Formuleren §6 zinslengte

.
§6 Variëren in zinslengte

Voordat we beginnen:
Welkom 
Cursus 6
FORMULEREN
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

.
§6 Variëren in zinslengte

Voordat we beginnen:
Welkom 
Cursus 6
FORMULEREN

Slide 1 - Tekstslide

  • Je herkent het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin.
  • Je kunt variëren in zinslengte om je tekst aantrekkelijker te maken. 
Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

In deze les gaan we:
  • De planning doornemen.
  • Verder met Cursus 6: Formuleren.
  • Uitleg in LessonUp (hoe varieer je in zinslengte?).
  • Oefenvragen in LessonUp.
  • Startopdracht.
  • Zelfstandig oefenen.
  •  Gezamenlijk afronden.

Slide 3 - Tekstslide

De manier waarop je iets onder woorden brengt (of de manier waarop je iets uitdrukt in woorden). 

Daar horen in het Nederlands een aantal regeltjes en trucjes bij. Deze behandelen we bij het onderdeel Formuleren.
Formuleren 

=

Slide 4 - Tekstslide

Je maakt een tekst aantrekkelijk door variatie in woordkeus en zinsopbouw. Daarnaast speelt de zinslengte een rol. Te veel lange of korte zinnen achter elkaar maken een tekst saai. Je tekst gaat dus meer leven als je lange en korte zinnen afwisselt.

Lange zinnen zijn vaak samengestelde zinnen met meer dan één persoonsvorm.

Korte zinnen zijn vaak enkelvoudige zinnen met maar één persoonsvorm. Deze geven meer tempo aan de gebeurtenissen in een verhaal en passen dus het best bij actie.


§6 Variëren in zinslengte
Formuleren §6 (blz. 244-245)

Slide 5 - Tekstslide

Pas op voor te lange zinnen, want …
lange (samengestelde) zinnen zijn voor een lezer meestal moeilijker te begrijpen dan kortere (enkelvoudige) zinnen; je maakt sneller een formuleringsfout in een lange zin.

Let op!

Slide 6 - Tekstslide

Door jouw woordkeuze en zinsopbouw maak je een tekst aantrekkelijk. We hebben al gezien dat het helpt om woorden die bij elkaar te horen, zo veel mogelijk bij elkaar te plaatsen.
De lengte van jouw zinnen is ook belangrijk. Te veel korte zinnen maken een tekst saai, te veel lange zinnen maken een tekst moeilijk te begrijpen. 

Zorg er dus voor dat je varieert in zinslengte.
§6 Variëren in zinslengte
Formuleren §6 (blz. 244-245)

Slide 7 - Tekstslide

Je kunt variëren in zinslengte door enkelvoudige en samengestelde zinnen met elkaar af te wisselen. 
§6 Variëren in zinslengte
Formuleren §6 (blz. 244-245)
Enkelvoudige zinnen
Samengestelde zinnen
Hebben slechts één persoonsvorm.
Hebben meerdere persoonsvormen.
Zijn vaak kort.
Zijn vaak lang.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Maak van deze twee zinnen een samengestelde zin.

Ik ben heel blij. Vandaag gaan we op vakantie.
timer
0:30

Slide 10 - Open vraag

Maak van de samengestelde zin twee enkelvoudige zinnen.

Ik ga vandaag voor de laatste keer hardlopen, want morgen
word ik geopereerd aan mijn knie.
timer
1:00

Slide 11 - Open vraag

De samengestelde zinnen hieronder zijn te lang en daardoor onoverzichtelijk.
Splits de zinnen in twee, drie of vier kortere zinnen.

Tegenwoordig drinken veel mensen geen gewone koffie meer, maar kiezen ze voor variaties met bijvoorbeeld geschuimde melk, die ook nog plantaardig kan zijn, en er zit ook niet altijd meer cafeïne in, waardoor je je kunt afvragen of het nog wel koffie is wat er gedronken wordt.
Startopdracht
timer
3:00

Slide 12 - Tekstslide

Uitlegfilmpje!

Slide 13 - Tekstslide

Wat?
Cursus 6 Formuleren: §6 Variëren in zinslengte. Opdracht 1, 2, 3 
Hoe?
Zelfstandig of in tweetallen. Overleg fluisterend.
Hulp
De theorie in je boek (groene blokken), de uitlegvideo's en de LessonUps.
Tijd
Vijftien minuten.
Waarom?
Om te oefenen met formuleren. 
Klaar?
https://www.cambiumned.nl/stijl/formuleren/
Huiswerkopdrachten
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

  • Je weet waar we de komende periode aan gaan werken.
  • Je kunt zinnen zo formuleren dat woorden die bij elkaar horen, bij elkaar staan.
Lesdoelen

Slide 15 - Tekstslide

Noteer de woorden die dichter bij elkaar gezet moeten worden.

In Nederland moet je om een tatoeage te laten zetten 16 jaar
of ouder zijn.

timer
0:30

Slide 16 - Open vraag

Noteer de woorden die dichter bij elkaar gezet moeten worden.

Een sollicitant kan op basis van zijn werkervaring
afgewezen worden.
timer
0:30

Slide 17 - Open vraag

Verbeter de zin door de woorden 'kan, afgewezen en worden'
dichter bij elkaar te zetten.

Een sollicitant kan op basis van zijn werkervaring
afgewezen worden.
timer
1:30

Slide 18 - Open vraag

Leesboek
Klaar met de vragen in LessonUp en de huiswerkopdrachten in je Nederlands boek? Lees verder in je leesboek!

Je hebt hier tot het einde van
de les voor.

Slide 19 - Tekstslide

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencode
u2ha: ihcqy

Slide 20 - Tekstslide