5.3 vervolg

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Herhalen 5.3.

- Oefenvragen via LessonUp (dus je moet inloggen).

- Oefenen met samenvatten (optioneel).

- Huiswerk maken (5.3).

Waarom wordt Caesar vermoord?

Oefenen met bronnen

Soldij: 120 denarii per kwartaal. De soldij wordt aangevuld met een aandeel in de buit en met giften. De hogere officieren ontvangen een salaris, geen soldij. Na afloop van een veldtocht ontvangen zij toeslagen.

Julius Caesar, de Gallische Oorlog

1. Lees de bron.
2.  Waarom zijn soldaten trouw aan hun generaal? (Voorbeeld uit de bron).
3. Leg je antwoord uit.

5 minuten de tijd, je mag overleggen.

Waarom was Octavianus/Augustus een goede leider?

Van rust naar val

- Augustus ging dood (14 na Chr.). Hij liet een vredig rijk achter: Pax Romana (1e+2e eeuw). Meer welvaart, meer handel, minder oorlogen, generaals trouw aan keizer.

- Veel andere volken bleven het Romeinse Rijk interessant vinden. Ze waren moeilijk buiten te houden. Bijv. Germanen.

- Grenzen goed verdedigd. Grote forten, of bijv. Muur van Hadrianus.

Te groot Rijk

- Het Rijk werd té groot om te besturen door 1 keizer.

- 395: splitsing Romeinse Rijk (Oost en West).

- Beide delen eigen keizer.

- Oost was rijker dan west.

- West kreeg te maken met invallen van volken, hierdoor verzwakt.

- Vanaf 5e eeuw druk van buiten heel groot.

de Grote Volksverhuizingen

- 410, Goten vallen Rome binnen en plunderen de stad.

- Steeds meer gebieden werden door andere volken binnengevallen.

- Omdat zoveel volken het Rijk binnenvallen: de Grote Volksverhuizingen.

- 476, West-Romeinse keizer afgezet. Germaan werd koning. Einde West-Romeinse Rijk. (Oost door tot 1453).

Huiswerk

Voor volgende week: eerste les.

Af: 5.3 (alle opdrachten bij jouw leerroute).

Tip: maak een samenvatting/mindmap bij 5.3.

Tip: lees alvast 5.4 door.

Oefenen met samenvatten

De leerlingen die graag met deze uitleg mee willen doen/oefenen, moeten vooraan komen zitten.

De leerlingen die zelfstandig gaan werken, moeten achteraan gaan zitten.

Oefenen met samenvatten: hoofdstuk 5.3.

Samenvatten

1. Tekst goed doorlezen.
2. Stel jezelf vragen: wat staat hier? Over wie gaat het? Wanneer speelt dit af? Staan er begrippen in de tekst of belangrijke ontwikkelingen?
3. Onderstreep de belangrijkste zinnen (dus de zinnen met antwoorden op bovenstaande vragen).
4. Schrijf deze zinnen in steekwoorden op. Steekwoorden zijn belangrijk zodat je overzicht houdt.
5. Lees nog één keer deze samenvatting door, heb je nu het belangrijkste uit het stukje tekst gehaald?

Samenvatten tips

Link naar website met informatie en en filmpje: hier.

Tip: via tijd voor geschiedenis kun je de teksten uitprinten. Je kunt dan gemakkelijk een markeerstift pakken en de belangrijkste zinnen markeren.

Denk aan de 5xw+h methode. Wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe?

Laten we gaan oefenen!

Voorstel:

Er zijn 3 tekststukjes. We kunnen er één samen doen.

1. De andere 2 verdeel ik dan over jullie en dan kunnen jullie in groepjes samenvatten.

2. De 3 tekststukjes verdeel ik over jullie en jullie gaan in groepjes samenvatten, ik loop langs voor hulp.