Literatuurgeschiedenis Dautzenberg hoofdstuk 3 De Verlichting

DE ACHTTIENDE EEUW
DE VERLICHTING
les 2
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

DE ACHTTIENDE EEUW
DE VERLICHTING
les 2

Slide 1 - Tekstslide

18de eeuw: Verlichting
  • Paragraaf 20: historische achtergrond: hoe stond Nederland er voor?
  • Paragraaf 21:   Overheersende culturele stroming Verlichting
  • Paragraaf 23:  De Verlichting in de literatuur
  • Paragraaf 24: Justus van Effen > hoeft niet!
  • Paragraaf 26:  Hiëronymus van Alphen
  • Paragraaf 27:  Betje Wolff en Aagje Deken

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 20: historische achtergrond: hoe stond Nederland er voor?
  • In Europa: absolute monarchieën

  • In Nederland: republiek met Staten Generaal: 
  • geen duidelijk centraal gezag; 
  • gewesten gingen hun eigen gang
  • Gouden eeuw is voorbij: economisch en cultureel stelt Nederland niet meer zoveel voor

Slide 3 - Tekstslide

Pruikentijd
-Parijse mode
-Tonen van rijkdom


Slide 4 - Tekstslide

Patriotten en prinsgezinden
  • Einde achttiende eeuw: twee politieke stromingen
  • Patriotten: meer democratie: in 1793 hulp van de Fransen
  • Prinsgezinden: wilden een stadhouder van het huis van Oranje

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Paragraaf 21 De Verlichting
  • Overgang renaissance - Verlichting
  • Mensheid moest verlicht worden door middel van kennis
  • Rationalisme: Tijdperk van de rede
  • Deïsme: wel een opperwezen; maar verering in vorm van godsdienst helpt niet
  • Tolerantie: ieder gelooft op zijn eigen manier
  • Liberalisme: vrijheid van economisch handelen

Slide 7 - Tekstslide

In de Verlichting ging men over veel aspecten anders denken. Wat was geen duidelijk onderwerp in deze tijd?
timer
1:00
A
Godsdienst
B
Samenleving
C
Economie
D
Gevoelsleven

Slide 8 - Quizvraag

Welk element had geen invloed op het ontstaan van de Verlichting
timer
1:00
A
Beeldenstorm: macht kerk werd minder
B
Renaissance; mens centraal
C
Reformatie: het individu was belangrijk
D
Wetenschappelijke revolutie: natuurwetten

Slide 9 - Quizvraag

In de achttiende eeuw is alles op te lossen met het..
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

Hoe noemen we de gedachte waarbij men ervan uitgaat dat alles op te lossen in het met verstand
timer
1:00
A
Reformatie
B
Humanisme
C
Rationalisme
D
Hedonisme

Slide 11 - Quizvraag

Op politiek gebied beschreef Montesqieu de Trias politica. Wat bedoelde hij precies?
timer
1:00

Slide 12 - Open vraag

Wat houdt volkssoevereiniteit in?
timer
1:00
A
De regels van de overheid zijn in het belang van het volk
B
De regels van de overheid stellen alle lagen in de samenleving gelijk
C
De regels van de overheid zijn een afspiegeling van de bijbel
D
De regels van de overheid dienen de machthebbers

Slide 13 - Quizvraag

Op gebied van de economie is vrijheid van economisch handelen belangrijk. Welke term hoort daarbij?
timer
1:00
A
Kapitalisme
B
Liberalisme
C
Communisme
D
Rationalisme

Slide 14 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met 'De samenleving is maakbaar'?

Slide 15 - Open vraag

Wat is Deïsme?

Slide 16 - Open vraag

Wat houdt tolerantie volgens Voltaire in?

Slide 17 - Open vraag

Op welke twee gebieden werd er in de Verlichting vooral gefocust?

Slide 18 - Open vraag

Welke belangrijke beslissing stamt niet uit de periode van de Verlichting
A
Scheiding van kerk en staat
B
Scheiding der drie machten (trias politica)
C
Stemrecht voor mannen
D
Beperking van vorstelijk gezag dmv wetten

Slide 19 - Quizvraag

Optimisme
  • De mens is in wezen goed
  • De mens wordt geboren als een tabula rasa (John Locke)
  • Nature - nurture
  • Onderwijs belangrijk: literatuur gericht op onderwijs
  • Verlichting heeft grote invloed gehad op de latere eeuwen

Slide 20 - Tekstslide

De Verlichting in de literatuur
  • Proza: vernieuwend, nieuwe vormen, nieuwe ideeën,   ruimdenkend
  • Proza: didactisch, het geeft de lezer nieuwe, rationele,   ideeën en opvattingen
  • Poëzie en toneel: neo-classicisme; klassieke regels   opgesteld door Boileau

Slide 21 - Tekstslide

Genres
  • De Encyclopédie
  • Tijdschriften: Justus van Effen
  • Het imaginaire reisverhaal
  • Kinderliteratuur
  • De roman

Slide 22 - Tekstslide

De Encyclopédie
Om de mens kennis te geven, moet er kennis zijn.
Doel: - kennis die er is, samenvatten
lezer info geven
juiste (rationele) weg tonen


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Spectatoriale tijdschriften 1
  • Didactisch/moralistisch: opvoeden en                                           laten zien wat hoort
  • Wetenschap/beeldende/kunst/literatuur/             opvoedkunde/omgangsvormen
  • Eenvoudige stijl:                                                                                           burgers moesten opgevoed worden



Slide 25 - Tekstslide

Spectatoriale tijdschriften 2
  • In Nederland: Justus van Effen 
  • Richt in 1731 De Hollandsche Spectator op
  • Bestreed Hollandse chauvinisme
  • Bestreed calvinistische verzet                                                 tegen toneel en ander vermaak
  • Streed voor gebruik Nederlands in                                                          plaats van Frans

Slide 26 - Tekstslide

Er zijn drie soorten tijdschriften. Welke soort zien we niet in de achttiende eeuw.
A
spectatoriale tijdschriften
B
geleerdentijdschriften
C
religieuze tijdschriften
D
satirische tijdschriften

Slide 27 - Quizvraag

Waar worden de tijdschriften vooral gelezen?

Slide 28 - Open vraag

Waarom was de taal in de tijdschriften eenvoudig?

Slide 29 - Open vraag

In de Hollandse spectator bestreed Justus van Effen
A
het onnodige gebruik van de Franse taal
B
het geroddel in de tijdschriften
C
het schunnige taalgebruik op het toneel
D
de onzin van de ingezonden brieven

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Video

Het imaginaire reisverhaal 1
  • Het imaginaire reisverhaal: een reisverhaal dat nooit heeft     plaatsgevonden
  • Episch-didactisch
  • Doel: de auteur kon in de bezochte landen                               laten zien wat volgens hem wel of niet                                         goed was.



Slide 32 - Tekstslide

Het imaginaire reisverhaal 2
  • Satire: aanval op een systeem door het belachelijk te maken
  • Utopie: de reiziger komt terecht in een ideale wereld (bijv.   zonder armoede, onderdrukking)
  • Robinsonade: persoon overleeft                                               afgezonderd: met gebruik  van de rede                                                  kan de mens alles overwinnen

Slide 33 - Tekstslide

De reize door het Aapenland is vooral een
A
waarschuwing voor de prinsgezinden
B
beschrijving van een avontuurlijke reis
C
satire op de politiek
D
een aanval op de patriotten

Slide 34 - Quizvraag

Robinsonades passen goed in de achttiende eeuw omdat
A
men met de rede moest zien te overleven
B
men graag over de toekomst las
C
men zag hoe de ideale samenleving er uit zag
D
het een ideaalbeeld van de maatschappij gaf

Slide 35 - Quizvraag

Waardoor verliezen de lezers hun interesse in het imaginaire reisverhaal?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Video

De roman 1
  • De roman: nieuwe vorm
  • Personages staan centraal: de gebeurtenissen hebben als   doel de persoon te beschrijven: beschrijving van karakter   en/of ontwikkeling
  • Roman: realistischer: meer tijd- en omgeving beschrijvingen


Slide 38 - Tekstslide

De roman 2
  • Wolf en Deken: Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart =   de eerste Nederlandse roman
  • Briefroman: karakter van de                                                   brievenschrijvers duidelijk
  • Sara Burgerhart:                                                                                                les voor alle jonge meisjes: pas op!

Slide 39 - Tekstslide

De roman in de achttiende eeuw heeft een slechte naam. Hoe komt dat?
A
Ze zijn niet zedelijk genoeg
B
Ze zijn ongeloofwaardig
C
Ze passen niet genoeg in het rationele denken
D
Ze hebben geen meervoudig perspectief

Slide 40 - Quizvraag

Waarom werd de briefroman wel geaccepteerd?

Slide 41 - Open vraag

Wat moesten de lezers leren van de briefroman Sara Burgerhart?

Slide 42 - Open vraag

Slide 43 - Video

Kinderliteratuur 1
  • Optimisme: mens in wezen goed/geboren als tabula rasa
  • John Locke
  • Nurture – nature 
  • Belang van onderwijs:                                                                         kennis verschaffen


Slide 44 - Tekstslide

Kinderliteratuur 2
  • In Nederland: Hieronymus van Alphen (paragraaf 26)
  • Proeve van kleine gedichten voor kinderen: eerste literatuur   voor kinderen
  • Geschreven vanuit het kind: kind                            is     hoofdpersoon
  • Kinderlijke taal
  • Begrijpelijke onderwerpen (spelen)

Slide 45 - Tekstslide