8. Schrijven 2 gemixt met wwspelling

Lezen
Herhaling wwspelling alleen of tweetallen (aantekening/toolbox)
Klassikaal nabespreken

Doel: jullie kunnen de wwspellingsregels van de tegenwoordige tijd (tt) toepassen. (schrift)
timer
10:00
N.B. De aankomende weken mixen we schrijven 2 en wwspelling, omdat dit in het verlengde ligt van schrijven. 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lezen
Herhaling wwspelling alleen of tweetallen (aantekening/toolbox)
Klassikaal nabespreken

Doel: jullie kunnen de wwspellingsregels van de tegenwoordige tijd (tt) toepassen. (schrift)
timer
10:00
N.B. De aankomende weken mixen we schrijven 2 en wwspelling, omdat dit in het verlengde ligt van schrijven. 

Slide 1 - Tekstslide

Aantekening wwspelling pv tegenwoordige tijd (tt)






Persoonsvorm? Woordsoort? Hoe vind je de pv?

Stam
Stam+t
Hele werkwoord (heet ook wel ...)

Ff oefenen
Kees (bakken) een taart. spellingregel?
De dokter (behandelen) de wond. spellingregel?
De vogel (spreiden) zijn vleugels. --> lopen/spelen
(Worden) jij morgen 14?
LessonUp

Slide 2 - Tekstslide

Maak zin met het woord 'rijdt'.

Slide 3 - Open vraag

Maak een zin met het woord 'leid'.

Slide 4 - Open vraag

Doel: jullie kunnen de wwspellingsregels van de tegenwoordige tijd (tt) toepassen. (schrift)
1. Maak eerst voor jezelf of in tweetallen een aantekening (uitleg) op de achterkant van je werkblad!
2. Maak de opdrachten alleen of in tweetallen.
 


Klaar?
Nabespreken met iemand anders, daarna klassikaal.
timer
8:00

Slide 5 - Tekstslide

Lezen
Groepjes maken voor het artikel


Geef je onderwerp en groep door
Onderwerpideeën volgende slide

1. Doel: jullie hebben in groepen (min. 2 en max. 3 personen) een keuze gemaakt voor een afgebakend onderwerp van jullie artikel. (boek, blz. 69)
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

1. Doel: jullie hebben in groepen (min. 2 en max. 3 personen) een keuze gemaakt voor een afgebakend onderwerp van jullie artikel. (boek, blz. 69)
Groepje: opdr. 2/3 (5 min.)
Zelfstandig: opdr. 4 (8 min. )
Groepje: opdr. 5 (10 min.)
timer
5:00
timer
8:00
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Ideeën artikel
Social media
Sporten (specifieke sport)
Online pesten
Kleding en mode
Hobby (welke)
Armoede of ongelijkheid
Dingen die leerlingen irritant vinden op school
Gamen (wat precies)

Slide 8 - Tekstslide

Lezen
Aantekening
Vragen?
Zelfstandig verder werken

2. Doel: jullie kunnen je informatie uit les 1 ordenen en hier steekwoorden bij bedenken. Ook kun je de onderwerpen in een logische volgorde (rode draad) zetten. (boek blz. 71)
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Aantekening artikel

Uit welke alinea's bestaat een artikel?

                           Hoe schrijf je een  inleiding?
Aandachtstrekker: een prikkelende eerste zin, zoals een vraag, opvallend feit, citaat of anekdote, om de lezer nieuwsgierig te maken.
Introductie van het onderwerp: leg kort uit waar het artikel over gaat. Geef voldoende context (uitleg) zodat de lezer begrijpt waarom het onderwerp relevant (belangrijk) is.
Probleemstelling:  benoem het centrale probleem.

                          Hoe schrijf je een slot?
Samenvatting of conclusie: vat kort de hoofdpunten of het antwoord op de centrale vraag samen, zonder in herhaling te vallen.
Oproep of uitsmijter: eindig met iets krachtigs: een aanbeveling, een oproep tot actie.







Slide 10 - Tekstslide

2. Doel: jullie kunnen je informatie uit les 1 ordenen en hier één steekwoord voor bedenken. Ook kun je de onderwerpen in een logische volgorde (rode draad) zetten. (boek blz. 71)
Zelfstandig aan de slag: opdr. 1, 2, 3, 5. 

Opmerkingen:
  • Wat doe je eigenlijk bij opdr. 3?
  • Hoe verdeel je de taken bij opdr. 5?
  • Opdr. 6 volgende les (volgende dia)

Let op: opdr. 4 sla je over, jullie schrijven je artikel uit. 
Eisen artikel:
- min. 4 alinea's: inleiding, kern 2x, slot
- per alinea min. 5 zinnen.

Slide 11 - Tekstslide

Doel: jullie kunnen elkaar feedback geven op de tekst.
Opdr. 6
Geef elkaar feedback m.b.v. het feedbackformulier. Schrijf hier netjes je feedback op. 
Je bespreekt de feedback met het groepje na. 
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Lezen
Herhaling wwspelling alleen of tweetallen (aantekening/toolbox)
Klassikaal nabespreken

Doel: jullie kunnen de wwspellingsregels van de verleden tijd (vt) toepassen. (schrift)
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Aantekening wwspelling pv verleden tijd (vt)

Lees eerst zelf de instructie in de online methode, maak aantekeningen. (2 dia's)

N.B. vergeet de 'oranje knop' niet.






timer
6:00

Slide 14 - Tekstslide

Aantekening wwspelling verleden tijd (vt)

Wat heb je genoteerd?
sterk/zwak
't kofschipx

ff oefenen
Vorige week (verven) hij een mooi schilderij. (sterk/zwak)
De meiden (slapen) de hele nacht niet (sterk/zwak)
LessonUp






Slide 15 - Tekstslide

schrobte/schrobde? Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Open vraag

Gisteren (wachten) we echt lang op de docent.

Slide 17 - Open vraag

Doel: jullie kunnen de wwspellingsregels van de verleden tijd (vt) toepassen. (schrift)
1. Maak eerst voor jezelf of in tweetallen een aantekening (uitleg) op de achterkant van je werkblad!
2. Maak de opdrachten alleen of in tweetallen.
 


Klaar?
Nabespreken met iemand anders, daarna klassikaal.
timer
8:00

Slide 18 - Tekstslide

2. Doel: jullie kennen de wwspellingsregels van de verleden tijd (vt) en kunnen deze toepassen. (laptop starten)
Ga aan de slag met de opdrachten van werkwoordspelling 2, persoonsvorm verleden tijd
Je mag met elkaar overleggen. 
 
De antwoorden staan klaar als je alle opdrachten gemaakt hebt. 
N.B. het spiekbriefje dat je maakt bij opdr. 2 mag je ook bij de toets gebruiken. Bedenk dus goed wat je noteert! (apart blaadje)
Huiswerk: werkwoordspelling 2 (pv vt) af maken. 

Slide 19 - Tekstslide

Lezen
Aantekening/filmpje kijken
Bepaal zelf jullie route: X, Y of Z.


3. Doel: jullie weten hoe je een goede tekst moet schrijven, waarbij je rekening houdt met tekstkenmerken. (boek blz. 74)
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Aantekening tekst schrijven

Wat zijn de kenmerken van een goede tekst?

Filmpje kijken: opdr. 1





Slide 21 - Tekstslide

3. Doel: jullie weten hoe je een goede tekst moet schrijven, waarbij je rekening houdt met tekstkenmerken. (boek blz. 74)
Gekozen voor X of Y? Lees opdr. 3

Slide 22 - Tekstslide

Lezen
Op papier!
Gezamenlijk formulier tekststructuur checken (blz. 162)
Route X en Y meteen aan het werk
Route Z opdr. 1 en 2


4. Doel: jullie kunnen je informatie ordenen en hier steekwoorden bij bedenken.  Ook weten jullie wat een tekststructuur is. (boek blz. 78)
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

4. Doel: jullie kunnen je informatie ordenen en hier steekwoorden bij bedenken. Ook weten jullie wat een tekststructuur is. (boek blz. 78)
Check het formulier tekststructuur (blz. 162)
Route X en Y: start met opdr. 1 t/m 4                           Beoordeling:
Route Z: opdr. 1 en 2?

Huiswerk: opdr. 4

Slide 24 - Tekstslide

Lezen
Aantekening 
Ff oefenen
Zelfstandig aan de slag

3. Doel: jullie kennen de wwspellingsregels van de voltooide tijd (vd) en kunnen deze toepassen.  (laptop starten)
timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Aantekening wwspelling voltooide tijd (vd)

 Lees eerst zelf de instructie in de online methode, maak aantekeningen. (2 dia's)
hulpwerkwoorden!

N.B. denk aan de oranje knop!

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Het papier is verbrand.                                                        De hond is gered.
Het ... papier                                                                              De ... hond

De straat is verbreed.
De ... straat







timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Die kat heeft mij (krabben).

Slide 27 - Open vraag

Je hebt je huiswerk toch niet (verwaarlozen)?

Slide 28 - Open vraag

Het blauw (verven) huis

Slide 29 - Open vraag

De (melden) brand

Slide 30 - Open vraag

Heb je de spellingswijze van het voltooid deelwoord nu (snappen)?

Slide 31 - Open vraag

3. Doel: jullie kennen de wwspellingsregels van de voltooide tijd (vd) en kunnen deze toepassen. (laptop starten)
Ga aan de slag met de opdrachten van werkwoordspelling 2, het voltooid deelwoord.
Je mag met elkaar overleggen. 
 
De antwoorden staan klaar als je alle opdrachten gemaakt hebt. 
N.B. het spiekbriefje dat je maakt bij opdr. 3 mag je ook bij de toets gebruiken. Bedenk dus goed wat je noteert! (apart blaadje)
Huiswerk: werkwoordspelling 2 (voltooid deelwoord) af maken. 

Slide 32 - Tekstslide


Formatieve toets
Klaar? Maak je nuttig voor school.
Klassikaal bespreken

Doel: jullie weten hoe goed jullie de werkwoordspellingsregels beheersen en kunnen toepassen.
timer
30:00

Slide 33 - Tekstslide

Lezen
Toelichting formulier



5. Doel: jullie kunnen elkaar feedback geven op het artikel m.b.v. een feedbackformulier. (boek blz. 80)
timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide

5. Doel: jullie kunnen elkaar feedback geven op het artikel m.b.v. een feedbackformulier. (boek blz. 80)
Vul het feedbackformulier in.

 
Herschrijf je artikel. Voor dit herschreven artikel
krijg je een cijfer. 

timer
15:00

Slide 35 - Tekstslide