Parte 1: Halloween

Halloween
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Halloween

Slide 1 - Tekstslide

Los objetivos
  • aprender el vocabulario de Halloween
  • leer un texto 
  • contestar a preguntas de comprensión

Slide 2 - Tekstslide

Vocabulario Halloween
Mira el video en la diapositiva siguiente, y después contesta a las preguntas.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

¿Cómo se dice en español 'a costume'?

Slide 5 - Open vraag

¿Cómo se dice en español verkleden?

Slide 6 - Open vraag

¿Cómo se dice en español 'doodshoofd'?

Slide 7 - Open vraag

¿Cómo se dice en español 'heks'?

Slide 8 - Open vraag

¿Cómo se dice en español 'pompoen?

Slide 9 - Open vraag

¿Cómo se dice en español snoepjes?

Slide 10 - Open vraag

¿Cómo se dice en español "spin"?

Slide 11 - Open vraag

¿Cómo se dice en español ' spinnenweb"

Slide 12 - Open vraag

¿Cómo se dice en español "Spook"?

Slide 13 - Open vraag

¿Cómo se dice en español 'doodskist?

Slide 14 - Open vraag

¿Cuál es el origen de Halloween?
Lee el texto en la diapositiva siguiente y contesta a las preguntas. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Hoe zeg je "Trick or treat" in het Spaans?

Slide 17 - Open vraag

Verdadero o falso:
Halloween es originario de America.
A
verdadero
B
falso

Slide 18 - Quizvraag

Explica la respuesta anterior en holandés

Slide 19 - Open vraag

¿dónde se celebra Halloween?
A
alle landen
B
Waar Engels gesproken wordt
C
Alleen in Europa
D
America Latina

Slide 20 - Quizvraag

Verdadero o falso:
Decorar la casa con algo que da miedo ayudar a llevar al muerto a su lugar
A
verdadero
B
Falso

Slide 21 - Quizvraag

Welk feest in Nederland, kan je vergelijken met Halloween? een feest waar kinderen snoepjes vragen.

Slide 22 - Open vraag

Wanneer is Día de todos los Santos?

Slide 23 - Open vraag