Toetsquiz Beeldhouwkunst Les 2+3

Wat is de volgorde van gebruikt gereedschap vóór de klassieke oudheid?
A
ijzer, koper, tin, brons, steen
B
steen, koper, tin, brons, ijzer
C
brons, steen, tin, ijzer, koper
D
steen, koper, ijzer, brons, tin
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
KunstBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat is de volgorde van gebruikt gereedschap vóór de klassieke oudheid?
A
ijzer, koper, tin, brons, steen
B
steen, koper, tin, brons, ijzer
C
brons, steen, tin, ijzer, koper
D
steen, koper, ijzer, brons, tin

Slide 1 - Quizvraag

Welke naam hoort bij dit beeld
A
Venus van Milo
B
de Discuswerper
C
Venus van Willendorf
D
Parthenon

Slide 2 - Quizvraag

Welke periode kenmerkt zich met kunst volgens wiskundige regels, zoals symmetrie en verhoudingen?
A
Steen, brons en ijzertijd
B
Klassieke Oudheid
C
Middeleeuwen
D
Renaissance

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een pièta?
A
Beeld dat staat voor vruchtbaarheid
B
Beeld met magische functie voor de jacht
C
Beeld van Maria met Christus op haar schoot
D
Beeld van David en Goliath

Slide 4 - Quizvraag

Wat was het verschil tussen de David van Donatello en Michelangelo?
A
Michelangelo marmer, Donatello van brons
B
Michelangelo maakte helemaal geen David
C
De slinger en steen zijn omgedraaid
D
Davids neus was groter bij Michelangelo

Slide 5 - Quizvraag

Wat speelde in de tijd van de renaissance een belangrijkere rol?
A
religie
B
natuur
C
wetenschap, kennis en cultuur uit de oudheid
D
Griekse helden en goden

Slide 6 - Quizvraag

Waarom maakten kunstenaars hun beelden niet meer zelf in periode van maniërisme?
A
men hoorde zich niet in te spannen
B
beeldhouwers wilden graag leerlingen het vak leren
C
beel van alle kanten zien was mooier
D
beelden waren te groot

Slide 7 - Quizvraag

Fontein van de Vier Rivieren, bestaande uit een zuil uit oude Egypte met een duif. De duif is symbool voor..
A
vrede
B
de paus die opdracht gaf
C
vrijheid
D
de bijnaam van de kunstenaar

Slide 8 - Quizvraag

Wat kenmerkt beelden in de barok periode?
A
realistisch en natuurlijk
B
groots en dramatisch
C
abstract en simpel
D
helden en goden

Slide 9 - Quizvraag

Uit welk periode komt dit beeld?
A
Rococo
B
Impressionisme
C
Neo-classicisme
D
20e eeuw

Slide 10 - Quizvraag

Welke 'regels' zijn er in de 20e eeuw op kunstgebied?
A
Moet betekenis hebben
B
Zeer natuurgetrouw
C
Alles kan, alles mag
D
Goede materialen

Slide 11 - Quizvraag