LWP WVV Klinische onderzekerheid

Werkveldverdieping
LWP 14490
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Werkveldverdieping
LWP 14490

Slide 1 - Tekstslide

Het kiezen van een onderwerp
Bij het kiezen van een onderwerp ga dan op zoek naar:

Klinische onzekerheid

-altijd praktijkgericht (je hebt er wat aan)
-is vaak goed te onderzoeken (informatie)
-is vaak niet te groot (overzichtelijk)


Slide 2 - Tekstslide

Klinische onzekerheid
Van een klinische onzekerheid is sprake als:

  1. Iedereen wat anders doet: verschil tussen collega, praktijk / school, wat is nu de beste methode (EBP)
  2. Er twijfel is over een bestaande routinematige werkwijze: doen we al jaaaren zo, maar is dat nog wel handig?
  3. Bij de invoering van nieuwe werkwijzen zonder enige onderbouwing: nieuw ECD, maar hebben we dit wel nodig?


Slide 3 - Tekstslide

PICO
Iedereen wat anders doet of er twijfel is over een bestaande routinematige werkwijze of invoering van nieuwe werkwijzen

Deze vertalen naar een beantwoordbare vraag. Dit kan met een PICO
P: probleem / patiënt (problem)
I: interventie (intervention)
C: vergelijking (comparison)
O: uitkomst (outcome)

Slide 4 - Tekstslide

PICO, onderzoeksvraag
P: probleem / patiënt (problem)
I: interventie (intervention)
C: vergelijking (comparison)
O: uitkomst (outcome)

Format te beantwoorden onderzoeksvraag:
Wat is het effect van ..I.. op …O… in vergelijking met ..C.. bij ..P..
Wat is de kans op ..O.. van ..I.. in vergelijking met ..C.. bij ..P..


Slide 5 - Tekstslide

Casus Henk de Haan
Henk de Haan (75) heeft een grote snijwond aan zijn hand opgelopen bij het werken in de tuin. De wond is wel wat vuil. In het ziekenhuis gebruikt men altijd steriele isotone zoutoplossing om wonden te spoelen. De verpleegkundige in de thuiszorg spoelt deze af met ‘gewoon’ leidingwater.

Klinische onderzekerheid: Kun je een wond ook veilig uitspoelen met leiding water ipv een steriele isotone zoutoplossing?


Slide 6 - Tekstslide

Casus Henk de Haan
PICO:
P: patiënt met acute verwonding
I: reinigen met leidingwater
C: reinigen met steriele isotone zoutoplossing
O: meer of minder wondinfectie

VRAAG: Geeft reiniging met leidingwater meer of minder wondinfecties dan reiniging met steriele isotone zoutoplossing bij een acute wond.


Slide 7 - Tekstslide

Mevrouw Goes
Je werkt als verpleegkundige op de afdeling gastro-intestinale chirurgie. Maandagochtend neem je mevrouw Goes (62) op. Zij heeft een coloncarcinoom. Ze is 1,72 meter en weegt 63 kg en heeft verder geen relevante aandoeningen. Dinsdag wordt ze geopereerd waarbij ze de tumor weghalen en de darmdelen weer aan elkaar zetten. Je legt haar uit dat er geen darmvoorbereiding nodig is. Dat vindt ze wel een beetje vreemd, want haar man kreeg 15 jaar geleden allemaal laxeerdrankjes.

Slide 8 - Tekstslide

Mevrouw Goes
Klinische onzekerheid: Mevrouw krijgt geen darmvoorbereiding, waarom niet?
P: patiënt die colectomie ondergaat
I: darmvoorbereiding
C: geen darmvoorbereiding
O: infectie
VRAAG: Wat is de kans op infectie bij patiënt die wel of niet een darmvoorbereiding heeft gehad die een colectomie ondergaat.

Slide 9 - Tekstslide

Mevrouw Goes 2
Na de operatie is mevrouw enorm gemotiveerd om zo snel mogelijk weer fit te zijn. Ze leest online verhalen dat kauwgom en koffie drinken kan helpen bij het postoperatief herstel van de darmfunctie.

Klinische onzekerheid: Mevrouw leest over kauwgom en koffie, zou dat echt helpen?

Slide 10 - Tekstslide

Mevrouw Goes 2
P: patiënt die colectomie ondergaat
I: kauwgom kauwen
C: koffie drinken
O: darmfunctie, herstel
VRAAG: Wat is het effect van kauwgom kauwen op de darmfunctie, in vergelijking met koffie drinken bij een patiënt die een colectomie heeft ondergaan.

Slide 11 - Tekstslide

Mevrouw Goes 3
Ze komt ook vlot uit bed en in beweging, dat doet haar goed. ‘s-Avonds krijgt ze van jouw collega een injectie fraxiparine, om trombose te voorkomen.

Klinische onzekerheid: Wat is het effect an fraxiparine op het risico op trombose bij een postoperatieve patiënt die toch wel actief mobiliseert.

Slide 12 - Tekstslide

Mevrouw Goes 3
P: postoperatieve patiënt die actief mobiliseert en fraxiparine krijgt
I: wel fraxiparine
C: geen fraxiparine
O: risico op trombose

VRAAG: Wat is het effect van fraxiparine op het risico op trombose bij een postoperatieve patiënt die mobiliseert.

Slide 13 - Tekstslide