Les 7 LEFF-training Presenteren

LEFF Training


Les 7 Presenteren
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Leren-lerenMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

LEFF Training


Les 7 Presenteren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les weet je...
  • Welke gedachten ervoor zorgen dat jij blokkeert tijdens het presenteren
  • Hoe je jouw gedachten in kan zetten om over je angst/stress voor het presenteren heen te komen



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik en weekdoelen
Wat weten jullie nog van vorige week?
  • Hoe heb je aan jouw weekdoel gewerkt
  • Heb je je weekdoel behaald
  • Hoe is het de afgelopen week gegaan

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voel jij op het moment dat je een presentatie moet geven?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Presenteren
  • Als er een keer iets gebeurt, waardoor je een vervelende ervaring hebt met presenteren dan kan je denken dat je dit niet kan. 
  • Een bepaalde gebeurtenis kan je onzeker hebben gemaakt. 
  • Hierdoor kun je in een vicieuze cirkel beland zijn en de gedachte hebben ‘ik kan het niet’. 

Slide 5 - Tekstslide

Op school moet je weleens een spreekbeurt of een presentatie geven. Dit kan best spannend zijn. Als er een keer iets gebeurt, waardoor je een vervelende ervaring hebt met presenteren dan kan je denken dat je dit niet kan. Misschien heeft een bepaalde gebeurtenis je onzeker gemaakt. Hierdoor kun je in een vicieuze cirkel beland zijn en de gedachte hebben ‘ik kan het niet’.

Angstgedachten
Stel je nu even voor....
  • Hoe voelt het voor jou om een verhaal voor de klas te houden?
  • Wat zijn de gedachten die jou zenuwachtig maken?


Schrijf dit eerst voor jezelf op in je werkboek. 

Slide 6 - Tekstslide

Een aantal voorbeelden van angstgedachten kunnen zijn:
‘Mijn verhaal is niet goed genoeg’
‘Mijn verhaal is niet interessant’
‘Ik raak mijn tekst kwijt’
‘Ze vinden mij niet leuk of interessant genoeg’
‘Ik kom niet uit mijn woorden’

Vicieuze cirkel

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vicieuze cirkel
  • Deze gedachten blokkeren je. 
  • Ze hebben niks met jou of de inhoud van je verhaal te maken.
  • Ze bepalen wel hoe je daar staat en of je jouw verhaal kunt vertellen op de manier waarop jij dat zou willen. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn verhaal is niet goed genoeg
Achter deze angst zit de gedachte dat je alles moet weten van je onderwerp. 
Hoe realistisch is dat? 
Is dat wel mogelijk, alles weten? 
Het antwoord is: Nee! 

Het is dus niet realistisch om van jezelf te vragen alles te weten.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn verhaal is niet goed genoeg
Als je je goed hebt voorbereid, dan kun je tegen jezelf zeggen: ‘mijn verhaal is goed genoeg’. 
Zou het heel erg zijn als iemand een aanvulling heeft op jouw verhaal?

Als je daar voor open staat en er niet bang voor bent, dan verhoogt dat de betrokkenheid van je publiek.  



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mijn verhaal is niet goed genoeg
Zeg de volgende zinnen tegen jezelf:
‘Ik heb me goed voorbereid’
‘Ik weet waarover ik ga praten’
‘Mijn verhaal is goed genoeg’
‘Aanvullingen zijn welkom’
‘Aanvullingen zorgen voor verbinding’





Maak briefjes met deze gedachtes en hang deze op!
TIP

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ze vinden het niet interessant
Beantwoord de volgende vragen in je werkboek, daarna bespreken we het.
  • Hoe belangrijk is het dat iedereen jouw verhaal interessant vindt?
  • Vind jij alle presentaties van andere interessant?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ze vinden het niet interessant
De kans is groot dat jij ook niet alles van een ander even interessant vindt. 

Stel jezelf dus niet de eis dat iedereen het interessant moet vinden, want dat kan niet. Iedereen heeft andere interesses en dat is maar goed ook.



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ze vinden het niet interessant
Zeg dus tegen jezelf: ‘Niet iedereen hoeft mijn presentatie interessant te vinden.’
  • Laat wel merken waarom jij het leuk vindt
  • Je manier van vertellen en je enthousiasme zorgt voor verbinding
  • De manier waarop je presenteert is minstents net zo belangrijk als de inhoud.  
  • De wisselwerking tussen jou en je publiek zal een goed gevoel geven
  • Maak oogcontact met verschillende mensen en ontwikkel jouw LEF!


Slide 14 - Tekstslide

Zeg dus tegen jezelf: ‘Niet iedereen hoeft mijn presentatie interessant te vinden.’
Zeg ook: Ik laat wel merken waarom ik het leuk vind, want daarmee boei ik mijn publiek. De manier waarop je presenteert is minstents net zo belangrijk als de inhoud. Je manier van vertellen en je enthousiasme zorgt voor verbinding met je publiek en die wisselwerking zal jou een goed gevoel geven. Maak oogcontact met verschillende mensen en ontwikkel jouw LEF! Ervaar eens hoe dit is en wat het met je doet.

De basis van iets vertellen
Bij een presentatie gaat het in de eerste plaats om je gevoel, je enthousiasme

Bedenk daarom eens wat je vertelt aan een vriend(in) als je iets leuks hebt meegemaakt. Hoe vertel je het? 




Slide 15 - Tekstslide

Bij een presentatie gaat het in de eerste plaats om je gevoel, je enthousiasme. Bedenk daarom eens wat je vertelt aan een vriend(in) als je iets leuks hebt meegemaakt. Hoe vertel je het? Dat doe je spontaan. Je hebt de inhoud niet van tevoren bedacht.

De basis van iets vertellen
  • Zou je ook een leuke belevenis aan een groepje kunnen vertellen? 
  • Dit is namelijk de manier om jouw LEF te ontwikkelen.


Ik zal eerst zelf een leuk verhaal vertellen, is er iemand die nu zijn/haar verhaal wil vertellen?

Slide 16 - Tekstslide

Zou je ook een leuke belevenis aan een groepje kunnen vertellen? Dit is misschien enger, maar wat kan er gebeuren? Dit is de manier op jouw LEF te ontwikkelen. Kijk eens hoe het bevalt. Is er iemand uit het groepje die het minder interessant vindt? Hoe erg is dat? Vind jij zelf altijd alles leuk wat een ander te vertellen heeft? Reken je daar iemand meteen op af? Waarschijnlijk niet!

Oefenen
  • Oefen dit de komende tijd in een vertrouwde omgeving en ga het dan beetje voor beetje uitproberen bij mensen die je minder goed kent. 
  • Probeer oogcontact te maken wanneer je praat.  
  • Kijk ook eens goed naar anderen die gemakkelijk voor een groep praten, leer van ze!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik raak mijn tekst kwijt
Wanneer je je tekst kwijtraakt kun je de omkeertechniek gebruiken: 
Je gaat vanuit de ander naar jezelf kijken. 
  • Zoals jij naar andere kijkt, zo kijken zij ook naar jou.
  • Zeg dus tegen jezelf: ‘Het is niet erg als ik even mijn tekst kwijt ben, Ik benoem het en ga weer door.’
  • Zo maak je van tevoren al minder adrenaline aan en verklein je de kans dat je je tekst kwijtraakt. Zo werkt het!

Slide 18 - Tekstslide

Hoe erg is het als iemand anders heel even zijn/haar tekst kwijtraakt? Reken je iemand daarop af? Nee toch?
Hier gebruik je de omkeertechniek: Je gaat vanuit de ander naar jezelf kijken. Zoals jij naar andere kijkt, zo kijken zij ook naar jou.
Zeg dus tegen jezelf:
‘Het is niet erg als ik even mijn tekst kwijt ben, Ik benoem het en ga weer door.’
Als je er op deze manier naar kijkt, dan maak je van tevoren al minder adrenaline aan en verklein je de kans dat je je tekst kwijtraakt. Zo werkt het!

Ze vinden mij niet leuk
  • Deze gedachte heeft de meeste negatieve invloed. 
  • Als je hieraan wil werken dan is het belangrijkste dat de groep waarvoor je spreekt veilig voelt
  • In een werkelijke onveilige groep lachen leerlingen elkaar uit of maken stiekem vervelende opmerkingen. 
  • Hiertegen ben jij in je eentje niet opgewassen. 
  • Het is de taak aan school en de docenten om ervoor te zorgen dat dit verandert. Pas dan kun jij aan je zelfvertrouwen werken.

Slide 19 - Tekstslide

Deze gedachte wordt het minst uitgesproken, maar heeft de meeste negatieve invloed. Voordat je daar aan gaat werken, moet er gekeken worden of de groep waar je voor gaat staan wel veilig is voor jou.
Als dat niet zo is, dan moet je je afvragen waar dat aan ligt.
In een werkelijke onveilige groep lachen leerlingen elkaar uit of maken stiekem vervelende opmerkingen. Hiertegen ben jij in je eentje niet opgewassen. Het is de taak aan school en de docenten om ervoor te zorgen dat dit verandert. Pas dan kun jij aan je zelfvertrouwen werken.

Ze vinden mij niet leuk
Stel dat het wel veilig is en dat jij alsnog denkt ‘ze vinden me stom’. 

Vraag jezelf dan af: 
  • Moet iedereen mij leuk vinden? 
  • Vind jij iedere leerling uit de groep of je klas leuk? 
  • Als jij zelf niet iedereen leuk vindt, dan hoeft toch ook niet iedereen jou leuk te vinden? 
  • Ben je het hiermee eens?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ze vinden mij niet leuk
Zeg dus tegen jezelf: 
'Niet iedereen hoeft mij leuk te vinden, dat is prima!'


Wanneer je je minder druk zal maken of anderen jou wel leuk vinden, zal dit meer rust en zelfvertrouwen geven. Precies wat jij nodig hebt!




Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plankenkoorts
Een speciale vorm van presenteren is een muziek-, dans- of toneelvoorstelling of een sportwedstrijd. Je hebt te maken met hoge verwachtingen en wil presteren. Als je hierin blokkeert is dat een motorische faalangst: plankenkoorts!

Slide 22 - Tekstslide

De gedachten die je kunnen blokkeren zijn bijvoorbeeld:
'Ik maak een fout'
'Ik ga af'
'We gaan verliezen'
'Ik moet laten zien wat ik kan'

Opdracht: Plankenkoorts
Maak de opdracht in je werkboek.


De gedachte het moet perfect kun je beter vervangen door, ‘ik ga NU op mijn best spelen’. Het woord NU moet erbij, omdat je altijd op een ander moment beter kan worden. Het gaat om dit moment!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeleven
  • Je speelt de voorstelling of wedstrijd al een aantal keer in gedachten, voordat het echt zo ver is. 
  • Je hebt de tijd om dit te oefenen en op het moment dat het zover is, zal het je minder overvallen
  • Je bent voorbereid en hebt de gedachten geoefend die je helpen te voorkomen dat je je concentratie kwijtraakt. 

De belangrijkste is: 'Ik ga nu op mijn best spelen, dansen of sporten.'

Slide 24 - Tekstslide

Daarin probeer je zo zichtbaar mogelijk te maken wat er zou kunnen gebeuren en hoe je je herstelt. Stel je de rol van het publiek voor, stel je voor welke fout je zou kunnen maken en stel je voor hoe jij wilt dat de uitstraling is. 

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting bijeenkomst 7
Waar ga je mee aan de slag de komende dagen?
Opstellen weekdoel! 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies