introductieles

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke spullen heb je nodig?
* leer/werkboek: Pincode (digitaal wordt aan gewerkt..)
* lijntjeschrift
* twee verschillende kleuren pennen
* rekenmachine

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen? B
1.  Toets hoofdstuk 1 (25 %)
2. Toets hoofdstuk 2 (25%)
3. Toets hoofdstuk  3 + 4 (25%)
4. Cijfer praktische opdracht (niet herkansbaar) (12,5%)
5. Cijfer praktische opdracht (niet herkansbaar) (12,5%)

H5 + H6 formatief! wél examenstof

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we doen? K
1.  Toets hoofdstuk 1 (22 %)
2. Toets hoofdstuk 2 (22%)
3. Toets hoofdstuk  3 + 4 (22%)
4. Toets hoofdstuk 7 (22%)
4. Cijfer praktische opdracht (niet herkansbaar) (12%)

H5 + H6 formatief! wél examenstof

Slide 5 - Tekstslide

Maak de volgende twee sommen in je schrift.
Geef antwoorden en berekeningen.

1. Petra heeft € 200 op haar spaarrekening staan. Van dat geld wil ze 24% besteden aan een avondje uit. Hoeveel euro wil Petra besteden aan een avondje uit?

2. Het Nederstein College is een school met 1200 leerlingen. Van deze leerlingen volgen 635 leerlingen de vmbo opleiding.
Hoeveel procent van de leerlingen volgt de vmbo opleiding?


Klaar: lezen bladzijde 8 en 9 (totaan het groene blok)

Slide 6 - Tekstslide

Maak de volgende sommen in je schrift.
Geef antwoorden en berekeningen.

1. Petra heeft € 200 op haar spaarrekening staan. Van dat geld wil ze 24% besteden aan een avondje uit. Hoeveel euro wil Petra besteden aan een avondje uit?

2. Het Nederstein College is een school met 1200 leerlingen. Van deze leerlingen volgen 635 leerlingen de vmbo opleiding.
Hoeveel procent van de leerlingen volgt de vmbo opleiding?

3. Het salaris van Henk was in 2009 € 15.800. Een jaar later was het € 16.200. Met hoeveel procent is zijn salaris gestegen?



Slide 7 - Tekstslide

Programma (les 1)
* uitleg procentensommen
* formules overnemen in je schrift
* oefenen procentensommen (blad einde leerjaar 3)



Slide 8 - Tekstslide

Programma (les 2)
* M&M's rekensommen!
* Kader: maken 1,2, 8 tm 10 op blz. 32 /33
* Basis:  maken 2,3 11 t/m 13 op blz. 32/33



Slide 9 - Tekstslide

Rekenen met M&M's!

Slide 10 - Tekstslide

Bereken:
1. Hoeveel procent van de M&M's oranje is (samen)
2. Hoeveel procent van de M&M's geel is (verhoudingstabel)
3. Hoeveel procent van de M&M's groen is (formule)
4. Hoeveel procent van de M&M's bruin is (verhoudingstabel)
5. Hoeveel procent van de M&M's blauw is (formule)
6. Hoeveel procent van de M&M's rood is (eigen keuze)
Rond juist af op 1 decimaal!


Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen bladzijde 9, maken bladzijde 8.

Dit heb je voor vrijdag af.




Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

Leerdoelen
In deze les leer je wat economie is:
 
  • je kunt uitleggen wat het verschil is tussen basisbehoeften en overige behoeften
  • je kunt een geldbedrag op de juiste manier noteren
  • je kent het verschil tussen consumeren en zelfvoorziening
  • je kunt een gemiddelde berekenen

Slide 14 - Tekstslide

Noem een ander voorbeeld dan genoemd in de video van primaire behoeften en secundaire behoeften.

Slide 15 - Open vraag

PRIMAIR
SECUNDAIR
Plaats de behoeften in de bijbehorende vakken.
Primaire behoeften
Secundaire behoeften
Medicijnen
Vitaminepillen
Benzine
Smartphone
Televisie
Bed
Groente en fruit
Auto
Beroepsopleiding

Slide 16 - Sleepvraag

Behoeften verschillen door:
  • budget (hoeveel heb je te besteden)
  • leeftijd
  • geslacht
  • de invloed van vrienden en klasgenoten
  • de invloed van familie
  • de invloed van reclame

Slide 17 - Tekstslide

Middelen
Om in je behoeften te voorzien heb je middelen nodig zoals tijd en geld

Deze middelen zijn beperkt, dat noem je schaarste.

Slide 18 - Tekstslide

Goederen
Tastbare producten waarmee je in je behoefte kunt voorzien.

Tastbaar =  alles wat je vast kunt pakken/aan kunt raken

Slide 19 - Tekstslide

Diensten
Activiteiten waarmee je in iemands behoeften voorziet, zoals bediening in een restaurant of het knippen van iemands haar.

Let op: geen "vriendendienst"

Slide 20 - Tekstslide

Prioriteiten
Je kunt niet in al je behoeften voorzien doordat middelen schaars zijn. Je moet keuzes maken.

Bepalen wat je het belangrijkste vindt, noem je prioriteiten stellen.

Slide 21 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 22 - Tekstslide

Primaire behoeften zijn ...
A
de noodzakelijke behoeften.
B
de luxe behoeften.

Slide 23 - Quizvraag

Het hebben van een fiets is een ...
A
primaire behoefte.
B
secundaire behoefte

Slide 24 - Quizvraag

voorbeeld secundaire behoeften

Slide 25 - Woordweb

Basisbehoeften
Overige behoeften

Slide 26 - Sleepvraag

'Prioriteiten stellen' betekent...
A
kiezen wat je het leukst vindt
B
kiezen wat je het meest belangrijk vindt
C
kiezen wat je het lekkerst vindt
D
kiezen wat je het minst leuk vindt

Slide 27 - Quizvraag

Vind je de lesstof nog lastig? Bekijk dan de extra uitleg in de volgende video's.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video