In dit hoofdstuk gaan we ons bezighouden met 2 grammaticale onderwerpen: het sterke werwoord in de tegenwoordige tijd (A-umlaut) en der DER en EIN-Gruppe in de vierde naamval.
We starten met het sterke werkwoord.
Opdracht: maak werkboekoefening 4 Weisst du es noch?
Kijk op de volgende dia naar het uitlegfimpje over de sterke werkwoorden