Dagplanning woensdag 6 januari 2021

Rooster woensdag 6 januari
1 e + 2e uur Economie
3e uur Nederlands
4e uur Engels
5e uur Wiskunde
6e uur Maatschappijleer

Mirjam van harte gefeliciteerd met je verjaardag
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Rooster woensdag 6 januari
1 e + 2e uur Economie
3e uur Nederlands
4e uur Engels
5e uur Wiskunde
6e uur Maatschappijleer

Mirjam van harte gefeliciteerd met je verjaardag

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 4 
Wonen en verzekeren

berekeningen

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les:
Belangrijke begrippen:
Verzekeraar, premie, eigen risico, polis, WA, casco



Slide 3 - Tekstslide

Deze les:
Inboedelverzekering, opstalverzekering, 
onderverzekerd - oververzekerd

Schadevergoeding berekenen
(onderverzekeringsbreuk)


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

onderverzekeringsbreuk
(verzekerd bedrag : getaxeerde waarde) × schade = schadevergoeding

Een verzekeraar vergoedt nooit meer dan de getaxeerde waarde.

Slide 11 - Tekstslide

Berekening
Je hebt je huis verzekerd voor €180.000 
De werkelijke waarde is €200.000
Bij een brand ontstaat een schade van €40.000
(Verzekerde bedrag : getaxeerde waarde) x schadebedrag=
Berekening: (180.000 : 200.000) x 40.000 = € 36.000

Slide 12 - Tekstslide

Berekening
Je hebt je huis verzekerd voor €220.000 
De werkelijke waarde is €200.000
Bij een brand ontstaat een schade van €40.000
(Verzekerde bedrag : getaxeerde waarde) x schadebedrag=
.....

Slide 13 - Tekstslide

Berekeningen
Premie = een promillage van het verzekerde bedrag


Verzekeringskosten (of totale premie) = 
(premie +polis-/administratiekosten) + assurantiebelasting

Slide 14 - Tekstslide

Berekenen verzekeringskosten

Premie
+ poliskosten
+ assurantiebelasting(over premie+poliskosten)
= verzekeringskosten
Stel je hebt een premie van €105, de poliskosten bedragen €5,50 en de assurantiebelasting bedraagt 21%.

Bereken de verzekeringskosten

Slide 15 - Tekstslide

Berekenen verzekeringskosten

Premie + poliskosten + 
assurantiebelasting (over premie+poliskosten)
= verzekeringskosten

Stel je hebt een premie van 105, de poliskosten bedragen 5,50 en de assurantiebelasting bedraagt 21%.

Bereken de verzekeringskosten.
premie + poliskosten =
105+5,50= 110,50

assurantiebelasting is 21% van 110,50=
110,50:100x21= 23,21

110,50+23,21=133,71

105+5,50+21%v110,50=133,71

Slide 16 - Tekstslide

De premie is 2,75 promille van € 5.000
Hoeveel is de premie?

Slide 17 - Open vraag

Stel je hebt een premie van €105, de poliskosten bedragen €5,50 en de assurantiebelasting bedraagt 7,8%.

Bereken de verzekeringskosten

Slide 18 - Open vraag

Het huis van De Wit wordt door bliksem getroffen. Het dak moet vernieuwd worden. De kosten hiervan zijn € 36.000. Het verzekerde bedrag is € 40.000, de werkelijke waarde is € 50.000
De verzekeraar keert uit:

Slide 19 - Open vraag

Meneer de Groot heeft een inboedel t.w.v. €60.000. Voor de zekerheid verzekert hij de inboedel voor €80.000. Hij betaalt een premie van €1,50 per €1.000 verzekerd bedrag. Bij een inbraak is er voor €12.000 schade.
Hoe hoog is de premie en hoeveel keert de verzekeraar uit?
A
Premie €90 Uitkering €12.000
B
Premie €90 Uitkering €16.000
C
Premie €120 Uitkering €12.000
D
Premie €120 Uitkering €16.000

Slide 20 - Quizvraag

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 21 - Open vraag

3e uur Nederlands
Grammatica & spelling blz. 108-109
Maken de opdrachten 12 t/m 16

Slide 22 - Tekstslide

Theorie grammatica & spelling
Uitleg theorie over persoonsvorm in samengestelde zinnen 

Slide 23 - Tekstslide

4e uur Engels
Herhaling H2
Maak de opdrachten: 9 t/m 14 op blz. 79-83 van je werkboek.
Gebruik je tekstboek voor de lees gedeeltes.

Slide 24 - Tekstslide

5e uur Wiskunde
H 5.1 Hellingspercentage
Maak de opdrachten van blz. 224 t/m 230.
behalve de opdrachten met  vergrootglas, deze mag je overslaan.

Slide 25 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?


- Spelregels
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 26 - Tekstslide

Spelregels
  • Voor elke les zoals die in de 'gewone' planning staat wordt een les gemaakt in Lesson Up.
  • Je werkt zelfstandig de lessen door, leest de theorie, je maakt de opdrachten die in de lessen worden opgegeven.
  • Naast de sommen in het boek maak je ook digitale sommen, via Lesson up. Leermiddelen =>Boek: Getal & Ruimte => Opdrachten => Hoofdstuk 5.
  • De berekeningen van digitale sommen schrijf je in je schrift, niet op losse blaadjes. Ik kan ook vragen om foto's van die berekeningen, om te zien waar het verkeerd gaat.
  • Loop je ergens vast, kijk dan eerst in de uitwerkingen  of stel je docent een duidelijke vraag (per mail of WhatsApp of via Teams).

Slide 27 - Tekstslide

Aan het eind van de les:
  • Ik weet wat een rechthoekige driehoek is
  • Ik ken de stelling van Pythagoras
  • Ik kan de stelling van Pythagoras toepassen
  • Ik weet dat ik de ene keer moet delen en de andere keer moet vermenigvuldigen om het ontbrekende getal te vinden

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

blz. 220

Slide 30 - Tekstslide

blz. 220

Slide 31 - Tekstslide

Opgave 1 en 2 (blz. 220)
maak de sommen alvast in je schrift!











aantal
240









aantal







Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

blz. 221

Slide 34 - Tekstslide

blz. 221

Slide 35 - Tekstslide

blz. 221
schrijf de hulpsom gewoon in je schrift, of bovenaan op de toets...

Slide 36 - Tekstslide

6e uur Maatschappijleer
H4.4 Hoe kijk je naar anderen?

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Maatschappijleer
Maak nu hoofdstuk 4.4 Hoe kijk ja naar anderen
blz. 104 t/m 107

Slide 44 - Tekstslide