Programmeren en toepassen: Leer de basis van programmeren kennen!

Programmeren en toepassen: Leer de basis van programmeren kennen!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programmeren en toepassen: Leer de basis van programmeren kennen!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun jij het begrip programmeren uitleggen en toepassen

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les
Wat weet jij al over programmeren en toepassen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is programmeren?
Programmeren is het schrijven van code om een computer instructies te geven

Slide 4 - Tekstslide

Definieer het begrip programmeren en laat enkele voorbeelden zien
Waarom leren programmeren?
Programmeren is belangrijk omdat het ons helpt creatieve oplossingen te bedenken voor problemen en ons in staat stelt om nieuwe technologieën te maken

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijf waarom het leren van programmeren belangrijk is
Basisbegrippen programmeren
Variabelen, functies en loops zijn enkele basisbegrippen van programmeren

Slide 6 - Tekstslide

Leg enkele basisbegrippen uit en laat voorbeelden zien
Programmeeromgevingen
Programmeeromgevingen zoals Scratch en Python bieden een platform om te oefenen met programmeren

Slide 7 - Tekstslide

Beschrijf enkele veelgebruikte programmeeromgevingen en laat zien hoe ze werken
Programmeeruitdaging
Los een programmeeruitdaging op met behulp van de basisbegrippen die je hebt geleerd

Slide 8 - Tekstslide

Geef een programmeeruitdaging en laat studenten deze oplossen. Zorg voor voldoende begeleiding
Toepassingen programmeren
Programmeren wordt gebruikt in veel verschillende toepassingen, zoals websites, games en mobiele apps

Slide 9 - Tekstslide

Laat enkele toepassingen zien waarbij programmeren wordt gebruikt
Programmeerproject
Werk aan een programmeerproject waarin je de basisbegrippen toepast en een praktische toepassing maakt

Slide 10 - Tekstslide

Geef een programmeerproject waarin studenten de basisbegrippen kunnen toepassen en werk hieraan gedurende de rest van de les of als huiswerk
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.