Het werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde


Bevat deze zin een NWG of een WWG?

Na die nederlaag leken de voetballers ontroostbaar.
A
Naamwoordelijk gezegde
B
Werkwoordelijk gezegde
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les


Bevat deze zin een NWG of een WWG?

Na die nederlaag leken de voetballers ontroostbaar.
A
Naamwoordelijk gezegde
B
Werkwoordelijk gezegde

Slide 1 - Quizvraag

Bevat deze zin een NWG of een WWG?
Hij was heel de dag in de tuin aan het werken.
A
Naamwoordelijk gezegde
B
Werkwoordelijk gezegde

Slide 2 - Quizvraag

Hij zou tijdens het ongeval gekwetst zijn.
Benoem het zinsdeel 'zou gekwetst zijn'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
naamwoordelijk gezegde (ng)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 3 - Sleepvraag

Duid het juiste antwoord aan.
Ik draaide het stuur om.
A
PV + adpv
B
PV + wed vn

Slide 4 - Quizvraag

Markeer het werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde in onderstaande zin.

De hond schijnt gevaarlijk te zijn.

Slide 5 - Open vraag

In welke tijd staat deze zin?
Ze had haar huiswerk flink gemaakt.
A
Onvoltooid tegenwoordige tijd
B
Onvoltooid verleden tijd
C
Voltooid tegenwoordige tijd
D
Voltooid verleden tijd

Slide 6 - Quizvraag

Hij heeft een compliment verdiend voor zijn goede werk.
A
o.t.t.
B
v.t.t.
C
o.v.t.
D
v.v.t.

Slide 7 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
Ik versloeg hem tijdens een spelletje voetbal.
A
Onvoltooid tegenwoordige tijd
B
Onvoltooid verleden tijd
C
Voltooid tegenwoordige tijd
D
Voltooid verleden tijd

Slide 8 - Quizvraag

Letterlijk of figuurlijk?
Visser slaat jonge vrouw aan de haak
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 9 - Quizvraag

Hij bijt zijn tanden stuk op een harde noot. Deze zin is ...
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het onderwerp? 'Wie verkleed komt, krijgt een gratis drankbonnetje.'
A
wie
B
wie verkleed komt
C
een gratis drankbonnetje
D
Er is geen onderwerp.

Slide 11 - Quizvraag