Grammatica - blok 2 - les 2.4 + 2.5 + 2.6

Grammatica- les 2.4 + 2.5 + 2.6 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatica- les 2.4 + 2.5 + 2.6 

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les:
  • Zinnen kunnen verdelen in zinsdelen.
  • De pv + wwg + ond  kunnen vinden.
  • Splitsbare werkwoorden kunnen herkennen.
  • Werkwoorden met 'te' kunnen herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Verdeel de zin in zinsdelen:

Onze kat wil steeds op het aanrecht springen.

Slide 4 - Open vraag

Verdeel de zin in zinsdelen:

Hoeveel geld heb jij gespaard?

Slide 5 - Open vraag

Verdeel de zin in zinsdelen:

De monteur controleert het toerental van de motor.

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Onze kat wil steeds op het aanrecht springen.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk in deze zin?

Onze kat wil steeds op het aanrecht springen.

Slide 9 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Hoeveel geld heb jij gespaard?

Slide 10 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?

Hoeveel geld heb jij gespaard?

Slide 11 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

De monteur controleert het toerental van de motor.

Slide 12 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?

De monteur controleert het toerental van de motor.

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het onderwerp in deze zin?

Onze kat wil steeds op het aanrecht springen.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het onderwerp in deze zin?

Hoeveel geld heb jij gespaard?

Slide 16 - Open vraag

Wat is het onderwerp in deze zin?

De monteur controleert het toerental van de motor.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de PV?

Onze leraar Nederlands deelt straks de woordenboeken uit.

Slide 19 - Open vraag

Wat is het WWG?

Onze leraar Nederlands deelt straks de woordenboeken uit.

Slide 20 - Open vraag

Wat is het ond.?

Onze leraar Nederlands deelt straks de woordenboeken uit.

Slide 21 - Open vraag

Verdeel in zinsdelen.

Onze leraar Nederlands deelt straks de woordenboeken uit.

Slide 22 - Open vraag

Hoeveel zinsdelen zijn er in deze zin?

Onze leraar Nederlands deelt straks de woordenboeken uit.

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Wat is de PV?

De hond ligt in zijn mand te slapen.

Slide 25 - Open vraag

Wat is het WWG?

De hond ligt in zijn mand te slapen.

Slide 26 - Open vraag

Wat is het ond.?

De hond ligt in zijn mand te slapen.

Slide 27 - Open vraag

Verdeel de zin in zinsdelen.

De hond ligt in zijn mand te slapen.

Slide 28 - Open vraag

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin?

De hond ligt in zijn mand te slapen.

Slide 29 - Open vraag

Maken Grammatica - blok 2 - 2.4 + 2.5 + 2.6
timer
10:00


Klaar?
  • ander huiswerk
  • anderen helpen met de les.
  • cody cross

Slide 30 - Tekstslide

Afsluiting
  • Doelen herhalen
  • Huiswerk: les 2.4 + 2.5 + 2.6  afmaken
  • Volgende les: les 2.7 lijdend voorwerp
  • Lezen Borealis - start voorlezen

Slide 31 - Tekstslide

Opstromen

Slide 32 - Tekstslide

Verdeel in zinsdelen.

Onze patatboer maakt echte verse frieten.

Slide 33 - Open vraag

Wat is het wwg?

Onze patatboer maakt echte verse frieten.

Slide 34 - Open vraag

Wat is het onderwerp?

Onze patatboer maakt echte verse frieten.

Slide 35 - Open vraag

Lijdend voorwerp: wie/wat + gezegde + ond.
wie/wat maakt onze patatboer?

Onze patatboer maakt echte verse frieten.

Slide 36 - Open vraag

zet onder elkaar: pv + wwg + ond

De leeuw verslindt de gazelle.

Slide 37 - Open vraag

Is er een lijdend voorwerp? Zo ja, wat is het?

De leeuw verslindt de gazelle.

Slide 38 - Open vraag

Is er een lijdend voorwerp? Zo ja, wat is het?

Het warme vlees smaakt prima.

Slide 39 - Open vraag

Is er een meewerkend voorwerp? aan / voor wie?

De directeur gaf de scholieren huiswerkvrij.

Slide 40 - Open vraag