Anticonceptie: Bescherm jezelf en je partner

Anticonceptie: Liever (nog) niet zwanger?
Boek 5. Pagina 26.
www.LessonUp.com
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Anticonceptie: Liever (nog) niet zwanger?
Boek 5. Pagina 26.
www.LessonUp.com

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van deze les
Aan het eind van deze les weet je wat anticonceptie is, welke anticonceptiemiddelen er zijn, hoe ze werken en hoe je ze gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de studenten wat ze kunnen verwachten van deze les.
Wat weet je al over anticonceptie?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is anticonceptie?
Anticonceptie zijn methoden die een zwangerschap proberen te vermijden.

Slide 4 - Tekstslide

Leg kort uit wat anticonceptie is.
Hoe werken anticonceptie?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werken anticonceptiemiddelen?
Anticonceptiemiddelen werken op verschillende manieren, zoals het blokkeren van zaadcellen of het voorkomen van de eisprong.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit hoe anticonceptiemiddelen werken.
Welk anticonceptie?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hormoonspiraal (of ‘spiraaltje’)
• Klein plastic voorwerp dat je arts of gynaecoloog in je baarmoeder plaatst.
• Bevat een hormoon (progestageen), dat ervoor
   zorgt dat:
    - Zaadcellen niet meer door het slijm van de
        baarmoederhals geraken.
   - Een bevruchte eicel zich niet in de slijmvliesbekleding van de baarmoeder kan nestelen.
• Is 3 tot 5 jaar werkzaam.
• Je menstruatie kan je niet zelf regelen.
• Je bent niet beschermd tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk anticonceptie?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mannencondoom
• Hoesje voor over de stijve penis
• Te gebruiken wanneer je seks hebt
• Je bent wel beschermd tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk anticonceptie?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

•Vrouwencondoom
• Zakje dat je in de vagina inbrengt.
• Te gebruiken wanneer je seks hebt.
• Je bent wel beschermd tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk anticonceptie?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hormonaal implantaat (of ‘staafje’)
• Staafje dat onder de huid in je bovenarm wordt
geplaatst.
• Bevat hormonen (progestageen) die ervoor
zorgen dat:
- je geen eisprong meer hebt.
- zaadcellen niet meer door het slijm van de
baarmoederhals geraken.
- een bevruchte eicel zich niet in de slijmvliesbekleding van de baarmoeder kan nestelen.
• Beschermt 3 jaar tegen zwangerschap.
• Je menstruatie kan je niet zelf regelen.
• Je bent niet beschermd tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk anticonceptie?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

•Anticonceptiepil (of ‘de pil’)
• Klein pilletje of tabletje dat je inslikt.
• De gewone pil of ‘combinatiepil’ bevat twee
hormonen (progestageen en oestrogeen) die
ervoor zorgen dat:
- er geen eisprong meer plaatsvindt.
- zaadcellen niet meer door het slijm van de
baarmoederhals geraken.
- een bevruchte eicel zich niet in de slijmvliesbekleding van de baarmoeder kan nestelen.
• Je neemt de pil dagelijks in, op hetzelfde tijdstip.
• Je menstruatie kan je zelf regelen.
• Je bent niet beschermd tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kan je de pil verkrijgen?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welk anticonceptie?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Prikpil
• Inspuiting met vrouwelijk geslachtshormoon.
• Bevat hormonen (progestageen) die ervoor
zorgen dat:
- er geen eisprong meer plaatsvindt.
- zaadcellen niet meer door het slijm van de
baarmoederhals geraken.
- een bevruchte eicel zich niet in de slijmvliesbekleding van de baarmoeder kan nestelen.
• Je krijgt om de 3 maanden een inspuiting.
• Je menstruatie kan je niet zelf regelen.
• Je bent niet beschermd tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk anticonceptie?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Koperspiraal (of ‘spiraaltje’)
• Klein plastic voorwerp met koperdraad
eromheen dat je dokter of gynaecoloog
in je baarmoeder plaatst.
- Koper is giftig voor de zaadcellen.
Daardoor zijn ze niet of nauwelijks in
staat om een eicel te bevruchten.
- Koper maakt het slijmvlies van de baarmoeder ongeschikt voor innesteling van
een bevruchte eicel.
• Is 5 tot 10 jaar werkzaam.
• Je menstruatie kan je niet zelf regelen.
• Je bent niet beschermd tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk anticonceptie?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vaginale ring (of ‘anticonceptiering’)
• Kleine plastic ring die je in je vagina inbrengt.
• Bevat hormonen (progestageen en oestrogeen)
die ervoor zorgen dat:
- er geen eisprong meer plaatsvindt.
- zaadcellen niet meer door het slijm van de
baarmoederhals geraken.
- een bevruchte eicel zich niet in de slijmvliesbekleding van de baarmoeder kan nestelen.
• Je brengt elke maand een nieuwe ring in.
• Je menstruatie kan je zelf regelen.
• Je bent niet beschermd tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk anticonceptie?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Anticonceptiepleister (of ‘pleister’)
• Pleister die je op je huid kleeft.
• Bevat hormonen (progestageen en oestrogeen)
die ervoor zorgen dat:
- er geen eisprong meer plaatsvindt.
- zaadcellen niet meer door het slijm van de
baarmoederhals geraken.
- een bevruchte eicel zich niet in de slijmvliesbekleding van de baarmoeder kan nestelen.
• Je brengt elke week een nieuwe pleister aan.
• Je menstruatie kan je zelf regelen.
• Je bent niet beschermd tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naast deze anticonceptiemiddelen bestaan er
nog enkele anticonceptiemethodes. Die zijn echter niet betrouwbaar. Daarom vermelden we ze
niet in de tabel met anticonceptiemiddelen.
Het gaat hier om:

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Coïtus interruptus of voortijdig terugtrekken
Bij deze methode trekt de man de penis terug uit
de vagina voor hij klaarkomt, om zo een zwangerschap te voorkomen. Hij komt dus niet in de
vagina klaar.
Deze methode is niet betrouwbaar:
• Een orgasme is meestal zo overweldigend of
zo snel en onverwacht, dat het bijzonder moeilijk is om op tijd, voor het eerste spermaverlies,
terug te trekken.
• Als de man vlak bij de vagina klaarkomt, kunnen
zaadcellen soms toch tot in de vagina geraken.
• Een man verliest vaak ook al voorvocht voordat
hij een zaadlozing krijgt. In dit voorvocht kunnen ook zaadcellen zitten.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke anticonceptie zonder hormonen
Niet vrijen als je vruchtbaar bent. Daar komt
natuurlijke anticonceptie of anticonceptie zonder
hormonen op neer. Om te achterhalen wanneer
je vruchtbaar bent kan je volgende methodes
gebruiken: 
- je cyclus berekenen met de kalendermethode, 
- je temperatuur meten, de textuur en
- hoeveelheid vaginale afscheiding bepalen, ochtendurine testen. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soorten anticonceptie
Middelen met hormonen:
pil, pleister, vaginale ring, noodpil,...
Barière middelen:
condoom, vrouwencondoom
sterilisatie:
bij mannen en vrouwen.

Slide 29 - Tekstslide

Noem enkele van de meest bekende anticonceptiemiddelen.

Slide 30 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een noodpil?

Slide 32 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Noodpil
Is een pil die je neemt na risicocontact.
Zo snel mogelijk (binnen de 5 dagen)
Vrij te krijgen in de apotheek.
(zonder doktersvoorschrift)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is double dutch?

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Double Dutch
Dubbele bescherming.
Meisje: hormonaal voorbehoedsmiddel.
Jongen : condoom.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Testje over anticonceptie.
Staat op smartschool.
vakken - natuurwetenschappen
taken - jouw klas
les 5: liever (nog) niet zwanger.
Indienen in uploadzone onder je klas.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Open Kahoot.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies