herhaling 8.4 Negatieve getallen vermenigvuldigen en delen.

Welkom
Welkom
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Vermenigvuldigen van negatieve getallen
- Oefenen
- Delen van negatieve getallen
- Oefenen
- Aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
Eerst een stukje herhaling, wat weten jullie nog?

Slide 3 - Tekstslide

38
-2
9
5
9
-10
-8
15

Slide 4 - Sleepvraag

WAT IS DE REKENVOLGORDE?
1
2
3
4

Slide 5 - Sleepvraag

Negatieve getallen vermenigvuldigen

positief · positief = positief
negatief · negatief =
positief · negatief =
negatief · positief =

Slide 6 - Tekstslide

Bereken:
2 · -8

Slide 7 - Open vraag

Bereken:
15 · 0

Slide 8 - Open vraag

Negatieve getallen vermenigvuldigen

positief · positief = positief
negatief · negatief = positief
positief · negatief = negatief
negatief · positief = negatief

Slide 9 - Tekstslide

Bereken:
-5 · -4

Slide 10 - Open vraag

Rekenvolgorde
- 7 - (4 -3) · - 8 - 2
= - 7 - 1  · - 8 - 2
= - 7 - - 8 - 2
= - 7 + 8 - 2 = -1 

Slide 11 - Tekstslide

Delen
  • Je weet:  3 • -4 = -12.
  • Dus is -12 : -4 = 3 en -12 : 3 = -4
  • Voor het delen van  negatieve getallen gelden de volgende regels:
  • positief : positief = positief
  • positief : negatief = negatief
  • negatief : positief = negatief
  • negatief : negatief = positief

Slide 12 - Tekstslide

Regel bij delen met negatieve getallen:

Slide 13 - Tekstslide

Negatieve getallen :

 6 :  2=
 6 : -2=
-6 :  2=
-6 : -2=
 
Bedenk eerst zelf de antwoorden voordat je verder gaat!   
delen
positief getal : positief getal = positief getal
positief getal : negatief getal = negatief getal
negatief getal : positief getal = negatief getal
negatief getal : negatief getal = positief getal

Slide 14 - Tekstslide

Negatieve getallen delen
-20 : -4 =
A
5
B
-5
C
-80
D
24

Slide 15 - Quizvraag

Negatieve getallen delen
50 : -2 =
A
52
B
-25
C
25
D
-100

Slide 16 - Quizvraag