VWO1 herhalingslessen periode 2

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Startklaar: 
Telefoon in Zakkie op tafel
Laptop + leesboek op tafel


Slide 2 - Tekstslide

Agenda
  1. Werken aan de boekopdracht
  2. Morgen 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Morgen
We hebben nog drie lessen voor de toets. Morgen gaan we oefenen met toetsvragen. 

Dinsdag: oefenen leesvaardigheid
Woensdag: laatste vragen? Uiterlijk maandagavond via Teams 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide


Startklaar: 
Telefoon in Zakkie op tafel
Laptop en pen en papier op tafel


Slide 8 - Tekstslide

Agenda
  1. Wat weten we nog?
  2. Oefenvragen 
  3. Volgende week 

Slide 9 - Tekstslide

Wat weet je nog over...? 
H12: meervoudsvormen
H13: bijvoeglijk naamwoord
H14: samenstellingen
H15: gesprekken voeren
H17/18/19: leesstrategieën 
H20/21/22: grammatica (pv/ow/soorten ww/gez/lv/mv)
timer
0:30

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het onderwerp?

Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het onderwerp
D
een zin

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een hulpwerkwoord?
A
Een werkwoord dat de zin in een andere tijd kan zetten
B
Een werkwoord dat kan helpen te begrijpen wat iemand doet
C
Een werkwoord dat helpt om de koppeling te maken.

Slide 12 - Quizvraag

Zij heeft het gelukkig niet kunnen zien.

Wat is/zijn de hulpwerkwoord(en)?
A
heeft
B
heeft zien
C
heeft kunnen
D
kunnen zien

Slide 13 - Quizvraag

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Wat is de persoonsvorm?
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord

Slide 14 - Quizvraag

Werkwoordelijk gezegde?

Ik kan het werkwoordelijk gezegde benoemen.
A
ik
B
kan
C
benoemen
D
kan benoemen

Slide 15 - Quizvraag

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gefietst.
heb = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 16 - Quizvraag

Wat is geen samenstelling?

A
basisberoep
B
phsychotherapist
C
paardenbloem
D
onnoemelijk

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
A
Hoe
B
vind
C
je
D
ook

Slide 18 - Quizvraag

meervouden

Wat is het meervoud van teechnologie?
A
technologies
B
technologieën
C
technologiën
D
technologieeën

Slide 19 - Quizvraag

Wat is GEEN leesstrategie?
A
globaal lezen
B
plezierig lezen
C
intensief/nauwkeurig lezen
D
zoekend lezen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
Wat
B
Deze
C
Persoonsvorm
D
is

Slide 21 - Quizvraag

hulpwerkwoord
Ik ben naar de kapper geweest.
ben=
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 22 - Quizvraag

Bij welke leesstrategie maak je een samenvatting?
A
Globaal lezen
B
Intensief lezen
C
Zoekend lezen
D
Lerend lezen

Slide 23 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:

De (vergroten) afbeelding.
A
vergrootte
B
vergrote
C
vergroten

Slide 24 - Quizvraag

Kan je meer hulpwerkwoorden in een in hebben?
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het meervoud ?
A
aapen
B
aapjes
C
apen
D
appen

Slide 26 - Quizvraag

Samenstellingen
A
vissekom
B
vissenkom

Slide 27 - Quizvraag

Samenstellingen
A
zonnenbril
B
zonnebril

Slide 28 - Quizvraag

meervouden

Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën

Slide 29 - Quizvraag

Meervoud: wat is het meervoud van piano?
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's

Slide 30 - Quizvraag

Samenstellingen
A
koninginnensoep
B
koninginnesoep

Slide 31 - Quizvraag

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast

Slide 32 - Quizvraag

Wat is een leesstrategie?
A
Een manier van lezen.
B
Een manier van kijken
C
Een plan van aanpak.
D
Een aanpak.

Slide 33 - Quizvraag

Als ik iets opzoek in het woordenboek, gebruik ik de leesstrategie:
A
Kritisch lezen
B
Lerend lezen
C
Globaal lezen
D
Zoekend lezen

Slide 34 - Quizvraag

Met welke leesstrategie bepaal je de hoofdgedachte?
A
Intensief lezen
B
Zoekend lezen
C
Globaal lezen
D
Kritisch lezen

Slide 35 - Quizvraag

Als ik iets opzoek op internet, gebruik ik de leesstrategie:
A
Kritisch lezen
B
Zoekend lezen
C
Globaal lezen
D
Intensief lezen

Slide 36 - Quizvraag


Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?
A
zonnige
B
dag
C
zonnige , leren
D
leren

Slide 37 - Quizvraag

Onderwerp? Hoe vind je het onderwerp in de zin?
A
door de zin vragend te maken?
B
Wie of wat + gezegde?’
C
Wie of wat + onderwerp + gezegde?’

Slide 38 - Quizvraag

Ik heb tegen de bal geschopt

Het zelfstandig werkwoord is:
A
geschopt
B
tegen
C
ik
D
heb

Slide 39 - Quizvraag

Meervoud
A
museums - feeën - bacteriën
B
Musea - feën - bacteriën
C
Museums - feën - bacterieën
D
Musea - feeën - bacterieën

Slide 40 - Quizvraag

Volgende week
Je moet weer 45 minuten aan NUMO hebben gewerkt dinsdag, dit mag ook door middel van de taken die klaarstaan 

Oefenen leesvaardigheid en laatste vragen 

Slide 41 - Tekstslide


Startklaar: 
Telefoon in Zakkie op tafel
KERN en pen&papier op tafel


Slide 42 - Tekstslide

Agenda
  1. Samen lezen
  2. Opdrachten maken 
  3. Morgen

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

Hulp?
KERN
Buur
Docent


 

Klaar? 
Oefenvragen afmaken 'VWO 1 herhalingslessen'  
Opdracht 
Opdracht 9 en 10 

Slide 45 - Tekstslide

Morgen
Laatste vragen? 

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide


Startklaar: 
Telefoon in Zakkie op tafel
Pen en papier op tafel


Slide 48 - Tekstslide

Agenda
  1. Vragen?
  2. Oefenblad
timer
1:00

Slide 49 - Tekstslide

Succes!
Succes, jullie kunnen het! 

timer
15:00

Slide 50 - Tekstslide