1)Het fascisme legt vooral de nadruk op waar men tegen is
Tegen parlementaire democratie; tegen democratische rechten; tegen socialisme en communisme; tegen alles wat als ‘vreemd’ werd gezien, tegen mensen van andere culturen.
Slide 2 - Tekstslide
2) Het fascisme is nationalistisch
Het belang van het eigen volk staat voorop en de eigen staat boven andere. De macht en roem van het eigen volk en de eigen staat moeten worden vergroot.
Slide 3 - Tekstslide
3) Het fascisme gaat uit van de ongelijkheid van de mensen
Fascisten delen de mensen in naar ‘hoger ontwikkelden’ en ‘lager ontwikkelden’. De ‘hoger ontwikkelden’ moeten een partij vormen en leiding geven aan de ‘lager ontwikkelden’.
Slide 4 - Tekstslide
4) Het fascisme kent het leidersbeginsel
De leider neemt alle beslissingen. Iedereen heeft zich daaraan te houden omdat de leider weet wat goed is voor het volk. Mussolini liet zich ‘Duce’ noemen, Hitler ‘Führer’.
Slide 5 - Tekstslide
5) Het fascisme is totalitair
Volgens fascisten moet de staat het leven van iedere mens regelen en controleren (onderwijs, werk,vrije tijd,kunst, media) Iedereen moet lid zijn van fascistische organisaties. Andere organisaties worden verboden.
Slide 6 - Tekstslide
6) Het fascisme gaat meer uit van het gevoel dan van het verstand
Fascisten vinden dat aan het verstand te veel en aan het gevoel te weinig waarde wordt gehecht. Niet alles hoeft bewezen te worden.
Slide 7 - Tekstslide
7) Het fascisme verheerlijkt vooral de daad van geweld
In een fascistische staat moet er gehandeld worden: geen woorden maar daden. Vooral daden waarbij kracht en geweld te pas komen, staan hoog aangeschreven. de oorlog wordt verheerlijkt als een mannelijke strijd.
Slide 8 - Tekstslide
8) Het fascisme geeft aan de vrouw een ondergeschikte en aparte plaats
Kinderen krijgen en voor het gezin zorgen, dat zijn hun taken. het moederschap wordt verheerlijkt.
Slide 9 - Tekstslide
Aparte kenmerken van het Duitse Fascisme
Slide 10 - Tekstslide
Het Duitse volk moest 'raszuiver' gehouden worden
Etnische groepen in de wereld waren ongelijk. Het blanke ras waren de beste mensen. de Slavische volken in oost Europa werden als minderwaardig gezien evenals gekleurde mensen. Nog lager stonden volgens deze rassenleer de joden en zigeuners.
Slide 11 - Tekstslide
2) Het Duitse volk heeft leefruimte nodig
De Duitsers hadden het recht nieuw grondgebied in oost Europa te veroveren.