TH1 - periode 4 - Arm en rijk

Hoofdstuk 3: Arm en Rijk 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: Arm en Rijk 

Slide 1 - Tekstslide

Aan welk gegeven kun je
zien of een land arm is of niet?

Slide 2 - Woordweb

De landen in de wereld kun je indelen in 3 hoofdgroepen

Centrum:            De rijke, vooral westerse landen.
Semiperiferie:    De landen die de laatste twintig jaar een
                             flinke groei hebben doorgemaakt.

Periferie:             De armste landen.




 

Slide 3 - Tekstslide

Drie groepen in de wereld 

Centrum (kgt/th)= landen met de meeste rijkdom en macht


Periferie (kgt/th)= een randgebied: landen die arm zijn en weinig macht 


semiperiferie (kgt/th)= landen die tussen het centrum en de periferie zitten



Slide 4 - Tekstslide

1- Centrum

De landen in het centrum zijn rijk en hebben veel macht.

Deze landen noemen we westerse landen.


Kenmerken van deze landen:

- goed onderwijs

- gezondheidszorg is goed geregeld

- mensen hebben een goed inkomen / veel geld

- de industrie verloopt goed : er worden ingewikkelde producten gemaakt zoals medicijnen en auto's.

Slide 5 - Tekstslide

2- Semiperiferie 


Zitten tussen het centrum en periferie in. Zij zijn onderworpen aan het centrum, maar oefenen macht uit op de periferie. 

Soms zijn het landen die eerst bij de periferie hoorden. 

Dit noem je opkomende landen. 

Slide 6 - Tekstslide

3- Periferie

De landen in de periferie zijn arm. We noemen deze landen ontwikkelingslanden of derdewereldlanden.


Kenmerken:

- mensen werken in de landbouw

- Veel kinderen kunnen niet naar school

- De gezondheidszorg is niet goed geregeld

- Grondstoffen uit deze landen worden verkocht aan landen in het centrum. Bijvoorbeeld goud en koper.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Global shift 
Vroeger was de indeling van de wereld heel duidelijk, maar de indeling is langzaam aan het veranderen. Landen ontwikkelen zich van periferie, naar semiperiferie. Er zijn ook landen die zich ontwikkelen van semiperiferie naar centrum
Het omgekeerde gebeurt ook!!!!
Deze verschuiving noem je global shift

Slide 10 - Tekstslide

wat voor prodcuten gaan er over en weer? 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Ontwikkelingsgraad 
Centrum = Meest ontwikkelde landen/gebieden 

Semiperiferie = Landen die goed bezig zijn (BRICS)

Periferie = Achterblijvers 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Begrippen
bbp: bruto binnelands product
--> totaal aan geld dat een land in een jaar verdiend

bbp per hoofd: het bbp gedeeld door het aantal inwoners in een land.

armoedegrens: hoeveelheid geld die je nodig hebt om te kunnen leven

Slide 15 - Tekstslide

Als we weten hoe laag de armoedegrens ligt, hoe gebruiken we deze dan bij het analyseren van landen op rijkdom/armoede?

Slide 16 - Open vraag

Waarom zegt bbp minder over de rijkdom van het land dan bbp per hoofd?

Slide 17 - Open vraag

Verdeling landen voor W&R
- Jullie hebben een mail gekregen met daarop de duo's en tevens de drie landen voor de opdracht. 
- Bij W&R gaan jullie aan de slag met deze opdracht
in week 2,3 en 4. 
- Bij M&M gaan jullie na deze lessen verder met de opdracht bij M&M en verwerken het in een presentatie met foto's voor de website. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Welk land hoort niet thuis in het rijtje centrum landen?
A
Duitsland
B
China
C
Verenigde Staten
D
Australië

Slide 21 - Quizvraag

Welk land hoor niet thuis in het rijtje BRICS landen?
A
Brazilië
B
Rusland
C
Indonesië
D
Zuid-Afrika

Slide 22 - Quizvraag

Welke uitspraak klopt niet over centrumlanden?
A
Gemiddeld heeft iedereen het goed
B
Gezondheidszorg is sterk ontwikkelt
C
Grote verschillen tussen arm en rijk
D
Hoog percentage aan werkende mensen

Slide 23 - Quizvraag

Welke uitspraak is juist?
A
Centrumlanden hebben perifere landen nodig voor economische doeleinden
B
Perifere landen hebben de centrumlanden nodig voor economische steun
C
Geen van beide uitspraken is juist
D
Beide uitspraken zijn juist

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het BBP ook alweer?

Slide 25 - Open vraag

Als we het hebben over de armoedegrens, waar spreken we dan over?

Slide 26 - Open vraag

Zoek een foto op internet waar je een semiperifeer land duidelijk kunt zien.

Slide 27 - Open vraag

Zoek een foto op internet waar je een centrumland duidelijk kunt zien.

Slide 28 - Open vraag

Centrum
Semiperiferie
Periferie
Volgers
Koplopers
Achterblijvers
Rijk
Ontwikkelingslanden

Slide 29 - Sleepvraag

5 schaalniveaus. 

Welke?

Slide 30 - Tekstslide

 In praktijk lopen de grenzen niet recht.

Slide 31 - Tekstslide

Schaalniveau?

Slide 32 - Tekstslide

Schaalniveau?

Slide 33 - Tekstslide

           Schaalniveau?

Slide 34 - Tekstslide

Schaalniveau?

Slide 35 - Tekstslide

Schaalniveau?

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht voor in de les: 
Stelling: 
Op elk schaalniveau kunnen wij een voorbeeld geven van een verdeling tussen arm en rijk. 

Kunnen jullie dat ook? 
Schrijf de 5 schaalniveaus op en zet er een voorbeeld achter van een verdeling tussen arm en rijk op dat schaalniveau!
timer
5:00

Slide 37 - Tekstslide

Noem de 5 schaalniveaus!

Slide 38 - Open vraag

Noem een voorbeeld van een verdeling tussen arm en rijk op nationaal schaalniveau

Slide 39 - Open vraag

Noem een voorbeeld van een verdeling tussen arm en rijk op mondiaal schaalniveau

Slide 40 - Open vraag

Slide 41 - Tekstslide

Sectoren
Primair -
 
Secundair -
 
Tertiair - 



Landbouw, veeteelt, visvangst, delfstof winning etc. 
Industrie en ambacht
Dienstensector

Slide 42 - Tekstslide