Gehandicaptenzorg

Gehandicaptenzorg 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Gehandicaptenzorg 

Slide 1 - Tekstslide

ter info
We gaan samen bepalen hoe we hem met elkaar gaan afronden, passend bij de tijd die je op school bent.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen vandaag
Aan het einde van deze les kan/ heb je:
  1. Benoemen waar we het over gaan hebben in de lessen GHZ
  2. Het 1ste bolletje in Eto ingevuld
  3. Geschiedenis van GHZ in grote lijnen benoemen
  4. wat het verschil is tussen een beperking, handicap en een stoornis

Slide 3 - Tekstslide

Geschiedenis in de gehandicaptenzorg

Slide 4 - Tekstslide

Geschiedenis
 Grieks-Romeinse Oudheid: men sprak van monsters, afgeleid van het Latijnse woord ‘monere’ (vermanen, waarschuwen).
De goden zouden via een misvormd kind de mensen willen waarschuwen of vermanen.
Middeleeuwen: men sprak van zotten, idioten, dollen, gekken. dwazen. Ook kwam de naam ‘cretin’ in zwang, verwijzend naar tegen een lelijk, geestelijk en lichamelijk verkommerd kind. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Renaissance 1500-1600
  • Dolhuizen 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

19e eeuw
Negentiende eeuw: geleidelijk werd ‘idioot’ gereserveerd voor de ernstigste graad, ‘imbeciel’ (zwak, zonder innerlijk houvast) voor de middelste graad en ‘debiel’ (licht zwak) voor de lichtste graad van verstandelijke beperking.  

Slide 13 - Tekstslide

Zwakzinnigen
Verlichting: de naam ‘zwakzinnig’ kwam in de mode, omdat verstandelijke beperking werd opgevat als een zwakte van de verstandszin (de centrale zin van de mens naast andere zinnen zoals gezichtszin of gehoorszin).

Slide 14 - Tekstslide

20e eeuw
Twintigste eeuw: de benamingen ‘geestelijke handicap’ en ‘mentale handicap’ kwamen in zwang, ter onderscheiding van lichamelijke, visuele en auditieve handicap. 
Tegen het einde van de eeuw werden deze benamingen vervangen door ‘intellectuele beperking’ of ‘verstandelijke beperking

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Stoornis, beperking, handicap
Stoornis = als een orgaan of lichaamsfunctie ontbreekt, afwijkingen vertoont, of beschadigd is. 

Beperking = de moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van activiteiten. Een beperking kan het gevolg zijn van een stoornis. 

Handicap = een nadelige positie van iemand met een beperking in de maatschappij. 

Slide 17 - Tekstslide

Lichamelijke beperkingen
Motorische handicaps
een dwarslesie, reumatische aandoening. de ziekte van parkinson, MS

Zintuiglijke handicaps
Visuele beperking, auditieve beperking of beide (syndroom van Usher

Chronische handicaps (soms ook door ouderdom)
Handicaps in de organen 


Slide 18 - Tekstslide

Ernstig meervoudige beperking
De term ernstige meervoudige beperkingen (EMB) wordt meestal gebruikt voor mensen die naast een (zeer) ernstige verstandelijke beperkingen ook ernstige lichamelijke beperkingen hebben

Slide 19 - Tekstslide

Algemene informatie EMB.
15.000 mensen in NL hebben een EMB. 

IQ = lager dan 25 
Ontwikkelingsleeftijd van maximaal 2 jaar.

Ervaringsordening van Timmers-Huijgens: lichamelijke ervaringsordening 
Alles wordt ervaren middels het lichaam (dit is hetzelfde als bij een baby)

Slide 20 - Tekstslide

Ontstaan van EMB:
  • Aangeboren hersenletsel 
  • Een chromosomale afwijking
  • Een ernstige infectieziekte bij de moeder tijdens de zwangerschap, zoals hepatitis C
  • Een ernstige infectieziekte bij het kind, zoals een hersenvliesontsteking
  • Zuurstofgebrek bij de geboorte
  • Een zwaar trauma, zoals een ongeluk

Slide 21 - Tekstslide

Mate van verstandelijke beperking

Slide 22 - Tekstslide

Wat is een licht verstandelijke beperking?
  • een IQ tussen de 50 en 75. 

  • Ze kunnen veel, maar vinden het soms moeilijk om dingen te begrijpen. 
  • Sommigen maken moeilijk contact met anderen. 

  • Bovendien hebben ze het vaak lastig op school, op het werk of thuis.

  • Sommige mensen met een licht verstandelijke beperking hebben leerproblemen, gedragsproblemen of een psychische aandoening.

Slide 23 - Tekstslide

Matig tot ernstig verstandelijke beperking
  • Hebben moeite de wereld om zich heen te begrijpen. 

  • Zij hebben de mensen uit hun omgeving hard nodig, om de opgedane ervaringen te ordenen en zich veilig te voelen. 

  • Ze hebben de ruimte nodig om in een vertrouwde omgeving zichzelf te kunnen zijn.

  • De ontwikkelingsleeftijd van mensen met een matige tot ernstige verstandelijke beperking ligt tussen 2 en 6 jaar. 




Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Duidelijk communiceren
Als je met een zorgvrager met een ernstige verstandelijke beperking communiceert, gebruik je altijd eenvoudige taal. Welke van de volgende zinnen begrijpt de zorgvrager waarschijnlijk?
1. Als toetje kun je kiezen uit yoghurt of appelmoes. Waar heb je zin in?
2. Wil je nog een kopje thee?
3. Je mag je Jos niet slaan.
4. Voordat je zo naar bed gaat, help ik je met je pyjama.
5. We gaan zo naar buiten.
6. Wil je een banaan?

Slide 26 - Tekstslide

Zeer ernstig verstandelijke beperking
Een zeer ernstige verstandelijke beperking betekent dat de verstandelijke beperking dusdanig ernstig is dat het IQ niet betrouwbaar te meten is.

In deze gevallen is het altijd een zeer ernstig meervoudige beperking, gezien het feit dat ze motorisch niet in staat zijn op de bewegen. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

vragen?

Slide 29 - Tekstslide

Bolletje 1 invullen

Slide 30 - Tekstslide

hoe gaan we de komende weken verder?

Slide 31 - Tekstslide

voorbeeld van de inhoud van de GHZ lessen
  • Geschiedenis GHZ
  • Indelingen in IQ (classificering in GHZ)
  • EMB (Ernstig meervoudig Beperkt)
  • zorgtechnologie binnen de gehandicaptenzorg
  • NAH (niet aangeboren hersenletsel
  • Epilepsie
  • enz

Slide 32 - Tekstslide