Voorraadbeheer techniekles 2

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
VakleerMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet hoe de voorraad gecontroleerd wordt op tekorten.
  • Je kunt de voorraad snel en nauwkeurig controleren op kwaliteit, houdbaarheid en hoeveelheid.
  • Je kunt tekorten en behoeften aan producten herkennen en meldt dit aan je leidinggevende.
  • Je bewaakt de voorraden zodat derving en stagnatie wordt voorkomen.
  • Je bent in staat afwijkingen te herkennen en te melden.
  • Je kent de hygiënecode voor de horeca.



Slide 2 - Tekstslide

NVWA
De Keuringsdienst van Waren (KvW) is een voormalige Nederlandse overheidsinstantie die toezicht hield op de veiligheid van producten. In 2002 is de Keuringsdienst van Waren opgegaan in de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (VWA).

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat is een hygienecode?
  • Een hygienecode is een vereenvoudigd en specifiek
    op de bedrijfstak
    afgestemd
    HACCP-systeem.
  • Voorschriften om een veilig product te kunnen maken

Slide 5 - Tekstslide

HACCP is dus een systeem. Noem twee belangrijk onderdelen binnen de HACCP

Slide 6 - Open vraag

Hygiënecode

Slide 7 - Tekstslide

Haccp

HACCP, de afkorting voor Hazard Analysis and Critical Control Points, is een risico-inventarisatie voor voedingsmiddelen. De Nederlandse vertaling is: gevarenanalyse en kritische controlepunten.


Fifo en THT zijn een belangrijk onderdeel van de haccp.


Slide 8 - Tekstslide

Kun je drie soorten voorraad noemen?

Slide 9 - Open vraag

Voorraadbeheer

Dagvoorraad = werkvoorraad = de voorraad die je elke dag moet bijvullen = voorraad materialen, dranken en producten op de werkplek (achter de bar).

Magazijnvoorraad = voorraad die in het magazijn ligt opgeslagen (nodig voor bijvullen dagvoorraad)

Ijzeren voorraad = de voorraad die minimaal en altijd aanwezig moet zijn in het bedrijf.

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent omloopsnelheid?

Slide 11 - Open vraag

Omloopsnelheid


De omloopsnelheid van de voorraden geeft aan hoelang de voorraden in het magazijn liggen opgeslagen. Hoe sneller de omloop des te korter liggen de voorraden opgeslagen en hoe meer er besteld moet worden.

Slide 12 - Tekstslide

Welk gerecht/product op
je bedrijf heeft een hoge
omloopsnelheid?

Slide 13 - Woordweb

Wat is Derving

Slide 14 - Open vraag

DERVING

is iets wat ervoor zorgt dat je het product NIET MEER kunt verkopen.... Dit kan gebeuren doordat producten dus b.v. over de datum zijn gegaan, maar ook wanneer b.v. een pot augurken op de grond valt, of wanneer iemand iets uit de winkel heeft gestolen (kunnen klanten zijn, maar ook personeel)...


Slide 15 - Tekstslide

Derving
  • Bij derving zijn er minder goederen in het magazijn aanwezig dan er zouden moeten zijn
  • Dat kan door bederf, beschadiging of diefstal komen.
  • Derving is dus het verschil tussen de administratieve voorraad en de werkelijke voorraad

Slide 16 - Tekstslide

Oorzaken derving
  • diefstal (criminele derving)
  • verkeerd ingevulde voorraadkaart (administratieve fout)
  • bederven (niet criminele-derving)
  • kapot vallen (niet-criminele derving)
  • pakbon die niet gecontroleerd is (administratieve fout)

Slide 17 - Tekstslide

Criminele derving

Slide 18 - Tekstslide

niet-criminele derving

Slide 19 - Tekstslide

Welk product is op je
stage geregeld een dervingsproduct?

Slide 20 - Woordweb

Evaluatie leerdoelen
  • Je weet hoe de voorraad gecontroleerd wordt op tekorten.
  • Je kunt de voorraad snel en nauwkeurig controleren op kwaliteit, houdbaarheid en hoeveelheid.
  • Je kunt tekorten en behoeften aan producten herkennen en meldt dit aan je leidinggevende.
  • Je bewaakt de voorraden zodat derving en stagnatie wordt voorkomen.
  • Je bent in staat afwijkingen te herkennen en te melden.
  • Je kent de hygiënecode voor de horeca.



Slide 21 - Tekstslide