Examenvoorbereiding examentaal / H7H8

Examenvoorbereiding examentaal / H7H8
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Examenvoorbereiding examentaal / H7H8

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen.....
Welkom
Doelen van de les
- Je weet de planning tot aan het examen
- Je weet wat je moet leren voor het examen
Je weet welke onderdelen er geoefend moeten worden. 
- Je laat zien wat je weet van de begrippen van H7/H8.
- Je oefent met examen strategieën. 
Start examenvoorbereiding - aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Planning tot aan het examen
18 maart - 22 maart - les week
25 maart - 28 maart (examenproofdag) - BWC
2 april (examenproofdag) - 5 april - les week
8 april - 12 april - les week
15 april - 19 april - les week
22 april - 26 april - facultatieve week - Tip: Kom!
13 mei - facultatieve les
21 mei - 13.30 uur examen economie



Slide 3 - Tekstslide

Wat moet je leren.......
- Hoofdstuk 1 t/m 8 van Pincode!
- Het examen bestaat uit 4 onderdelen: 
  • consumptie, Hoofdstukken 1 en 2
  • arbeid en productie, Hoofdstukken 3 en 4
  • overheid en bestuur, Hoofdstukken 5 en 6
  • internationale ontwikkelingen, Hoofdstukken 7 en 8
  • rekenen (economische formules en basis rekenen +, -, x, :, %)

Slide 4 - Tekstslide

Wat kan je gebruiken......

Slide 5 - Tekstslide

Wat gaan we oefenen in de les...
  • Begrippen
  • Leesstrategieën
  • Rekenen
  • Hoe je antwoord geeft op een vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welke begrippen lees je in deze vraag?
De export van Burkina Faso bestaat voor 80% uit katoen.
Als de export van Burkina Faso afhankelijk is van een of enkele producten, noemen we dit een …(1)… (contingent / monocultuur).
Als de wereldmarktprijs van katoen enorm daalt en de importprijzen gelijk blijven, zal de ruilvoet van Burkina Faso …(2)… (verbeteren / verslechteren).
Het tekort op de betalingsbalans kan daardoor …(3)… (groter / kleiner) worden.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

De export van Burkina Faso bestaat voor 80% uit katoen.
Als de export van Burkina Faso afhankelijk is van een of enkele
producten, noemen we dit een …(1)… (contingent / monocultuur).
Als de wereldmarktprijs van katoen enorm daalt en de importprijzen gelijk
blijven, zal de ruilvoet van Burkina Faso …(2)… (verbeteren /
verslechteren). Het tekort op de betalingsbalans kan daardoor …(3)…
(groter / kleiner) worden.

A
1. contingent 2. verbeteren. 3. kleiner
B
1. monocultuur 2. verslechteren 3. groter
C
1. Contingent. 2. verslechteren 3. groter
D
1. monocultuur 2. verbeteren 3. kleiner

Slide 11 - Quizvraag


Hoe lees je de bron? 

Slide 12 - Open vraag


Bereken het nationaal inkomen per hoofd van Indonesië. Schrijf je berekening op.

Slide 13 - Open vraag


Hoe lees je de bron?

Slide 14 - Open vraag

Zwitserland, een land met een hoge exportquote,
heeft een open economie.
Gebruik informatiebron 2.
Bereken de exportquote van Zwitserland.
Schrijf je berekening op.

Slide 15 - Open vraag

2P De Europese Unie (EU) wil met ontwikkelingshulp vooral de extreme armoede blijvend verminderen. Daarnaast wil de EU dat alle kinderen uit ontwikkelingslanden onderwijs kunnen volgen. Ontwikkelingshulp wordt gegeven in de vorm van noodhulp of structurele hulp.
--> Is de ontwikkelingshulp met als doel het blijvend verminderen van
extreme armoede, een vorm van noodhulp of structurele hulp?
Geef een argument voor je keuze.
Wat zijn de begrippen in de vraag?

Slide 16 - Open vraag

2P De Europese Unie (EU) wil met ontwikkelingshulp vooral de extreme armoede blijvend verminderen. Daarnaast wil de EU dat alle kinderen uit ontwikkelingslanden onderwijs kunnen volgen. Ontwikkelingshulp wordt gegeven in de vorm van noodhulp of structurele hulp.
--> Is de ontwikkelingshulp met als doel het blijvend verminderen van extreme armoede, een vorm van noodhulp of structurele hulp? Geef een argument voor je keuze.
Herhaal de vraag in het antwoord!

Slide 17 - Open vraag

Polen is wel lid van de EU, maar geen lid van de Economische en Monetaire Unie (EMU).
--> Noem een kenmerkend verschil tussen de EMU-landen en Polen. (wat bedoelen ze met kenmerkend? --> woordenboek)

Slide 18 - Open vraag

Werkwoord + onderwerp + voorwaarden

2p 32 Door het lidmaatschap van de EU kan de werkloosheid in Albanië gaan dalen.
--> Leg in twee stappen uit dat door het lidmaatschap van de EU de werkloosheid in Albanië kan gaan dalen. 
Wat is het werkwoord in de vraag?
Wat is het onderwerp in de vraag? 
Wat zijn de voorwaarden in de vraag? 

Slide 19 - Tekstslide

Werkwoord + onderwerp + voorwaarden

2p 32 Door het lidmaatschap van de EU kan de werkloosheid in Albanië gaan dalen.
--> Leg in twee stappen uit dat door het lidmaatschap van de EU de werkloosheid in Albanië kan gaan dalen. 
Wat is het werkwoord in de vraag? Leg uit
Wat is het onderwerp in de vraag? dalende werkloosheid door lidmaatmaatschap EU van Albanië
Wat zijn de voorwaarden in de vraag? In twee stappen

Slide 20 - Tekstslide

2p 32 Door het lidmaatschap van de EU kan de werkloosheid in Albanië gaan dalen.
--> Leg in twee stappen uit dat door het lidmaatschap van de EU de werkloosheid in Albanië kan gaan dalen.

Slide 21 - Open vraag

werkgever
Consument
aanbod
Inactieven
Particuliere sector
Actieven
Collectieve sector
Werknemer
Producent
Vraag

Slide 22 - Sleepvraag

Schrijf over wie je het hebt!
Schrijf niet hij, zij of hun maar schrijf over wie het gaat:
- de werkgevers
- de overheid
- Duitsland
- de actieven
- enzovoort

Slide 23 - Tekstslide

Meerkeuze vragen
1. Leg je hand op alle antwoordmogelijkheden. Bedenk eerst zelf wat het antwoord zou kunnen zijn.
2. Lees nu alle antwoordmogelijkheden.
3. Meestal zijn er twee ‘onzin’ antwoorden.
4. Je hebt dus nog twee mogelijkheden over.
5. Blijf bij je eerste keuze!
Altijd een blokletter opschrijven!

Slide 24 - Tekstslide

Meerkeuze volgorde vraag 
Tip lees van rechts naar links
Wat komt er voor de laatste?
Dan hou je 2 antwoorden over

Slide 25 - Tekstslide

Een krappe arbeidsmarkt is voordelig voor werkzoekenden en nadelig
voor werkgevers. Volgens economen kan aanhoudende krapte op de
lange termijn leiden tot afnemende welvaart in een land.
Hieronder staan vijf economische verschijnselen:
A
1 - 2 - 3 - 4 - 5
B
1 - 4 - 3 - 2 - 5
C
1 - 3 - 2 - 4 - 5
D
1 - 3 - 4 - 2 - 5

Slide 26 - Quizvraag

Afsluiting van de les
Wil je extra hulp? 
Schrijf je in bij DWT!
Kom voorbereid met je boek, schrift en rekenmachine
EN MET GERICHTE VRAGEN!
Volgende les: 
je kunt kiezen uit: oefenen per onderdeel - rekenen - uitleg volgen

Slide 27 - Tekstslide