Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Naamvallen intro der- en ein-groep
Ein-groep + der-groep
Naamvallen
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Ein-groep + der-groep
Naamvallen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
STAP 1
STAP 1: Bepaal of het woord waarvan je de uitgang zoekt in de EIN- of der DER-groep zit.
Slide 3 - Tekstslide
woorden DER-groep
der
die
das
dies-
jed-
jen-
manch-
solch-
welch-
all-
Slide 4 - Tekstslide
woorden EIN-groep
ein + kein
mein-
dein-
sein-
ihr-
unser-
euer/eure
ihr-
Ihr-
Slide 5 - Tekstslide
bij welke groep hoort: mein?
A
der-groep
B
ein-groep
Slide 6 - Quizvraag
bij welke groep hoort: manch?
A
der-groep
B
ein-groep
Slide 7 - Quizvraag
Bezittelijke voornaamwoorden horen bij de
A
der-groep
B
ein-groep
Slide 8 - Quizvraag
Bij welke groep hoort de vertaling van het woord "geen"?
A
der-Gruppe
B
ein-Gruppe
Slide 9 - Quizvraag
STAP 2
Bepaal of het bijbehorende zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk, onzijdig of meervoud is.
Slide 10 - Tekstslide
D..... Cousin
A
der
B
die
C
das
Slide 11 - Quizvraag
D... Großmutter
A
der
B
die
C
das
Slide 12 - Quizvraag
D.... Bier
A
der
B
die
C
das
Slide 13 - Quizvraag
STAP 3
Kijk of de naamval wordt bepaald door een voorzetsel.
Slide 14 - Tekstslide
voorzetsels met een vaste naamval:
3e: aus, bei, mit, nach, seit, von, zu
4e: durch, für, gegen, ohne, um
Slide 15 - Tekstslide
Sie geht mit d____ Kind zur Schule.
A
ein
B
das
C
dem
D
die
Slide 16 - Quizvraag
Aus d___ Mädchen (o) wird bestimmt was!
A
die
B
das
C
dem
D
die
Slide 17 - Quizvraag
Ohne sein___ Frau ist der Mann unglücklich.
A
sein
B
seine
C
seiner
D
seinem
Slide 18 - Quizvraag
Durch d___ Stau (m) sind wir zu spät.
A
der
B
die
C
den
D
dem
Slide 19 - Quizvraag
STAP 4
Kijk of de naamval wordt bepaald door een werkwoord met een vaste naamval.
1e: sein, bleiben, werden
3e: danken, gefallen, gehören, gelingen, glauben, gratulieren, helfen, passen en schmecken
4e: fragen, bitten, es gibt, kosten, interessieren
Slide 20 - Tekstslide
Ich danke d___ Frau.
A
die
B
der
C
das
D
dem
Slide 21 - Quizvraag
Sie glaubt ihr__ Freund nicht!
A
ihr
B
ihren
C
ihrem
D
ihres
Slide 22 - Quizvraag
Ich bitte d___ Kind damit auf zu hören.
A
der
B
die
C
das
D
dem
Slide 23 - Quizvraag
STAP 5
Als er geen voorzetsels of werkwoorden in staan die de naamval bepalen:
Bepaal de naamval van het zinsdeel door te ontleden (OW/MV/LV))
Slide 24 - Tekstslide
Sie will ein___ Salat (m) bestellen.
A
ein
B
einen
C
eine
D
einem
Slide 25 - Quizvraag
Ich habe es sein___ Schwester gegeben.
A
seine
B
sein
C
seiner
D
seinem
Slide 26 - Quizvraag
Sie gibt d___ Kind ein Eis.
A
der
B
die
C
dem
D
das
Slide 27 - Quizvraag
D___ Leute (mv)
kaufen
ein__ Tasche (v)
A
Der, eine
B
Das, eine
C
Die, eine
D
Die, ein
Slide 28 - Quizvraag
ENDE
Slide 29 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Klas 3 les 2 schooljaar 2024-2025
July 2025
-
24 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
3TL periode 2 les 15
July 2025
-
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
3TL periode 2 les 14
July 2025
-
22 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
3TL periode 1 les 17
July 2025
-
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
De grote kennisquiz
August 2024
-
44 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Quiz!
herhaling grammatica Kapitel 5
July 2025
-
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3TL periode 1 les 15 en 16
July 2025
-
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
2TL periode 2 les 14
July 2025
-
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1