Lezen van tabellen en grafieken

Tabellen en grafieken
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Tabellen en grafieken

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les heb je geleerd:
Tabellen aflezen.
Verschillende soorten diagrammen en grafieken aflezen.
Richtingen bepalen met behulp van de windroos.
Hoe een legenda werkt.

Slide 2 - Tekstslide

Een tabel
In een tabel staat informatie over een bepaald onderwerp duidelijk en overzichtelijk weergegeven.
Zo kun je altijd snel informatie opzoeken.

Slide 3 - Tekstslide

Titel
Rij
Kolom

Slide 4 - Tekstslide

Zoek de rij ‘1.50 m – 1.55 m’ op.
  
Volg nu die rij totdat je bij de kolom van de jongens komt.

 Daar zie je ‘4’ staan.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Er zijn ook nog andere soorten tabellen
Bijvoorbeeld: afstandstabel

Slide 7 - Tekstslide

Een verhoudingstabel
Hiermee kun je iets berekenen. 
Zoals bijvoorbeeld:
Hoeveel eieren heb je nodig voor een taart

Slide 8 - Tekstslide

Grafieken
Grafieken heb je ook in verschillende soorten.
In een grafiek wordt vaak met staven of lijnen informatie gegeven. 
Dan heb je te maken met staaf- en lijngrafieken. 
Of staaf- en lijndiagrammen. 
Daar bedoelen we hetzelfde mee.

Slide 9 - Tekstslide

Horizontale en verticale as
Bij grafieken zijn de assen 
heel erg belangrijk

Slide 10 - Tekstslide

CM / groeidagen
In de grafiek hiernaast zie je bijvoorbeeld bij de verticale as ‘lengte in cm’ staan. Bij de horizontale as zie je ‘aantal groeidagen’.
Je ziet in deze grafiek hoeveel centimeter een plantje per dag groeit.

Slide 11 - Tekstslide

Legenda
Soms worden in grafieken en diagrammen verschillende plaatjes of kleuren gebruikt.
Als je wilt weten wat die plaatjes en kleuren betekenen, moet je de legenda lezen.
De legenda staat altijd vlakbij het diagram waarover hij iets vertelt.
Zonder legenda kun je het diagram niet goed begrijpen.

Slide 12 - Tekstslide

Jongens/meisjes
In het staafdiagram hieronder zie je bijvoorbeeld dat
de groene kleur voor jongens staat en de rode kleur voor meisjes.

Wist je dit niet,
dan zou je geen idee hebben hoe het zat met de verdeling.

Slide 13 - Tekstslide

Staafgrafiek
Een staafgrafiek bevat, 
de naam verraadt het al, staven. 
Elke staaf geeft een hoeveelheid aan.

In de vorige slide zag je een 
voorbeeld van een staafdiagram en hier ook.

Slide 14 - Tekstslide

Lijndiagram
Een lijngrafiek of lijndiagram gebruik je 
bijvoorbeeld als je wilt laten zien 
hoe hard iets groeit of krimpt.

Slide 15 - Tekstslide

Een voorbeeld
Joyce meet iedere maand haar lengte op.
Ze maakt van de resultaten een lijngrafiek.
Zo ziet ze in één keer of haar groei sneller of langzamer gaat dan de maanden daarvoor.

Slide 16 - Tekstslide

Cirkeldiagram
Een cirkeldiagram is eigenlijk ook een
soort grafiek, 
maar dan in de vorm van een cirkel.
Meestal heeft het cirkeldiagram
 verschillende kleurtjes.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Kun jij het lezen?

Slide 19 - Tekstslide

Hoeveel jongens hebben een lengte tussen de 1.55 m en de 1.60 m?

Slide 20 - Open vraag

Hoe groot was het tomatenplantje op 8 mei?

Slide 21 - Open vraag

Welke kleur heeft de golden retriever in dit diagram?

Slide 22 - Open vraag

Welke vraag kun je stellen?

Slide 23 - Open vraag


Slide 24 - Open vraag

Welke vraag kun je stellen?

Slide 25 - Open vraag