Ademhalingsstoornissen.

Pathofysiologie.

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
VpkMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pathofysiologie.

Slide 1 - Tekstslide

Hypoxemie
betekent een zuurstoftekort (een verlaagd O2-gehalte) in het arterieel bloed.

Slide 2 - Tekstslide

 Oorzaken
verminderde oxygenatie, bloedarmoede of onvermogen om hemoglobine te binden aan O2, zoals bij koolmonoxidevergiftiging. Hypoxemie kan leiden tot de ontwikkeling van hypoxie.

Slide 3 - Tekstslide

Hypoxie 
 Zuurstoftekort in de weefsels, waardoor het normale metabolisme niet kan plaatsvinden. Hypoxie kan het gevolg zijn van hypoxemie of een verminderde bloedtoevoer naar de weefsels (ischemie). Hypoxie kan leiden tot het afsterven van lichaamscellen en orgaanschade.

Slide 4 - Tekstslide

Symptomen 
angst en agitatie

motorische onrust, coördinatiestoornissen
verwardheid, sufheid en bewustzijnsvermindering
 tachypneu
 tachycardie
hypertensie en later hypotensie
hoofdpijn en transpireren
bleek of grauw gelaat
blauwe verkleuring van de vingers, nagels, gelaat, lippen en/of tong (cyanose)
onduidelijke spraak








Slide 5 - Tekstslide

Afwijkingen die een zuurstoftekort veroorzaken
De longfunctie en diffusie

hB (bloedarmoede/anemie)
Acuut respiratoir falen in acute situaties
Hart- en circulatieproblemen door hartfalen
of het verlies van bewustzijn
 Bij sedatie of na anesthesie
Spierziekte , zoals de progressieve spierziekte ALS




Slide 6 - Tekstslide

Afwijkingen van de longfunctie zijn bijvoorbeeld:
COPD

Astma
Taaislijmziekte
Sarcoïdose
Longkanker
Longziekten



Slide 7 - Tekstslide

Voordelen van zuurstoftoediening..bijv. 

Leven verlengen;
Comfort verhogen;
Meer energie;
Zelfstandigheid bevorderen.



Slide 8 - Tekstslide

Ernstige complicaties door zuurstoftoediening

Verminderde mobiliteit 
ademdepressie door CO2-stapeling (hypercapnie), met mogelijk coma als gevolg
hypercapnie door ernstige respiratoire insufficiëntie 
Bij CO2-stapeling ‘denkt’ het lichaam dat er voldoende zuurstof is en wordt de ademhaling onderdrukt. 




Slide 9 - Tekstslide

Minder ernstige complicaties bij zuurstoftoediening

ineffectieve zuurstoftoediening
irritatie, uitdroging of ontsteking van de ogen en/of slijmvliezen
drukplekken (decubitus) 
neusbloeding door irritatie van het neusslijmvlies

Slide 10 - Tekstslide

Te lage dosering zuurstof

Bij een te lage dosering zuurstof kunnen de volgende klachten optreden:


Slide 11 - Tekstslide

Bij een te lage dosering zuurstof kunnen de volgende klachten optreden:

Slide 12 - Woordweb

hypertensie en later hypotensie
hoofdpijn en transpireren
bleek of grauw gelaat
blauwe verkleuring van de vingers, nagels, gelaat, lippen en/of tong (cyanose)
onduidelijke spraak
hypertensie en later hypotensie

angst en agitatie
motorische onrust, coördinatiestoornissen
verwardheid, sufheid en bewustzijnsvermindering
versnelde ademhaling (tachypneu)
 tachycardie
hoofdpijn en transpireren
bleek of grauw gelaat
blauwe verkleuring van de vingers, nagels, gelaat, lippen en/of tong (cyanose)
onduidelijke spraak

Slide 13 - Tekstslide

Meten van de saturatie
 (SaO2) geeft aan welk percentage hemoglobine in het bloed verzadigd is met zuurstof.

Slide 14 - Tekstslide

Een lage saturatie leidt niet altijd tot benauwdheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

SaO2 zegt alleen iets over de oxygenatie, niet over de ventilatie.
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag

Kan je O2 zien als medicatie?
A
Nee
B
Hell no
C
Donno
D
Zeekkers

Slide 17 - Quizvraag

Vraag 1
De druk in een zuurstofcilinder van 20 liter is 45 bar. Hoeveel zuurstof zit er in de cilinder?

timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 1
De druk in een zuurstofcilinder van 20 liter is 45 bar. Hoeveel zuurstof zit er in de cilinder?
aantal liters zuurstof = 45 × 20 = 900 liter

Slide 19 - Tekstslide

Vraag 2
Patiënt moet 2 liter/per min. zuurstof krijgen. Op voorraad heb je 10 liter cilinder met 30 atmosfeer? 
Hoelang kan de patiënt met deze tank? 

Slide 20 - Tekstslide

Totale zuurstof=10 liter×30 atmosfeer=300 liter
Duur= 
300 liter/ 2 L/min
​ =150 minuten
 De patiënt kan 150 minuten (of 2,5 uur)   

Slide 21 - Tekstslide