Thema 3 les 3 bijv. gebr. vdw.
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat heb jij dit weekend gedaan?
Slide 2 - Woordweb
Antwoord met een antwoordzin.
Ik heb … --> het is al gedaan, we spreken in VT, actie is al gedaan
= dat noemen we het voltooid deelwoord, want het is al gedaan.
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke zin past bij deze foto?
A
Marnic loopt snel tijdens de wedstrijd.
B
Marnic heeft snel gelopen tijdens de wedstrijd.
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord kun je bij wedstrij maken?
Mario heeft de wedstrijd gelopen.
Mario heeft de wedstrijd gelopen.
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke zin past bij deze foto?
A
Steven geeft een nummer in.
B
Steven heeft een nummer ingegeven.
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord kun je bij wedstrij maken?
Steven heeft een nummer ingegeven.
Steven heeft een nummer ingegeven.
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
timer
1:00
Vul het voltooid deelwoord in:
Wij hebben een lied .... (fluiten).
Wij hebben een lied .... (fluiten).
Slide 9 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
timer
1:00
Vul het voltooid deelwoord in:
Hij heeft een schat ... (vinden).
Hij heeft een schat ... (vinden).
Slide 10 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
timer
1:00
Vul het voltooid deelwoord in:
Mijn zus heeft de buurvrouw ... (roepen).
Mijn zus heeft de buurvrouw ... (roepen).
Slide 11 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
timer
1:00
Vul het voltooid deelwoord in:
Hij heeft een nieuwe broek ... (aantrekken).
Hij heeft een nieuwe broek ... (aantrekken).
Slide 12 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
timer
1:00
Vul het voltooid deelwoord in:
Jullie zijn te laat ... (vertrekken).
Jullie zijn te laat ... (vertrekken).
Slide 13 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
timer
1:00
Vul het voltooid deelwoord in:
Ik heb gisteren mijn gsm... (vinden).
Ik heb gisteren mijn gsm... (vinden).
Slide 14 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
timer
1:00
Vul het voltooid deelwoord in:
Jullie zijn gisteren naar de zee ... (rijden).
Jullie zijn gisteren naar de zee ... (rijden).
Slide 15 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
