie / Sie haben

Slide 4 - Tekstslide

ich
A
habe
B
hast
C
habt
D
haben

Slide 5 - Quizvraag

hij heeft
A
hij hat
B
sie hat
C
er hat
D
es hat

Slide 6 - Quizvraag

wij hebben
A
wir habe
B
wir haben
C
wir habt
D
wir hast

Slide 7 - Quizvraag

jullie hebben
A
ihr habt
B
ihr habe
C
ihr hast
D
ihr haben

Slide 8 - Quizvraag

u heeft
A
sie haben
B
Sie haben
C
Sie hatten
D
sie hat

Slide 9 - Quizvraag

Lisa en Mike hebben
A
Lisa und Mike haben
B
Lisa und Mike hatten
C
Lisa und Mike habt
D
Lisa und Mike habe

Slide 10 - Quizvraag