Parameters
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
1. Welke vitale parameters kunnen we meten?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
2. De normaalwaarde van een polsslag in rust bij een volwassene is:
A
60-90 sl/min.
B
90-130 sl./min
C
40-60 sl./min
Slide 5 - Quizvraag
3. Een verhoogde hartslag noemen we ook wel:
A
bradycardie
B
tachycardie
Slide 6 - Quizvraag
4. Diastole wordt ook wel ... genoemd:
A
Onderdruk
B
Bovendruk
Slide 7 - Quizvraag
5. Vanaf wanneer spreken we van lichte 'hypertensie'?
A
Als de diastolische druk boven 90-95 cmHg meet
B
Als de diastolische druk onder 85 cmHg meet
C
Als de systolische druk onder de 10-15 cmHg meet
D
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
6. Benoem de drie fasen die voorkomen bij koorts
Slide 12 - Woordweb
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
9. Saturatie is:
Slide 17 - Woordweb
10. De normaalwaarde van saturatie is:
A
tussen 95-99%
B
lager dan 95%
C
lager dan 80%
D
hoger dan 99%
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Video
Slide 20 - Tekstslide
7. Wat zijn de drie soorten reacties die we nagaan bij de EMV-scorelijst om het bewustzijn na te gaan?
Slide 21 - Woordweb
8. Hoe hoger de score van EMV, hoe .... het bewustzijn
A
Beter
B
Slechter
