Uitleg les - herhaling - Toets maken

H3 Getallen





Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.


1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3 Getallen





Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.


Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Vragen
  • Leerdoelen doorlopen
  • Toets maken
  • Aan de slag
  • Afsluiting


Slide 2 - Tekstslide

Welke vragen heb je over het huiswerk? 
Noteer alleen het opgave nummer of begrip.

Slide 3 - Woordweb



Vul hier je voorbereidende vraag in.
Ik kom straks bij je langs

Slide 4 - Open vraag

Ik weet hoe ik voor het vak wiskunde kan leren.

Slide 5 - Tekstslide

Ik weet hoe ik voor het vak wiskunde kan leren.
Succescriteria

Ik kan een planning maken om mij voor te bereiden op het proefwerk.
Ik weet hoe ik tijdens de les het beste kan oefenen met de leerstof.





Slide 6 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Wiskunde is een doe vak.
Je leert door te doen en doen is ontdekken.

Dit doe je vooral tijdens de les.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Zorg dat je goed luistert naar de uitleg.

Je docent geeft vaak veel meer handige tips dan er in het boek staan. 
Zij geeft uitleg over hoe je het best een opgave kunt uitwerken.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Maak aantekeningen van datgene wat belangrijk is.

Tijdens de uitlegles en in de gedeelde lessen geef ik je uitleg over de nieuwe leerstof. Als je voor jezelf aantekeningen maakt kun je achteraf alles nog eens rustig terug lezen. Zie het als een overloopgeheugen. Papier is geduldig. Zo kun je rustig terugbladeren naar de theorie als je een opgave niet meer begrijpt. 

Slide 9 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Doe actief mee aan de klassikale oefeningen.

Als je actief meedoet test je jouw eigen kennis en groeit je zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen is belangrijk om je goed te kunnen concentreren op de leerstof.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Lees goed de gegeven uitleg en/of theorie in je boek door.

Hier staan vaak nog extra voorbeelden hoe je opgave aanpakt.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Werk geconcentreerd aan de opgaven in het boek.

De opgaven uit je boek laten je nieuwe theorie ontdekken. Als je niet geconcentreerd bent mis je deze belangrijke informatie en maak je je werk om te maken. Je onthoudt dan minder. 

Slide 12 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Kijk de gemaakte opgaven goed na, zodat je kunt leren van je fouten.

Anders kun je net zo goed je antwoordboekje overschrijven, want je maakt het dan voor niks. Je weet niet wat goed en fout is. 

Niemand kan zich ontwikkelen zonder fouten te maken!

Slide 13 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Probeer er zelf achter te komen waarom je een opgave fout had.

Je leert nog meer van je fouten als je zelf erachter kunt komen wat het juiste antwoord is. Het antwoord vragen of domweg overschrijven uit het uitwerkingenboek heeft vaak geen effect, je zult eerder een soortgelijke fout weer maken.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Sla een opgave nooit over omdat je hem niet goed begrijpt.

Je klasgenoten en je docent kan je aan de hand van je foute opgave beter helpen dan wanneer je niks op papier zet.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Werk je opgaven netjes en nauwkeurig uit.

Schrijf je antwoorden volledig op met een berekeningen, tussenstappen en eenheden. Schrijf met pen en teken met potlood. Bij wiskunde zijn wij minder geïnteresseerd in het antwoord maar meer in de weg er naar toe. Leg dus altijd uit hoe je tot je antwoord bent gekomen. Dit kan aan de hand van een tekening, berekening of een korte toelichting.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Zorg dat je altijd je spullen op orde hebt

Je kunt onnodig veel tijdverlies lijden (of opgaven helemaal niet maken) als je bepaalde spullen niet bij je hebt. Zonde!

Slide 17 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Wees vooral niet bang om vragen te stellen.

Docenten doen niets liever dan je te begeleiden bij het leren. Daarvoor hebben zij juis voor het vak leraar gekozen, om andere te helpen bij het leerproces. 

Slide 18 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Een planning maken voor het proefwerk 

Weekend       alle opgaven afronden
Maandag       Leerdoelen 1 t/m 2
Dinsdag         Leerdoel 3 t/m 4
Woensdag     Vragenles op school & thuis oefentoets (werkboek)
Donderdag     proefwerk wiskunde hoofdstuk 3
    

Slide 19 - Tekstslide

Hoe leer je voor wiskunde?
Hoe leer je een paragraaf/ leerdoel?

Lees eerst de aantekeningen en de theorie door.
Bekijk de opgaven die je gemaakt hebt. 
Welke had je fout? Snap je ze nu? 
Maak een aantal opgaven opnieuw of bedenk zelf wat soortgelijke opgaven.
Probeer de uitdagende opgaven te maken van de paragraaf of maak van de samenvatting & extra oefening (achterin het hoofdstuk) nog wat opgaven.

Slide 20 - Tekstslide

Aanpak leren toets
Aanpak per paragraaf
Lees de gegeven aantekeningen en de theorie van het boek goed door. 
Maak een korte samenvatting waarin je begrippen en stappenplannen voor jezelf noteert. 
Leer deze begrippen/ stappenplannen.
Pak je schrift erbij en bekijk/maak de opgaven die je eerst fout had of lastig vond nog eens.
Bekijk ook zeker even de laatste opgave van de doorlopende leerlijn.
Maak eventueel nog de uitdagende of ondersteunde opgaven als je de doorlopende route hebt gevolgt. 

Slide 21 - Tekstslide

Aanpak leren toets
Een mogelijk voorbeeld van hoe te leren. (voorbeeld planning)

Dag 1    paragraaf 1 en 2 doorwerken
Dag 2   paragraaf 3 en 4 (en 5) doorwerken
Zorg dat je bovenstaande sowieso hebt gedaan voor de vragenles.
Dag 3   maak nog wat extra opgaven (zie volgende slide)
Dag 4   alles herhalen

Slide 22 - Tekstslide

Ik kan natuurlijke getallen opsplitsen.
Succescriteria

Ik herken een natuurlijk getal.
Ik kan werken met natuurlijke getallen.
Ik herken het verschil tussen een cijfer en een getal.
Ik kan getallen splitsen in eenheden, tientallen, honderdtallen, duizendtallen, etc.
Ik kan met grote getallen werken en ze benoemen.
Ik kan getallen op rangschikken met behulp van < en >.


Slide 23 - Tekstslide

Ik kan werken met delers, veelvouden en priemgetallen.
Succescriteria

Ik kan de begrippen deelbaar, deler, veelvoud, even, oneven en priemgetal omschrijven.
Ik kan de delers van een getal opschrijven.
Ik kan de veelvouden van een getal opschrijven.
Ik kan priemgetallen herkennen.
Ik kan een getal schrijven als een product van priemgetallen.

Slide 24 - Tekstslide

Ik kan werken met breuken.
Succescriteria

Ik weet hoe een breuk is opgebouwd.
Ik kan een breuk op een getallenlijn plaatsen.
Ik kan breuken vereenvoudigen.
Ik kan breuken met elkaar vergelijken.


Slide 25 - Tekstslide

Ik kan werken met decimale getallen.
Succescriteria

Ik weet wat een decimaal getal is.
Ik kan een decimale getal plaatsen op een getallenlijn.
Ik kan een decimaal getal schrijven als een breuk en andersom.
Ik kan decimale getallen afronden.




Slide 26 - Tekstslide

Tips bij het maken van een toets 
Begin bij de makkelijke vragen. Dat geeft zelfvertrouwen. (drie kleuren methode)
Zorg dat je al je spullen bij je hebt. Je mag niet van elkaar lenen! Je kunt misschien niet alle opgaven maken, zodat je niet alle punten kunt halen.
Werk overzichtelijkSchrijf netjes met pen en teken met potlood. Schrijf je berekeningen op! Controleer je antwoord.
Niet blijven piekeren als je het antwoord niet direct weet.
Probeer aan je tempo te denken.

Slide 27 - Tekstslide

Hoe maak je een toets?
Begin bij de makkelijke vragen.

Dat geeft zelfvertrouwen. (drie kleuren methode).
Niet blijven piekeren als je het antwoord niet direct weet.
Probeer aan je tempo te denken.

Slide 28 - Tekstslide

Hoe maak je een toets?
Zorg dat je al je spullen bij je hebt.

Je mag niet van elkaar lenen! 
Je kunt misschien niet alle opgaven maken, zodat je niet alle punten kunt halen.

Slide 29 - Tekstslide

Hoe maak je een toets?
Werk overzichtelijk.

Schrijf netjes met pen en teken met potlood. 
Schrijf je berekeningen op! 
Controleer je antwoord.

Slide 30 - Tekstslide

Tips bij het maken van een toets.
Begin bij de makkelijke vragen. Dat geeft zelfvertrouwen. Volgorde van de gemaakt opgaven is niet belangrijk. Ik zoek wel ;).

drie kleuren methode
Lees de opgaven globaal door en bedenk het volgende per deelopdracht:
Omcirkel de opgave die je gelijk weet groen.
Omcirkel de opgave die je wel weet, maar wel even over moet nadenken oranje/geel.
Omcirkel de opgaven die je niet denkt te weten rood. 
Begin met de groene opgaven te maken, daarna de gele en als laatste de rode opgaven.



Slide 31 - Tekstslide

R (reproductie) en
T1 (toepassen in bekende situatie)
Wat kan je nu nog extra oefenen?


T2 (toepassen in een nieuwe situatie) 
en I (inzicht)
Gemengde opgaven (theorieboek)
Oefentoets (werkboek)
Uitdagende opgaven (theorieboek)
Alle gemaakte opgaven bestuderen
Overgeslagen opgaven (theorieboek) 
Samenvatting (werkboek/ theorieboek)
Extra oefening (theorieboek)
Test jezelf (theorieboek)

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag
Maak uitdagende opgaven, test jezelf, oefentoets (werkboek), samenvatting of extra opgaven

Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt? Vraag eerst je klasgenoten!
Let ook op je notatie!


Slide 33 - Tekstslide


Afsluiting
Heb je nog een vraag over deze les?

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

Toets maken
Begin bij de makkelijke vragen. Dat geeft zelfvertrouwen.
Zorg dat je al je spullen bij je hebt. Je mag niet van elkaar lenen! Je kunt misschien niet alle opgaven maken, zodat je niet alle punten kunt halen.
Werk overzichtelijkSchrijf netjes met pen en teken met potlood. Schrijf je berekeningen op! Controleer je antwoord.
Niet blijven piekeren als je het antwoord niet direct weet.
Probeer aan je tempo te denken.

Slide 36 - Tekstslide