In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Kritisch denken
Slide 1 - Tekstslide
Wat is kritisch denken?
Slide 2 - Woordweb
Denkvaardigheden
een soort gereedschap bij het denken
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Kritisch denken is een belangrijke vaardigheid
In de maatschappij wordt een grote zelfstandigheid en zelfredzaamheid van je verwacht. Je moet steeds meer zelf organiseren en oplossen. Je eigen mening, oordeel en beslissingen worden dus steeds belangrijker. Daarnaast is er veel nepnieuws. Hoe kan jij tussen al dat nieuws en nepnieuws nou je eigen mening over een onderwerp vormen? Kritisch denken helpt je hier bij.
Slide 5 - Tekstslide
Bij kritisch denken moet je..
je mening kunnen geven met argumenten
jezelf kunnen verplaatsen in het standpunt van iemand anders
kunnen beoordelen of nieuws betrouwbaar is
weten waar je bruikbare informatie haalt
Je leert dus wat kritisch denken is, welke denkvaardigheden er zijn en hoe je informatiebronnen op betrouwbaarheid checkt
Slide 6 - Tekstslide
Bij kritisch denken gaat het om...
A
het altijd innemen van een standpunt dat afwijkt van de groep.
B
nooit tevreden zijn.
C
het vermogen om zelfstandig te komen tot weloverwogen en beargumenteerde afwegingen, oordelen en beslissingen.
D
een vaardigheid waarbij je jezelf aanleert zo simpel mogelijk na te denken zonder enige moeite.
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
03:12
Welke persoon was het meest kritisch?
meisje 1
Jongen
meisje 2
Slide 10 - Poll
Wat deed meisje 1 dat het andere meisje en de jongen NIET deden?
Slide 11 - Open vraag
Redeneren
Redeneren is ook een onderdeel van kritisch denken. Maar wat is redeneren?
Redeneren is het onderbouwen van een beweren. Bij redeneren vertel je dus waarom je iets vindt/die mening hebt. Je gebruikt dus een argument.
Slide 12 - Tekstslide
Online les
Drogredenen 2
Slide 13 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van een goede redenering.
Slide 14 - Open vraag
Geef een voorbeeld van een slechte redenering
Slide 15 - Open vraag
Bewijs
Om een mening te vormen, gebruik je informatie. Die informatie gebruik je om je mening kracht bij te zetten. Je mening moet tenslotte ergens op gebaseerd zijn en niet "gewoon, omdat het zo is".
Slide 16 - Tekstslide
Informatie
Om een mening te vormen heeft men dus informatie nodig. Tegenwoordig vind je overal informatie. Dit vind je in kranten, boeken of op het internet. Ook social media speelt een rol in informatieverspreiding.
Slide 17 - Tekstslide
Complottheorieën
Wat zijn dat eigenlijk?
Slide 18 - Tekstslide
Wat zijn complottheorieën?
Een complottheorie is een theorie of opvatting dat een bepaalde gebeurtenis, ontwikkeling of toestand op sociaal, politiek of economisch gebied het resultaat is van een samenzwering. (bron: wikipedia, 18-05-2020)
Slide 19 - Tekstslide
Complottheorie
Grootschalig bedrog
De complottheorie gaat altijd tegen het originele verhaal in
Samenzweerders zijn erg succesvol
Bewijs wordt omgedraaid
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
welke complottheorie word gezien als de beste instap theorie volgens het filmpje van ZML
A
satanistische regering
B
MH17 is nep
C
9/11
D
Flat Earth
Slide 23 - Quizvraag
waar is het algoritme van youtube en facebook eigenlijk voor bedoeld?
A
om geld te verdienen
B
om desinformatie te verspreiden
C
om je schattige puppyfilmpjes aan te bevelen
D
om je de trailer te laten zien van de nieuwste bioscoopfilm
Slide 24 - Quizvraag
welke partij ziet complotdenkers als belangrijke stemmers
A
PVV
B
VVD
C
D66
D
FvD
Slide 25 - Quizvraag
Welke bekende Nederlander word getoond als een complotdenker in het filmpje van ZML
A
Gerard Joling
B
Gordon Ramsey
C
Lange Frans
D
John De Mol
Slide 26 - Quizvraag
Nu komt nog een filmpje
Tijdens het filmpje worden vijf vragen gesteld. Zorg dat je deze beantwoord.
Zie je de vragen niet tijdens het filmpje?
Maak ze dan achteraf.
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Het woord 'complot' is Frans voor...
A
compleet
B
samenzweren
C
complimenteren
D
samenscholen
Slide 29 - Quizvraag
Welke complottheorie werd o.a. door jongeren genoemd, denk je?
Slide 30 - Open vraag
Waarom zijn complottheorieën populair, denkt deze onderzoeker?
Slide 31 - Open vraag
Volgens deze docent maatschappijleer is het positief dat jongeren nu zo gemakkelijk toegang hebben tot informatie. Maar wat is het risico, volgens hem?
Slide 32 - Open vraag
Waarom zijn complottheorieën onder jongeren populair volgens deze onderzoeker? Noem twee redenen.
Slide 33 - Open vraag
In de video vertelt de onderzoeker ook dat complottheorieën gevaarlijk kunnen zijn. Wat bedoelt hij?
Slide 34 - Open vraag
'Don't believe anything on the internet just because there's a picture with a quote next to it.'
- Abraham Lincoln
Slide 35 - Tekstslide
Einde van de les
Slide 36 - Tekstslide
Het woord 'complot' is Frans voor...
A
compleet
B
samenzweren
C
complimenteren
D
samenscholen
Slide 37 - Quizvraag
Welke complottheorie werd o.a. door jongeren genoemd, denk je?
Slide 38 - Open vraag
Waarom zijn complottheorieën populair, denkt deze onderzoeker?
Slide 39 - Open vraag
Volgens deze docent maatschappijleer is het positief dat jongeren nu zo gemakkelijk toegang hebben tot informatie. Maar wat is het risico, volgens hem?
Slide 40 - Open vraag
Waarom zijn complottheorieën onder jongeren populair volgens deze onderzoeker? Noem twee redenen.