Test je kennis PM1

Test je kennis PM1
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GroenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Test je kennis PM1

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn producten uit een gesloten teelt?
A
champignon, gerbera, tomaat en roos (in Ned.)
B
beuk,champignon, suikerbiet
C
beuk, maïs, suikerbiet en ui
D
champignon, maïs, tomaat

Slide 2 - Quizvraag

Noem een kernmerk van duurzame landbouw ?
A
Een hoge productie
B
Grote bedrijven
C
Zo min mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu
D
Gebruik van veel water, energie en grondstoffen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is schaalvergroting bij een varkensbedrijf?
A
Er worden meer dieren gehouden op hetzelfde bedrijf.
B
De plattegrond van het bedrijf wordt op een grotere schaal getekend.
C
Er worden meer diersoorten gehouden.
D
Er komen meer bedrijven in één gebied.

Slide 4 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van substraat ?
A
Glasvezel
B
Klei
C
Steenwol
D
Veen

Slide 5 - Quizvraag

Plaag of ziekte?
A
Plaag
B
Ziekte

Slide 6 - Quizvraag

Plaag of ziekte?
A
Plaag
B
Ziekte

Slide 7 - Quizvraag

Plaag of ziekte?
A
Plaag
B
Ziekte

Slide 8 - Quizvraag

Wat is parasiteren?

Slide 9 - Open vraag

Theorie: bestrijding met aaltjes

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel eitjes kunnen aaltjes leggen?

Slide 11 - Open vraag

Hoe dringen aaltjes de prooi binnen?

Slide 12 - Open vraag

Hoe worden aaltjes ook wel genoemd?
A
Nematoden
B
Hermafrodieten
C
Temanoden
D
Wormen

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn de groeifactoren van een plant?

Slide 14 - Open vraag

Groeifactoren voor planten
  • voeding
  • warmte
  • water
  • licht
  • lucht

Slide 15 - Tekstslide

Benoem per groeifactor waarom deze nodig is voor de plant.

Slide 16 - Open vraag

Theorie: Groeifactoren 
  • licht :fotosynthese
  • warmte: verschilt per soort
  • lucht: via huidmondjes 
  • water: plant = 90% water
  • voeding: zit in de grond





Slide 17 - Tekstslide

Welke mest werkt sneller voor de plant?
Anorganische mest
Organische mest

Slide 18 - Poll

Theorie: Bemesting 
Organisch = plantaardig 

Anorganisch = kunstmatig


Slide 19 - Tekstslide

Wat doen de mineralen N-P-K voor de plant?

Slide 20 - Open vraag

Wat betekent N-P-K?
A
Stikstof, Fosfor en Natrium
B
Stikstof, Fosfor en Calcium
C
Stikstof, Fosfor en Kalium
D
Stikstof, Posfor en Kalium

Slide 21 - Quizvraag

Theorie: Vegetatief vermeerderen, stekken

Slide 22 - Tekstslide

Maak een planning voor het stekken van een appelboom?

Slide 23 - Open vraag

Wat is vegetatief vermeerderen?
A
Geslachtelijk vermeerderen
B
Ongeslachtelijk vermeerderen
C
Vegetatie vermeerderen
D
Vegetariërs

Slide 24 - Quizvraag

Wat is generatief vermeerderen?
A
Geslachtelijk vermeerderen
B
Ongeslachtelijk vermeerderen
C
Generatie vermeerderen
D
Generatie overslaan

Slide 25 - Quizvraag

Zaaien
Scheuren
Enten
Stekken
Vegetatief
Generatief

Slide 26 - Sleepvraag

Hoe noem je dit?
A
Vruchtwisseling
B
Teeltwisseling
C
Gewaswisseling
D
Meerjarenplan

Slide 27 - Quizvraag

Theorie: Teeltplan 
Teeltplan = meerjarenplan met de juiste vruchtwisseling. 

De groentefamilies: 
  • Bladgewassen 
  • Koolgewassen
  • Peulgewassen 
  • Aardappelen
  • Wortelgroente 
  • Vruchtgroente 


Slide 28 - Tekstslide

Waarom is een akkerbouwer verplicht om vruchtwisseling toe te passen?

Slide 29 - Open vraag

Theorie: Vruchtwisseling 
Vruchtwisseling = na elke oogst van een gewas moet er een ander gewas op het stuk grond. 

Omdat: 
- de bodem moe wordt. 
- ziekten en plagen voorkomen. 
- het moet van de overheid. 

Hoe: 
- Door het maken van een teeltplan 

Slide 30 - Tekstslide