maandag 6 december

Wie zoekt zal vinden
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Wie zoekt zal vinden

Slide 1 - Tekstslide

Seating plan
Georgina-Hazel E
Rei-Keita
Oskar-Cila-Georgina
Kevin-Aaron
Tanay-Seung-Gun
Rodrigo-Daria
Amy-Hazel R

Slide 2 - Tekstslide

Schema vandaag
Practise speaking and listening.
Work in pairs, one group of 3. 
Quizlet woordenlijst
Quiz lessonup
More social media

Slide 3 - Tekstslide

Spreken-basic conversation
Je leert wat je moet zeggen in een sociale ontmoeting. You learn what to say in a social setting.
Bijvoorbeeld:
Wat zeg je als je iemand op straat ziet?
En als iemand jarig is?
En als iemand ziek is?

Slide 4 - Tekstslide

Phase 1
https://nt2taalmenu.nl/nt2-a1-spreken-les1/

Every oefening (exercise) has 8 or 10 multiple choice questions. Practise speaking the sentences together. 

Slide 5 - Tekstslide

Phase 2
Je oefent je mening geven. Je leert ook een mening vragen.
Vaak moet je uitleggen waarom je iets vindt. Daarom leer je zinnen maken met "omdat".
You practise how to give your opinion in Dutch. You also learn how to ask for an opinion. Often you need to explain why you have that opinion. That's why you learn to use the word omdat (because).


Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld:

– Wat vind je van roken?
 – Ik vind dat roken verboden moet worden.
– Waarom?
– Omdat roken niet gezond is.



https://nt2taalmenu.nl/nt2-a2-spreken-een-mening-geven/

Slide 7 - Tekstslide

Read the text and do the exercises up to oefening 4. Practise the speaking out loud. So, for example
Het antwoord is: wat vind jij van deze cursus?
Done?
Create a dialog together and practise saying the sentences to each other.

Slide 8 - Tekstslide

Quizlet woordenlijst
https://quizlet.com/_apeqbb?x=1jqt&i=3klu0p

Let's read the words together. 

Slide 9 - Tekstslide

Task
Practise the words in the wordlist
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Quizzz social media

Slide 11 - Tekstslide

Wie heeft Google gemaakt?
A
Mark Zuckerberg
B
Sergey Brin en Larry Page
C
Steve Jobs
D
Mr. Google

Slide 12 - Quizvraag

Wat vind je van Snapchat?
(mening)
A
Heel goed
B
Heel slecht
C
leuk
D
Gebruik ik niet

Slide 13 - Quizvraag

Hoe lang bestaat sociale media al?
A
40 jaar
B
50 jaar
C
20 jaar
D
60 jaar

Slide 14 - Quizvraag

Wat was het eerste social media platform?
A
Myspace
B
Facebook
C
Youtube
D
Six degrees

Slide 15 - Quizvraag

Wie heeft de meeste volgers op Tiktok?
A
Addison Rae
B
Dixie D'Amelio
C
Charlie D'Amelio
D
Khaby.lame

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel volgers heeft Ariane Grande op Instagram?
A
3 miljoen
B
10 miljoen
C
280 miljoen
D
352 miljoen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een goede schermtijd?
(mening)
A
1-3 uur
B
3-5 uur
C
6-7 uur
D
8+ uur

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een gezonde schermtijd?
(feit)
A
4-6 uur per dag
B
2-3 uur per dag
C
1-2 uur per dag
D
zoveel als je wilt

Slide 19 - Quizvraag

Hoe kun je je schermtijd verminderen?
(multiple answers possible)
A
Adblock
B
Meer Minecraft spelen
C
Gebruik geen apparaat
D
Stel een limiet voor jezelf

Slide 20 - Quizvraag

Create a sentence with the words from the new wordlist.

Slide 21 - Open vraag

Task
Create 3 sentences with the words from the new word list. Make sure you conjugate the verb correctly. 

Slide 22 - Tekstslide

Wat zijn media?

  • Media is het meervoud van medium
  • Media zijn communicatiemiddelen om boodschappen te verzenden
  • Meestal naar een groot publiek, je spreekt dan van massamedia
  • Je hebt media die eenzijdig communiceren (krant, televisie, radio, film),
  • maar je hebt ook media die meerzijdig communiceren (sociale media)

Slide 23 - Tekstslide


Wat zijn sociale media?

Social media (vert.: sociale media) is de Engelse verzamelnaam voor alle websites, apps en platforms waarbij de gebruikers (en niet een redactie) zelf de inhoud maken.

Slide 24 - Tekstslide


Kenmerken van sociale media

  • online platformen en massacommunicatie
  • werken meestal via apps
  • de gebruikers maken de inhoud, vaak met weinig controle door het platform
  • veel interactie tussen de gebruikers
  • meestal miljoenen gebruikers

Slide 25 - Tekstslide


Voordelen van sociale media

  • meestal leuk, eenvoudig en gratis in gebruik
  • je leert makkelijk nieuwe mensen kennen en je kunt soms zelfs beroemd worden!
  • de wereld wordt 'kleiner': je leert veel over andere delen in de wereld
  • snel en makkelijk verspreiden van nieuws
  • het biedt vrijheid van meningsuiting en persvrijheid als dit niet is toegestaan


Slide 26 - Tekstslide


Nadelen van sociale media

  • bedreiging, afpersing en online pesten kan voorkomen
  • het kan té anoniem zijn
  • Verschil tussen "Wat is waar? en "Wat is nepnieuws?" is soms onduidelijk
  • Privacy is soms in gevaar
  • Platforms verdwijnen vaak weer binnen een paar jaar
  • het kan verslavend zijn (fear of missing out)


Slide 27 - Tekstslide

Wat zijn de functies van media?

  • Informatie (bijvoorbeeld: Het Journaal)
  • Educatie (bijvoorbeeld: SchoolTV)
  • Meningsvorming (bijvoorbeeld: De Wereld Draait Door)
  • Amusement of vermaak (bijvoorbeeld: Ik hou van Holland)
  • Reclame

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide