3.4 Omgaan met verschillen

Mens en Maatschappij
3.4 Omgaan met verschillen
Hoofdstuk 3: samen leven
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Mens en Maatschappij
3.4 Omgaan met verschillen
Hoofdstuk 3: samen leven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kwam het dat het christendom veel aanhangers kreeg?
A
Bij het christelijk geloof is iedereen gelijk. Dat sprak mensen aan.
B
Omdat de keizer dat wilde.
C
Omdat het populair was.
D
Omdat dit het enige geloof was.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom werd het christendom verboden in het Romeinse Rijk?
A
Omdat het te populair werd.
B
Omdat je alleen de Romeinse goden mocht vereren.
C
Omdat de christenen de Romeinse keizer niet wilden vereren.
D
Omdat ze dat een raar geloof vonden.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar heeft keizer Constantijn voor gezorgd?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
  • Leerlingen leren over:

    - culturele diversiteit;
    - hoe mensen met elkaar omgaan; 
    -  cultuurgebieden 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is cultuur?
  • Taal
  • Gewoonten
  • Geloof 
  • Gebruiksvoorwerpen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruiksvoorwerpen in Nederland
Kaasschaaf
Sjoelbak
Fiets
Klompen
Molen
Tulpen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vreemde gewoonten in Nederland

Met mes en vork eten
Drie zoenen geven
Rauwe haring eten


Leuke gewoonten in Nederland

Kerstboom
Beschuit met muisjes
Rommelmarkten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewoonten in de Arabische wereld
Vrouwen dragen vaak hoofddoek
Met de rechterhand eten, er wordt niet met bestek gegeten.
Ramadan en Suikerfeest
Meerdere keren bidden per dag
Twee keer warm eten per dag.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Vraag 1  t/m 4
Blz 105
timer
12:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symbolen in Nederland

  • De Nederlandse vlag
  • Een witte jurk van een bruid

Rituelen in Nederland

  • Kerstdagen vieren
  • Oranje dragen bij feesten en wedstrijden


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welk rijtje staat een held en een symbool?
A
Nelson Mandela en oranje kleding
B
Anne Frank en Nelson Mandela
C
Oranje kleding, klompen en tulpen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is jouw held?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Maak  vraag 5
timer
2:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarden en normen
Waarde: iets wat je heel belangrijk vindt, zoals respect hebben of een geloof hebben

Normen: dit zijn regels. Dit hoor je te doen bijvoorbeeld als iemand je helpt met iets, bedank je die persoon.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarden

Eerlijkheid
Eerbied voor oudere mensen


Normen

Je mag niet liegen
Als je met iemand praat, kijk je niet op je smartphone. 



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarde

Respect voor het bezit van anderen

Veiligheid op straat
Norm

Niet stelen


Je mag niet op de stoep fietsen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pictogrammen in de trein
Wat mag je niet in de trein?

Wat betekenen de andere pictogrammen?

Welke norm is voor jouw het belangrijkste?



Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Vraag 6, 7, 8
timer
12:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feiten, meningen en standpunten
Feit: is waar, kun je controleren

Mening: iets wat jij van een onderwerp vindt

Standpunt: uitleg over jouw mening

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Feit: alcohol is slecht voor je gezondheid. Dit kun je opzoeken op internet, omdat er veel onderzoek naar is gedaan. 

Mening: jongeren kunnen beter geen alcohol drinken. Je kunt het er mee eens of oneens zijn.


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feiten en meningen
Wat lees je in de bron? (feit)

Wat is de mening van de leraren? 

Wat denk jij? Zou meer salaris helpen om het lerarentekort kleiner te maken? 




Slide 31 - Tekstslide

Vraag 1: Er zijn te weinig leraren.

Vraag 2: Salarissen moeten omhoog, ze zijn te laag.


Maken
Opdracht 9 en 10

plus herhaling en verdieping

Huiswerk: afhebben op [datum].

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies