Termen magazijn

Beheren van een magazijn


Wie weet wat een magazijn is.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
LogistiekPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Beheren van een magazijn


Wie weet wat een magazijn is.

Slide 1 - Tekstslide

Werken in een magazijn.
Welke werkzaamheden spreken
je aan?

Slide 2 - Woordweb

Certificaat ''werken in het schoolmagazijn".
Het examen ''werken in het schoolmagazijn''  vindt op school plaats. Op het examen moet je de volgende vaardigheden beheersen:
  • Omgaan met klanten
  • Werken met het computerprogramma van het schoolmagazijn
  • pakbonnen / uitleenbonnen correct invullen
  • artikelen verzamelen uit het magazijn
  • artikelen op de juiste plek in het magazijn zetten
  • werkvoorraad bijhouden

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Werken in een magazijn.
Welke werkzaamheden spreken
je aan?

Slide 5 - Woordweb

Termen:
- Magazijn  =  plaats waar artikelen worden opgeslagen.
- Artikelen  =  goederen
- Gebruiksartikelen = goederen die worden gebruikt
- Verbruiksartikelen = goederen/spullen die worden verbruikt
- Groothandel  =  handelen in het groot
- Afnemer  =  een winkel
- Consument  =  klant, koper

Slide 6 - Tekstslide

Verbruiksgoederen
Goederen die op gaan. 
Verbruiken = opmaken 

Voorbeelden zijn;
gummen, schriften, nietjes, potlood, lijmstift

Slide 7 - Tekstslide

Gebruiksgoederen
Goederen die door klanten worden geleend. Kunnen vaker gebruikt worden. De gebruiksgoederen worden teruggebracht naar het magazijn.

Voorbeelden zijn; 
scharen, perforator, boeken, dymotang en nietmachine.

Slide 8 - Tekstslide

Nauwkeurigheid
Nauwkeurigheid is erg belangrijk bij orderverzamelen.
De klant wil natuurlijk graag de producten die hij heeft besteld. Deze producten wil hij  ook graag in de juiste kleur, maat, vorm en aantal!

Slide 9 - Tekstslide

Pakbon
Op een pakbon  staan alle VERBRUIKSARTIKELEN die de klant heeft besteld, het aantal bestelde artikelen en de locatiecode.
Bijvoorbeeld;
02.03.01  -  gum                    -  15
03.05.02  -  potlood geel  -  10
05.09.14   -  kladblok   A5    -   1

Slide 10 - Tekstslide

Pakbon  maken
Om een pakbon te maken open je het Kiem magazijnbeheer programma en klik je op het icoon; uitgeven.

Voordoen via magazijnbeheer programma.


Slide 11 - Tekstslide

Begrippen
Verbruiksartikelen / gebruiksartikelen / pakbon / 

Slide 12 - Tekstslide

Verbruiks-goederen
Gebruiks-goederen

Slide 13 - Sleepvraag

Uitleenbon
Op een uitleenbon staan GEBRUIKSARTIKELEN die de klant heeft besteld.

Je maakt voor elk  gebruiksartikel een uitleenbon. Besteldt een klant drie gebruiksgoederen dan moet je dus drie aparte uitleenbonnen maken!!!
Bijvoorbeeld;

Eenklant besteld boeken, linialen en een perforator.

Werkboek koken      - 8
Houten liniaal            - 4
2 gaats perforator    - 1

Je maakt nu voor elk artikel een uitleenbon.

Slide 14 - Tekstslide

Om een uitleenbon te maken klik je op het icoon uitlenen.

Slide 15 - Tekstslide

Begrippen
Verbruiksartikelen / gebruiksartikelen / pakbon / leveringsbon / 
uitleenbon /  magazijnbeheerprogramma / transportbak

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video