3.1 De Eerste Wereldoorlog

H3: Oorlog en crisis
§3.1  De Eerste Wereldoorlog
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

H3: Oorlog en crisis
§3.1  De Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat vier oorzaken van de Eerste Wereldoorlog waren, en hoe het een wereldoorlog werd.
  • Je kunt beschrijven dat de Eerste Wereldoorlog een moderne oorlog was.
  • Je kunt twee redenen noemen waarom Duitsland de oorlog verloor.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de Eerste Wereldoorlog?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Deel 1
Spanningen in Europa

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van de wereldoorlogen
1900-1950

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Europa rond 1900: veel spanningen tussen landen. 


--> Oorzaken WO1

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Nationalisme
= (extreme) trots op eigen volk + eigen land. 

  • Landen wilden groter/machtiger worden.
  • Sommige landen wilden onafhankelijk worden.
  • Andere landen zien als vijand

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Modern imperialisme

= Europese landen willen hun macht uitbreiden in Azië en Afrika (kolonies veroveren en/of uitbreiden). 

  • Ruzies over verdeling kolonies. 
  • Nieuwe staat Dui wil ook koloniën

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Wapenwedloop
= Race om de sterkste bewapening te krijgen 

Door de industrialisatie 
--> meer + sneller wapens maken (= Massaproductie)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Militarisme
= Verheerlijking van het leger

Enthousiast om voor het land te vechten! 

Als er oorlog zou komen, had men daar zin in.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Bondgenootschappen
= Landen beloofden elkaar te helpen in tijden van oorlog 




Welke landen zijn bondgenoten? Let goed op in het filmpje!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bondgenoten
Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Ottomaanse Rijk, Italië (tot 1914)

 
Geallieerden: Engeland, Frankrijk en Rusland.
-> Rusland en Servië bondgenoten

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De aanleiding 
= druppel die de emmer doet overlopen 



28 juni 1914: De kroonprins van O-H werd vermoord door een Bosniër die in Servië woont. Servië krijgt de schuld

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centralen
Geallieerden
Sluit zich in 1915 aan bij de Geallieerden
Stopt in 1917 met deelname aan WO1 vanwege Russische Revolutie
VS
Doet vanaf 1917 mee met WO1

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is nationalisme?
A
Liefde voor een koningshuis
B
Liefde voor een continent
C
Vaderlandsliefde
D
Buurlandsliefde

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een aanleiding?
A
Een gebeurtenis die waarschijnlijk echt is gebeurd.
B
Een gebeurtenis die waarschijnlijk niet echt is gebeurd.
C
Een eerste druppel in de emmer/een start van een reeks gebeurtenissen.
D
Een laatste druppel die de emmer doet overlopen/iets laat escaleren)

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een oorzaak?
A
Gebeurtenissen die leiden naar een verandering/gebeurtenis.
B
Gebeurtenissen die leiden naar oorpijn.
C
Gebeurtenissen die niets gaan doen.
D
Een rechtszaak waar oorpijn wordt onderzocht bij minderjarigen.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem minstens twee oorzaken van de eerste wereldoorlog.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort er bij het begrip militarisme?
A
Kinderen willen zich verkleden als soldaat. Later willen zij ook kunnen vechten!
B
Een politicus wil proberen oorlog te voorkomen.
C
Een schrijver schrijft een boek waar in staat hoe fijn het zou zijn als er geen spanningen of oorlog in de wereld zou zijn.
D
Uit vaderlandsliefde zou een huisvader graag het leger in gaan.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bondgenootschappen ontstaan. Welke twee grote groepen zijn er?
A
De Centralen en de Westerlingen
B
De Centralen en Geallieerden
C
De Middenstand en Westerlingen
D
De Middenstand en Geallieerden

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de aanleiding van de eerste wereldoorlog?
A
Militarisme en bondgenootschappen
B
Bondgenootschappen en nationalisme
C
De moord op de Keizer van Servië.
D
De moord op aartshertog Franz Ferdinand.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet Oostenrijk-Hongarije nadat de laatste troonopvolger van de Keizer is vermoord?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke landen horen bij de centralen?
A
Servië
B
Oostenrijk-Hongarije
C
Rusland
D
Ottomaanse rijk

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er zo speciaal aan de deelname van Italië?
A
Heeft bij de geallieerden en centralen deelgenomen
B
Is neutraal gebleven
C
Heeft alleen deelgenomen bij de Centralen
D
Heeft alleen deelgenomen bij de geallieerden

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wilden de centralen aan het begin graag voorkomen?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Deel 2
De oorlog

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken WO1
  • Wereldoorlog: ook in kolonies gevochten 
  • Oostfront (bij RUS): Centralen zijn sterker
  • Westfront (BE en N. FR): Geallieerden en Centralen zitten muurvast, loopgraven.
  • Nieuwe wapens: gifgas, mijnen, granaten, mitrailleurs, tanks 
    --> veel slachtoffers

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loopgra

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loopgraven
Smerig
Ongedierte
Stank
Honger/dorst

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe wapens

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe wapens

Slide 35 - Tekstslide

Vlieftuigen, tanks, vlammenwerpers, gifgas, vliegdekschepen (en eigenlijk alles wat te maken heeft met luchtvaart). 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soldaten uit de Franse koloniën, waaronder Marokko, vechten in Europa. De man in het
rood is een Franse officier. (Frankrijk, 1914-1918.)

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Deel 3 
Keerpuntjaar 1917

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1917
  • VS sluit zich aan bij oorlog
  • Rusland stapt uit oorlog (revoluties in Rusland zelf)
  • De Duitsers zijn zo zwak geworden na jaren vechten en kunnen het niet meer aan. Tekort aan wapens, soldaten en voedsel.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kindsoldaten van het Duitse leger 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

11 november 1918 om 11.00u: wapenstilstand.

Duitsland geeft zich over. 

Einde Eerste Wereldoorlog. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maar.....
De Duitsers kregen de schuld van de hele oorlog.
Ze moesten een enorm schadebedrag betalen.
De Duitsers voelden zich vernederd.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 
M: §3.1: 2 t/m 10


In memo online 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebeurtenissen na de moord:
1. O-H strafte Servië
2. O-H verklaarde oorlog aan Servië
3. Rus steunde Servië --> maakte leger klaar voor oorlog
4. Dui verklaarde oorlog aan Rus en FR 
5. Dui viel FR aan via België, 4 aug 1914.
--> Start WO1  
6. Eng verklaarde oorlog aan Dui (helpt bondgenoot FR)

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies