De schrijfwijze van getallen

De schrijfwijze van getallen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De schrijfwijze van getallen

Slide 1 - Tekstslide

Je gebruikt letters
  • voor hele getallen van één tot en met twintig: acht, zestien;
  • voor de tientallen tot honderd: dertig, zestigste;
  • voor de honderdtallen tot duizend: vijfhonderd, zevenhonderdste;
  • voor de duizendtallen tot twaalfduizend: tienduizend, vierduizendste;
  • voor de getallen miljoen, miljard, biljoen enzovoort: zeven miljoen (los!), negen miljardste.

Bij grote getallen kun je cijfers en woorden combineren: 345 duizend, 143 miljoen, 8 miljard.

Slide 2 - Tekstslide

Je gebruikt cijfers
  • voor getallen boven de twintig, uitgezonderd de tientallen en honderdtallen: 73 miljoen, de 34e (of 34ste) aflevering, 85 genodigden;

  • voor maten, gewichten, bedragen, telefoonnummers, data, adressen, percentages, rekeningnummers, exacte tijdstippen: 28 meter, 37°C, 4 kilo, € 7,50, 26 mei 1972, Vondelkade 11, 12 procent, om 14.00 uur (als je schrijft 'twee uur' geeft dat een tijdsduur aan).

Slide 3 - Tekstslide

Let op:
  • Schrijf breuken los: twee derde, vijf zeven achtste (maar wel: tweeënhalf), behalve in een samenstelling, dan gaat het om één begrip: driekwartsmaat, tweederdemeerderheid.
  • Als in een zin door toepassing van de regels getallen in cijfers én letters voorkomen, gebruik je beide keren cijfers: Van de 144 flessen in de kist waren er tijdens het transport 6 kapotgegaan
  • Voor grote ronde getallen in een lopende tekst combineer je cijfers en letters: 27 duizend marathonlopers, 112 miljard dollar, 23 duizend kilometer
  • Bij klinkerbotsing krijgen getallen in letters een trema, hoewel het samenstellingen zijn: tweeënhalf.

Slide 4 - Tekstslide

juist of niet juist:

bijna 93 miljoen euro
A
juist
B
niet juist

Slide 5 - Quizvraag

juist of niet juist:

de 395ste voorstelling
A
juist
B
niet juist

Slide 6 - Quizvraag

juist of niet juist:

dertig procent
A
juist
B
niet juist

Slide 7 - Quizvraag

juist of niet juist:

drie-en-een-half
A
juist
B
niet juist

Slide 8 - Quizvraag

juist of niet juist:

drievijfde van de burgers
A
juist
B
niet juist

Slide 9 - Quizvraag

juist of niet juist:

het duurt maar 2 uur
A
juist
B
niet juist

Slide 10 - Quizvraag

juist of niet juist:

om 15.00u precies
A
juist
B
niet juist

Slide 11 - Quizvraag

juist of niet juist:

ongeveer 2/3e deel
A
juist
B
niet juist

Slide 12 - Quizvraag

juist of niet juist:

twintig duizend
A
juist
B
niet juist

Slide 13 - Quizvraag

juist of niet juist:

op 11 november 2014
A
juist
B
niet juist

Slide 14 - Quizvraag

juist of niet juist:

wel 305 koeien
A
juist
B
niet juist

Slide 15 - Quizvraag

Verbeter de fout:
honderd duizend

Slide 16 - Open vraag

Verbeter de fout:
dertig plus kaas

Slide 17 - Open vraag

Verbeter de fout:
het duurt nog zeker 5 uur tot het drie uur is

Slide 18 - Open vraag

Kies de juiste schrijfwijze
A
40°C
B
veertig graden Celsius

Slide 19 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze
A
€ 9,50
B
negen euro vijftig per uur

Slide 20 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze
A
49 %
B
negenenveertig procent

Slide 21 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze
A
3/4e
B
drie kwart
C
driekwart

Slide 22 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze
A
31 augustus
B
eenendertig augustus

Slide 23 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze
A
om 18.00u
B
om zes uur 's avonds

Slide 24 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze
A
groep 8
B
groep acht

Slide 25 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze
A
35 deelnemers
B
vijfendertig deelnemers

Slide 26 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze
A
13 onvoldoendes
B
dertien onvoldoendes

Slide 27 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze:

Hij woonde ... jaar op nummer ...
A
11, 14
B
elf, 14
C
elf, veertien
D
11, veertien

Slide 28 - Quizvraag