02-06 Grammar chapter 4

Grammar chapter 4
a/an
Gebiedende wijs
Present continuous
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammar chapter 4
a/an
Gebiedende wijs
Present continuous

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les:
- Je kan op correcte wijze de lidwoorden a + an gebruiken.

- Je kan in het Engels de gebiedende wijs maken.

- Je kan in het Engels de present continuous maken.

Slide 2 - Tekstslide

A / An

Slide 3 - Tekstslide

A/An
'a' en 'an' betekenen allebei 'een'.

an apple   = een appel
a book       = een boek

Slide 4 - Tekstslide

A/An
Wanneer je welke gebruikt hangt af van hoe de eerste letter van het volgende woord klinkt.

Eerst volgende letter klinkt als een medeklinker: a
a book, a tree, a bike, a train

Eerst volgende letter klinkt als een klinker: an
an apple, an event, an ugly shirt, an igloo

Slide 5 - Tekstslide

Let op!
Let goed op bij deze woorden:
A university, a uniform     - Hierbij spreek je de 'u' uit als 'joe' dus                                                         gebruik je 'a'.

An hour                                    - Hierbij spreek je de 'h' niet uit dus                                                                 gebruik je 'an'.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit in je eigen woorden:
Wanneer gebruik je 'a' en wanneer gebruik je 'an' en waarom?

Slide 7 - Open vraag

___ book
A
a
B
an

Slide 8 - Quizvraag

___ university
A
a
B
an

Slide 9 - Quizvraag

___ orange
A
a
B
an

Slide 10 - Quizvraag

____ infection
A
a
B
an

Slide 11 - Quizvraag

____ horse
A
a
B
an

Slide 12 - Quizvraag

___ idea
A
a
B
an

Slide 13 - Quizvraag

___ tree
A
a
B
an

Slide 14 - Quizvraag

___ piano
A
a
B
an

Slide 15 - Quizvraag

___ umbrella
A
a
B
an

Slide 16 - Quizvraag

___ desk
A
a
B
an

Slide 17 - Quizvraag

Gebiedende wijs
De gebiedende wijs gebruik je om aan te geven wat iemand moet doen. Dit kan bijvoorbeeld een bevel, advies, aanwijzing of waarschuwing zijn. 

Bijvoorbeeld:
Luister naar je docent!       - Listen to your teacher!
Pas op!                                       - Watch out!
Ruim de tafel op.                   - Clean the table.


Slide 18 - Tekstslide

Hoe maak je gebiedende wijs?
In het Engels maak je de gebiedende wijs door de zin te beginnen met het hele werkwoord

Clean your room.
Put your phone away.
Do your homework.

Slide 19 - Tekstslide

Gebiedende wijs ontkennend
Je kunt de gebiedende wijs ook gebruiken om aan te geven dat iemand iets niet moet doen. In dat geval zet je don't voor het hele werkwoord.

Don't do that!
Don't call me!
Don't forget your homework!

Slide 20 - Tekstslide

Maak een gebiedende wijs bij de volgende situatie:

Je wilt dat iemand ophoud met praten.

Slide 21 - Open vraag

Maak een gebiedende wijs bij de volgende situatie:

De leraar roept dat je niet mag rennen in de gang.

Slide 22 - Open vraag

Maak een gebiedende wijs bij de volgende situatie:

Je vriend struikelt bijna over een tas

Slide 23 - Open vraag

Maak een gebiedende wijs bij de volgende situatie:

je wilt dat je vriend je vanavond belt

Slide 24 - Open vraag

Maak een gebiedende wijs bij de volgende situatie:

Je moeder zegt dat je je kamer moet opruimen.

Slide 25 - Open vraag

Present Continuous

Slide 26 - Tekstslide

Present continuous
Wanneer gebruik je de present continuous?

We are watching tv right now.
I am doing my homework now.
She is talking to him at the moment.

Slide 27 - Tekstslide

Hoe maak je de present continuous?
De present continuous maak je door een soort 'rekensommetje' te volgen. Namelijk: am/is/are + werkwoord + ing

They are helping us.
Thomas is doing the dishes.
We are watching tv right now.

Slide 28 - Tekstslide

Present Continuous
De present Continuous is een werkwoordsvorm die je gebruikt als iets nu op dit moment aan de gang is.

We are watching tv right now.
I am doing my homework now.
She is talking to him at the moment.

Slide 29 - Tekstslide

Hoe maak je de present continuous?
Am/is/are + werkwoord + ing
My mother _______ the house (to clean).

Stap 1. Kijk goed naar het onderwerp en kies am, is of are.
My mother is ____ the house (to clean).

Stap 2. Zet daarachter de -ing vorm van het werkwoord.
My mother is cleaning the house. (to clean)

Slide 30 - Tekstslide

I _____
A
am
B
is
C
are

Slide 31 - Quizvraag

She _____
A
am
B
is
C
are

Slide 32 - Quizvraag

He _____
A
am
B
is
C
are

Slide 33 - Quizvraag

It _____
A
am
B
is
C
are

Slide 34 - Quizvraag

You _____
A
am
B
is
C
are

Slide 35 - Quizvraag

We _____
A
am
B
is
C
are

Slide 36 - Quizvraag

They _____
A
am
B
is
C
are

Slide 37 - Quizvraag

Vul de present continuous is:
We _______ for the bus. (to wait)

Slide 38 - Open vraag

Vul de present continuous is:
The children _____ outside. (to play)

Slide 39 - Open vraag

Vul de present continuous is:
I _____ my homework. (to do)

Slide 40 - Open vraag

Vul de present continuous is:
The teacher _____ us. (to help)

Slide 41 - Open vraag

Vul de present continuous is:
She ____ to us at the moment. (to talk)

Slide 42 - Open vraag

Vul de present continuous is:
I ____ dinner for tonight. (to cook)

Slide 43 - Open vraag

Vul de present continuous is:
They ___ their lunch. (to eat)

Slide 44 - Open vraag

Wat ga je nu doen?
- Ga naar de online leeromgeving
- Ga naar slim stampen (chapter 4)
- Ga de onderdelen leren die je nog het minst goed kent

Slide 45 - Tekstslide