Objectief en subjectief

WELKOM in de les Nederlands! 
Neem: 

- Chromebook 
- Werkboek
- Blad papier


Doen: 

1. Maak/neem een naamkaartje.
2. Open jouw Chromebook.
3. Ga naar: LessonUp.app
4. Wacht tot iedereen klaar is.
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELKOM in de les Nederlands! 
Neem: 

- Chromebook 
- Werkboek
- Blad papier


Doen: 

1. Maak/neem een naamkaartje.
2. Open jouw Chromebook.
3. Ga naar: LessonUp.app
4. Wacht tot iedereen klaar is.

Slide 1 - Tekstslide

Werking LessonUp
  • Presentatie / PowerPoint
  • Leerlingenmodus
  • Oefeningen

Code invoeren

Slide 2 - Tekstslide

Wat valt jullie op?
  • Merci chocolade wordt geproduceerd door het bedrijf Storck.
  • Merci chocolade is de lekkerste chocolade die er is.


Slide 3 - Tekstslide

Wat zal je leren?
Je kan ...
de begrippen feit en mening uitleggen.
feiten en meningen formuleren en gebruik maken van signaalwoorden.
de begrippen objectief en subjectief uitleggen. 




Slide 4 - Tekstslide

Leg uit in jouw eigen woorden:
Wat is een feit? 

Wat is een mening?

Slide 5 - Tekstslide

Feit vs mening
EEN FEIT 

Iets waarvan je zeker weet dat het waar is.

Je kan controleren of het klopt (bv met cijfers).

EEN MENING 

Wat iemand ergens van vindt = persoonlijke beleving.

Geeft weer hoe iemand over iets denkt.
Voorbeeld: 
  • Feit = Ik heb een hondje, genaamd Mira.
  • Mening = Mira is het mooiste en liefste hondje.

Slide 6 - Tekstslide

Heb jij een huisdier(en)?
Ja
Nee

Slide 7 - Poll

  • Vinden jullie jouw huisdier het liefst?
  • Mening of feit?
  • Deel je dezelfde mening met jouw klasgenoten?
  • -> Persoonlijk en verschillend

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Bedenk 1 feit en 1 mening over jezelf, vriend(in) of een bekend persoon (acteur, zanger ...).

  • Zijn er woorden waaraan je kan zien of iets een feit of een mening is? 
  • Aan welke woorden zie je dat?




Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Een feit =
Subjectief
Objectief

Slide 11 - Poll

Een mening =
Subjectief
Objectief

Slide 12 - Poll

1) Cola bevat zoetstoffen.
2) Dat vind ik lekker.
A
beide subjectief
B
beide objectief
C
1 = subjectief en 2 = objectief
D
1 = objectief en 2 = subjectief

Slide 13 - Quizvraag

Jongeren die altijd slechte punten behalen, zouden beter geen weekendwerk doen.

A
Subjectief
B
Objectief

Slide 14 - Quizvraag

Bij de uitreiking van de 'Kastaars' is "Down the road" verkozen tot televisieprogramma van het jaar.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 15 - Quizvraag

Zijn hier vragen over?
Ja
Nee

Slide 16 - Poll

Wat zal je leren?
Je kan ...
bepalen of een uitspraak een feit of een mening is.
subjectieve en objectieve formuleringen uit teksten halen.
bepalen of types tekst veeleer objectief of subjectief zijn.
 

Slide 17 - Tekstslide

Zie PowerPoint op Smartschool

Slide 18 - Tekstslide

Uitleg opdracht
Doel: bepalen of een uitspraak een feit of een mening is. 

  1. Ga naar Smartschool.
  2. Open de presentatie 'objectief of subjectief'. 
  3. Zet de diavoorstelling op. 
  4. Doorloop de presentatie. 

Slide 19 - Tekstslide

Hoeveel uitspraken had jij juist? Geef jezelf een score op 6.
(bv 4/6)

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Link

Je kan nu ... 
bepalen of een uitspraak een feit of een mening is. 


Slide 22 - Tekstslide

Oefening
Werkboek oef 1 blz 242




Doel: subjectieve en objectieve formuleringen uit teksten halen.
& bepalen of types tekst veeleer objectief of subjectief zijn.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Oefening 1a
  • Samenvatting + recensie
  • E. Kramer
  • Nieuwsgierige lezers, mensen die op zoek zijn naar een boek
  • Informeren + mening geven

Slide 25 - Tekstslide

Oefening 1b en 1c

Slide 26 - Tekstslide

Groepsopdracht
  1. Vorm groepjes.
  2. Zoek minstens 1 artikel op vrt.be
  3. Vul het kader in. 
  4. Ga op zoek naar objectieve en subjectieve uitspraken. 
  5. Noteer er minstens 3. 
  6. Beantwoord de vraag. 




Zie bundel oef 1
Doel: subjectieve en objectieve formuleringen uit teksten halen.
& bepalen of types tekst veeleer objectief of subjectief zijn.
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Verbetering
  • Krantenartikel
  • Vrt 
  • Lezers van de krant
  • Informeren

Slide 29 - Tekstslide

Verbetering

Slide 30 - Tekstslide

Groepsopdracht
  • Vorm groepjes.
  • Lees de fragmenten. 
  • Vul de kaders in. 
  • (Subjectieve en objectieve formuleringen aanduiden.)







Zie bundel oef 2
Doel: subjectieve en objectieve formuleringen uit teksten halen.
& bepalen of types tekst veeleer objectief of subjectief zijn.
timer
20:00

Slide 31 - Tekstslide

Je kan nu ... 
subjectieve en objectieve formuleringen uit teksten halen.
& bepalen of types tekst veeleer objectief of subjectief zijn.

Slide 32 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen objectief en subjectief?
A
Objectief is gebaseerd op persoonlijke mening.
B
Objectief is gebaseerd op emoties.
C
Objectief is gebaseerd op feiten, subjectief is gebaseerd op persoonlijke mening.
D
Subjectief is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek.

Slide 33 - Quizvraag

Zijn er nog vragen, onduidelijkheden? Schrijf het hier neer.

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide