H7: 7.6 deel 2 / Tijd en snelheid - 2MH (uit boek 1MH)

Leerdoelen-formulier 
voor je!
Lesplanning:   
  • Lesdoel bespreken  
  • Terugblik: vk t/m 7.6 (1) 
  • Huiswerkcontrole  
  • Theorie: 7.6 (2) 
  • Zs/Zf  
  • Afsluiting
Telefoon in de telefoontas

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen-formulier 
voor je!
Lesplanning:   
  • Lesdoel bespreken  
  • Terugblik: vk t/m 7.6 (1) 
  • Huiswerkcontrole  
  • Theorie: 7.6 (2) 
  • Zs/Zf  
  • Afsluiting
Telefoon in de telefoontas

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Je hebt de leerdoelen van 7.6 deel 2 behaald, of
weet wat je nog moet doen om deze te behalen.

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
  • Welke eenheden van gewicht ken je?
  • Wat is een aanzicht?
  • Bespreken opgave 65

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
Het huiswerk was:
Maken H7: opgave 64 t/m 75
Nakijken huiswerk van vorige keer

Ik loop rond om te controleren.
Ondertussen vullen jullie in:
Welke opgave moeten we bespreken?

Slide 4 - Tekstslide

Bespreken van het huiswerk:  
Opdracht 64 t/m 75

Slide 5 - Woordweb

7.6: Eenheden van tijd
Is de volgende bewering waar of niet waar?

  • Vorig jaar heeft mevrouw Makkink haar eerste dochter gekregen. Haar dochter is nu 7.

  • WAAR 
    Het geen 7 jaar, maar 7 maanden.

Slide 6 - Tekstslide

7.6: Eenheden van tijd
  • Welke eenheden van tijd kennen jullie?
  • De belangrijkste eenheden van tijd staan op blz. 83.
  • Hoe kun je onthouden hoeveel dagen in elke maand zitten?
  • Welke jaartallen zijn schrikkeljaren?  

Trucje
Tel vanaf Januari op je knokkels en tussen de knokkels in. 
Elke maand die op een knokkel komt heeft 31 dagen.
Trucje
Als je het jaartal kunt delen door 4, dan is het een schrikkeljaar.

Slide 7 - Tekstslide

7.6: Tijdseenheden omrekenen
Wat ik veel zie:   3,75 uur = 3 uur en 75 minuten.
  • Dit klopt NIET!
  • Even narekenen: 
    3,75 uur = 3 uur en 75 min, maar 75 min = 1 uur en 15 min
  • 3, 75 uur = 3 uur en 75 min = 4 uur en 15 minuten = 4,15 uur
  • Zeggen we nu dat 3,75 uur = 4,15 uur?????
  • Dit klopt NIET. Maar hoe moet het dan wel?

Slide 8 - Tekstslide

7.6: Tijdseenheden omrekenen
3,75 uur = ... uur en .... minuten
  • Er zitten 3 uren in:   3,75 uur = 3 uur en ... minuten
  • Dan is er nog 0,75 uur over om minuten van te maken. 
  • In 1 uur zit 60 min, dus in 0,75 uur zit:   0,75 x 60 = 45 minuten
  • Dus het antwoord en de manier van opschrijven is:
    3,75 uur = 3 uur en (0,75x60=)45 min  
  • Vergeet de berekening er niet bij te zetten!!!
3,75 - 3 = 0,75

Slide 9 - Tekstslide

7.6: Eenheden van snelheid
Leontien fietst 5 meter per seconde.
Hoeveel km is dat in één uur?





  • Kun je dit ook in 1 keer uitrekenen, zonder tabel?
Snelheid Leontien

Slide 10 - Tekstslide

7.6: Eenheden van snelheid
De meest gebruikte eenheden van snelheid zijn:





Voorbeelden, rond af op 1 decimaal:
  • 33 m/s = ...... km/uur
  • 50 km/uur = ...... m/s

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk

Maken:

 H7: opgave 76 t/m 87


Nakijken:

Huiswerk van de vorige keer



Zs
Zf
Zf
timer
10:00
Huiswerk bespreken
Extra uitleg
FT H7 (oud)
do 19 sept (5e)
PW H7 (oud)
do 26 sept (5e)

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoel behaald?
Je hebt de leerdoelen van 7.6 deel 2 behaald, of
weet wat je nog moet doen om deze te behalen.

  • 5 m/s = ... km/u
  • Hoeveel dagen zitten in een jaar?
  • 3,5 dagen = .... uur
  • 760 uur = ... dagen en ... uur

Slide 13 - Tekstslide