Open avond les Engels

• English idioms
• Middelbare school
• Basisschool
• vmbo lwoo
• Groep 1
• Leerjaar 1

Welcome to English class

I will be your teacher today! 

Today's lesson 

Learning about idioms

 

Do you know what an idiom is or have you heard of idioms before? If yes, write one idiom either in Dutch or in English.

It's a figure of speech!

• Idiomen zijn uitdrukkingen die een figuurlijke betekenis hebben. Idiomen betekenen niet precies wat de woorden zeggen, maar hebben verborgen betekenissen.  

• Idiomen kunnen over verschillende thema's gaan, zoals het weer, emoties, dieren enzovoort. 

• Idiomen worden anders gebruikt in de hele wereld. Een uitdrukking wat in het Nederlands gebruikt wordt, hoeft niet letterlijk dezelfde vertaling in het Engels te hebben en andersom. Denk aan "Nu komt de aap uit de mouw". Dat wordt dan letterlijk "Now comes the monkey out of the sleeve :S.  

Some examples of idioms 

Let's practice

Exercise 1: 

Je krijgt zo 4 uitdrukkingen in een zin te zien. Kijk goed naar de zin en omcirkel de juiste betekenis wat bij dat idioom hoort. 

It was raining cats and dogs outside, so I wore my rain boots and packed an umbrella.

1. Het regende amper.
2. Het regende heel erg.
3. Honden en katten vielen letterlijk uit de hemel.
4. Geen van alle.

I was feeling under the weather when I woke up with a stuffy nose and cough.

1. Ik voelde me goed.
2. Ik zat onder een wolk.
3. Ik voelde me ziekjes.
4. Geen van alle.

I think we have done enough work today, I am feeling tired now, let’s call it a day.

1. Stoppen met werken.
2. Doorgaan met werken.
3. De dag doornemen.
4. Geen van alle.

Jim and Jane had over 200 guests at their wedding when they tied the knot.

1. Touwen aan elkaar vastknopen.
2. Schoenveters knopen.
3. Met elkaar trouwen.
4. Geen van alle.

Exercise 2: 

Match the idioms to its Dutch translation

The apple doesn’t fall far from the tree.

Time flies.

To let sleeping dogs lie.

There’s no smoke without a fire.

Taste of your own medicine.

De appel valt niet ver van de boom.

De tijd vliegt.

Geen slapende honden wakker maken.

Waar rook is, is vuur.

Koekje van eigen deeg.

Exercise 3: 

Memory card game

Have a great day!