- Verschil tussen autonome en animale zenuwstelsel
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Verschillende prikkels
Zintuigen zetten prikkels (verandering in omgeving)
om in impulsen.
Prikkels zijn niet altijd even sterk, hoe gaat je zenuwstelsel daar mee om?
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat er gebeurt als er gewenning optreedt.
Slide 5 - Open vraag
Prikkel > impuls
De sterkte van de impuls is altijd gelijk, alleen de frequentie wisselt.
Slide 6 - Tekstslide
Bewuste reacties
Normale route:
1. Zintuig
2. Sensorische zenuwcel
> Ruggenmerg
3. Schakelcellen
> Hersenen
4. Schakelcellen
> Ruggenmerg
5. Motorische zenuwcel
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Reflexen
Route bij reflexen (reflexboog):
1. Zintuig
2. Sensorische zenuwcel
> Ruggenmerg
3. Schakelcellen
> Hersenen
4. Schakelcellen
4. Motorische zenuwcel
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Onderdelen zenuwstelsel
Gebruik BINAS 88B
Je wist al:
Zenuwstelsel bestaat uit:
- centraal
- perifeer
Indeling op plaats in het lichaam
Slide 11 - Tekstslide
Autonome zenuwstelsel
Autonome te verdelen in:
- actief zijn (ortho-)
- rust en herstel (para-)
Slide 12 - Tekstslide
Indeling op functie
Bewuste reacties door animale zenuwstelsel
(maar ook reflexen).
Onbewuste processen door autonoom zenuwstelsel.
(werking van organen)
Slide 13 - Tekstslide
In welk deel van de hersenen ligt het centrum dat de hartslagfrequentie regelt en via welk deel van het autonome zenuwstelsel wordt de hartslag verlaagd?