Massamedia Kerndoel 3&4

Massamedia

Hoofdstuk 3
Het nieuws

3.1 Nieuwsselectiecriteria
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Massamedia

Hoofdstuk 3
Het nieuws

3.1 Nieuwsselectiecriteria

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Je kan uitleggen welke verschillende criteria een rol spelen bij het selecteren van nieuws.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Selectiecriteria
  • De actualiteit
  • Het bijzondere of uitzonderlijke van een gebeurtenis
  • De nabijheid van het nieuwsfeit
  • De belangstelling van de doelgroep 
  • Commerciële belangen
  • De doelstelling en eigen identiteit van de krant, omroep of zender

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe actueel is de gebeurtenis?

  • Nieuws is 'nieuw' (=actueel) en niet 'oud'
  • Sommig nieuws blijft 'langer actueel' (bijvoorbeeld aanslagen 9/11 en oorlogen)



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een nieuwsbericht dat actueel is op dit moment.

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bijzonder is het?

  • Nieuws moet bijzonder zijn
  • Hoe vreemder, heftiger, erger hoe beter
  • De ene zender vindt dit meer nieuws dan een andere zender



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe dichtbij is het?

  • Hoe dichterbij het nieuws, hoe belangrijker mensen het vinden
  • Herkenbaarheid zorgt ook voor een hogere nieuwswaarde: Ik hoop maar dat zoiets mij niet overkomt



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft de belangstelling
van de lezers/kijkers?


  • Wat is de doelgroep?




  • Commerciële belangen spelen ook een grote rol bij het selecteren van nieuws

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De identiteit van de krant of omroep
Een christelijke krant zal eerder een bericht plaatsen over de paus.

Een linkse krant (zoals de Volkskrant) zal eerder een bericht plaatsen over de armoede 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de krant staat een bericht over een Japanse jongen van 8 jaar die al op de universiteit zit. Door welk nieuwsselectiecriterium staat dit in de krant.
A
het dichtbij is gebeurd
B
het past bij de doelgroep van het reformatorisch dagblad
C
het heel erg bijzonder is

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort niet bij het begrip nieuws selecteren
A
actueel
B
dichtbij
C
populair
D
bijzonder

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom was deze dolfijn in het nieuws?
A
actueel, bijzonder, belangrijk persoon
B
actueel, belangrijk voor de samenleving
C
bijzonder, dichtbij, interessant en actueel
D
actueel, bijzonder, interessant en veraf

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Massamedia

Hoofdstuk 3
Het nieuws

3.2 Betrouwbaarheid

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Je kan uitleggen hoe het referentiekader en selectieve percepetie de betrouwbaarheid van nieuws beïnvloedt.

Je kan drie manieren waarop journalisten proberen betrouwbaar te zijn noemen, uitleggen en herkennen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Selectieve waarneming
Onbewust maak je keuzes in wat je waarneemt.

Je denkt vaak wel dat je alles ziet maar niemand kan alles zien.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je hier?

Slide 19 - Open vraag

Wat je ziet, heeft te maken met je referentiekader; met de manier waarop je naar dingen kijkt
Betrouwbaarheid
Alles wat je ziet, leest en hoort is dus niet altijd betrouwbaar.
Dit heeft te maken met je:
- Selectieve waarneming: Je selecteert onbewust wat je ziet.
- Referentiekader: Alles wat jou heeft gevormd en wat je meeneemt in hoe je over de wereld denkt.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Referentiekader
Jouw referentiekader bepaalt hoe je over dingen denkt.
Wat vinden jullie van:
- Vuurwerk
- Honden
- wonen in de stad
- Zwarte piet
- Cambuur

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zorgen journalisten dan dat ze zo objectief mogelijk zijn?
- een scheiding maken tussen objectief (feiten) en subjectief (meningen)
- hoor en wederhoor toepassen (beide 'kanten' horen)
- meerdere bronnen gebruiken (1 bron is geen bron)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Selectieve perceptie is iemand bewust of onbewust keuzes maakt bij het waarnemen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het referentiekader van iemand bestaat uit uiterlijk, geboorteplaats en geslacht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Objectiviteit is een beschrijving van gebeurtenissen die niet klopt met de werkelijkheid en gekleurd is door een eigen mening.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Massamedia

Hoofdstuk 3 - Het nieuws
3.3 Mediawetgeving

Hoofdstuk 4 - Publieke en commerciële media

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kan uitleggen waarom persvrijheid belangrijk is in een democratie en wat censuur is.
Je kan uitleggen waarom de overheid zich bemoeit met de massamedia.

Je kan het verschil uitleggen tussen de publieke en
commerciële media.
Je kan uitleggen wat het hoofddoel is van commerciële media en welke invloed dat heeft op betrouwbaarheid.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persvrijheid
Artikel 7 geeft journalisten 
persvrijheid. 

Dit artikel zegt dat je mag schrijven 
wat je wilt en het openbaar mag 
maken door het te laten drukken 
of op internet te plaatsen. Zonder dat het 
van tevoren wordt gecontroleerd.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is er in Rusland persvrijheid? (denk aan de video die we eerder keken)

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Censuur
Censuur is het tegenovergestelde 
van persvrijheid. 

Dit betekent dat artikelen van journalisten 
vóóraf gecontroleerd worden. 
De machthebbers bepalen wat er wel 
en niet in de krant of op televisie komt.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is censuur een gevaar voor een democratie?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Overheidsregels

De overheid bemoeit zich met 
massamedia om een aantal redenen: 

  • om de persvrijheid te garanderen
  • om de pluriformiteit in de media te bevorderen
  • om te zorgen voor goede informatievoorziening voor burgers
  • om zich in te zetten voor goede kwaliteit van de media

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies