De Grieken en Romeinen M&M

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

De tijd van Grieken en Romeinen

  • instructie
  • video kijken
  • Opdracht: welk woord weg
  • Opdracht nakijken
  • afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Waarom leren we eigenlijk nog over de Grieken en Romeinen?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

video
Zie je overeenkomsten met moderne soldaten?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

video
Zie je overeenkomsten met moderne soldaten?

Slide 9 - Tekstslide

Rome
  • 753 v.C. gesticht in (tegenwoordig) Italië.
  • Romeinen veroverden veel gebieden.
  • Rome groeide uit tot het Romeinse rijk.
  • De keizer was de baas.

Slide 10 - Tekstslide

Het bestuur van het rijk

  • De keizer regelde het bestuur.
  • Hij zorgde voor wetten.
  • Liet mensen belasting betalen.
  • Door de belasting kon de keizer soldaten of het aanleggen van wegen betalen.

Slide 11 - Tekstslide

''politiek''
  • wat is dit eigenlijk?
  • Alles wat met het bestuur van een gebied te maken heeft.

Slide 12 - Tekstslide

De grens van het rijk
  • De romeinen veroverden in 50 v.C. het gebied dat nu het zuiden van Nederland is.
  • Hier woonden de Friezen en de Bataven.
  • Romeinen noemden volken zoals de Friezen en Bataven ''Germanen''.

Slide 13 - Tekstslide

Germanen
  • De romeinen voerden oorlogen met sommige Germanen, maar werkten soms ook met ze samen. 
  • Afspraken schreven ze op in verdragen. Soms werden ze zelfs bondgenoten.
  • Als verdediging tegen de Germanen bouwden de Romeinen forten langs de Rijn.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Fort Flevum 

Slide 17 - Tekstslide

Ga naar pagina 48/49/50

Maak opdracht 2 t/m 6.

Slide 18 - Tekstslide

Welk woord weg?
Romeinen                     Grieken                    Jager-verzamelaars

Slide 19 - Tekstslide

Welk woord weg
  • Geef aan welk woord weg kan uit elk rijtje en schrijf op waarom de andere woorden wel bij elkaar passen.
  • Je maakt het alleen.
  • 5 minuten de tijd.
  • Gebruik de leerstof op bladzijde 48/49/50 van je boek.
  • Na de 5 minuten kijken we elkaars opdrachten na.
  • Klaar? Verder met opdracht 2 t/m 6 op bladzijde 48/49/50.

Slide 20 - Tekstslide